Kerk en Godsdienst2 augustus 2001

Vrije Gereformeerde Kerk Twijzel timmert niet aan de weg, wel aan het web

De twee kernen in een Friese kerk

Door J. M. D. de Heer
TWIJZEL – Het kerkgebouw is met 420 zitplaatsen het grootste in Twijzel. De Vrije Gereformeerde Kerk in het Friese dorp is echter bescheiden van omvang: 58 leden en doopleden, van wie ruim de helft tot één familie behoort. Een kern van de gemeente, zegt de plaatselijke predikant dr. M. Kuiper. „Maar we hebben nóg een kern. Daarbij behoren allen die tot de familie met een hoofdletter behoren, tot het huisgezin Gods.”

Wie op de doorgaande weg door Twijzel rijdt, lette goed op het bordje ”uitritten”, net na de afslag richting Zwaagwesteinde. Als je het bordje over het hoofd ziet, passeer je ongemerkt de uitrit die toegang geeft tot het terrein waar de robuuste Rehobothkerk staat. Noch bij de inrit, noch op het gebouw zelf wordt duidelijk tot welk kerkverband de gemeente hoort die hier op zondag om 9.15 en 14.00 uur bijeenkomt. Rehobothkerk, staat er op het gebouw, dat is alles. Verder blijkt de eerste steen in oktober 1934 gelegd te zijn door een zekere ds. H. J. ten Brink, gereformeerd predikant. Sinds die tijd heeft de gemeente twee keer het kerkverband waartoe het behoorde verlaten, om naderhand drie keer te proberen ergens aansluiting te vinden. Met als voorlopige balans dat de kerk nog steeds zelfstandig is.

Prof. Wisse
In 1889 werd in het Friese dorp een dolerende gemeente gesticht. De Vrijmaking van 1944 trok ook haar sporen in Twijzel; de meerderheid van de kerkenraad, inclusief de predikant, werd vrijgemaakt. Iets dergelijks herhaalde zich in 1967. Vijf jaar eerder was kandidaat K. van den Belt aan de gemeente verbonden. Hij had aangegeven dat hij veel meer op had met de prediking binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken –met name die van prof. G. Wisse– dan met de vrijgemaakte verkondiging. „Dat moeten we juist hebben”, had de preses van de kerkenraad geantwoord. „Met minder kan het niet toe.”

In 1967 leidde de bevindelijke prediking van ds. Van den Belt echter tot een breuk. De meerderheid van de kerkenraad, gevolgd door eenderde van de gemeente, kwam op zichzelf te staan. „We hebben in Twijzel op 1100 inwoners naast de hervormde gemeente drie afgescheiden kerken”, zegt dr. Kuiper. „En dan kerkt een aantal mensen nog elders.”

Het aantal van zo'n zeventig leden is in de loop van jaren redelijk stabiel gebleven. Afhankelijk van de voorganger kwamen er soms leden bij of ze vertrokken juist.

Is de prediking nog steeds bevindelijk? „Ja”, zegt ouderling H. van der Veen (57).

„Vroeger waren de preken wel eens bevindelijk-schriftuurlijk”, reageert de predikant. „Bij mij is dat precies omgekeerd. Het gaat in mijn preken niet zozeer om het zielenleven van de mens als om de Christus. Ik bedien het Woord, met bevel van geloof en bekering. Nee, ik preek niet zoals de Nadere Reformatoren. De overstap van de tekst naar het bevindelijke leven werkt bij mij anders, mijn preken zijn bevélend in plaats van beschouwend. Calvijns commentaren gebruik ik wel veel.”

Uw inslag wordt gewaardeerd? „Een vast punt op de kerkenraadsvergadering is het ambtswerk van de dominee, te beginnen bij de prediking. Nu mogen jullie praten, zeg ik dan.”

Van der Veen: „Dominee heeft de gave om zaken duidelijk te verklaren, zonder moeilijke dogmatische termen.”

Vacant
Na ds. Van den Belt dienden ds. G. den Boer (1973-1983) en ds. J. Wijnsma (1984-1989) de gemeente. Daarna volgde een vacante periode van zes jaar, waarin er geen openbare belijdenis werd afgelegd en zelfs geen kinderen werden gedoopt. L. van der Sluys ging met grote regelmaat voor, terwijl de christelijke gereformeerde ouderling Procee uit Zwaagwesteinde in die jaren wel catechisatie gaf.

„Toch was de nood groot”, zegt Van der Veen. „Velen zagen het voortbestaan van de gemeente niet meer zitten. Toch heb ik toen geloofd dat de Koning een bedoeling had met de kerk in Twijzel. En daarom zullen we nog weer een eigen voorganger krijgen, zei ik, al moet hij uit Zuid-Afrika komen.”

In 1995 kwam de gemeente in contact met dr. Kuiper, ooit gereformeerd predikant, en kort daarvoor uit Zuid-Afrika gekomen. „Ik maakte eens een praatje met de koster van Twijzel. Hij zei: We moesten eigenlijk een predikant hebben. Ik ben beschikbaar, flapte ik eruit. Enkele weken later vroeg de kerkenraad me voor een gesprek”, aldus de predikant.

Kan het groepje wel een eigen predikant onderhouden? „Wat is onderhouden”, zegt ds. Kuiper. „Is dat een vorstelijk traktement, of in het levensonderhoud voorzien?” Van der Veen: „Eigenlijk kan het niet, maar de gemeente doet goed haar best. En de dominee en zijn vrouw zijn niet veeleisend.”

Schip
Op de wateren van de gereformeerde gezindte lijkt de Rehobothkerk soms op een schip dat ginds en weer drijft. Zo waren er in het verleden goede contacten tussen ds. L. H. Oosten, destijds hervormd predikant te Wouterswoude, en ds. G. den Boer, die beiden tot de initiatiefnemers voor de oprichting van het Reformatorisch Dagblad behoorden. Ds. Oosten ging soms in Twijzel voor en gaf catechisatie tijdens de ziekte van ds. Den Boer.

Onder ds. Den Boer heeft de kerkenraad aansluiting gezocht bij de Gereformeerde Gemeenten, maar die poging strandde. Later, toen ds. N. de Vries de hervormde evangelisatie van Hardegarijp diende en in Twijzel pastoraal werk deed, zijn er gesprekken gevoerd om hervormd te worden. Het maximaal haalbare bleek een evangelisatie te zijn. Dan zouden wel de ambten verdwijnen en dat ging Twijzel een stap te ver.

Ooit is er ook informeel aansluiting gezocht bij de Christelijke Gereformeerde Kerken. Maar dan zouden de leden wel naar Zwaagwesteinde en Drogeham moeten. „Dat was onbespreekbaar”, zegt ds. Kuiper. „De kerkenraad wilde de gemeente bijeenhouden.” Enkele jaren geleden is een soortgelijke, nu formele poging tot aansluiting ondernomen, maar de kerkenraad kon niet in de uiteindelijke voorstellen meegaan.

Een voorstel van de predikant om mee te leven met de Nederlands Gereformeerde Kerken stuitte ook op bezwaren binnen de kerkenraad.

Dat is ook een stap in een andere richting! „Waarom? Ik preek ook in Nederlands Gereformeerde Kerken. Elke gemeente legt daar weliswaar haar eigen accenten. Zolang de schriftkritiek er afgewezen en het belijden gehandhaafd wordt, ben ik bereid er voor te gaan.”

Website
De Twijzelse gemeente gaat in stilte haar weg. Ondertussen timmert dr. Kuiper aan het web. Zijn eigen site martenk.tripod.com biedt onder meer de geschiedenis van de Rehobothkerk, een activiteitenagenda en een uitvoerige lijst met meditaties van de predikant. Voor de predikant zelf is de website een vorm van evangelisatiewerk. „Ik kreeg onlangs zelfs verzoeken uit India om te helpen predikanten op te leiden.”

Is de hobby te volgen voor de kerkenraad? Van der Veen: „Nee, maar we hebben een groot vertrouwen in de dominee.”

Dit is het tweede deel in een zesdelige serie over de vrije gemeente. Volgende week donderdag deel 3.

Aflevering 1:
Vrijheid, openheid en intimiteit - 26 juli 2001