Kerk en Godsdienst | 26 juli 2001 |
Luctor et emergo Oldebroek kent geen belijdenisgeschriftenVrijheid, openheid en intimiteitDoor J. R. A. Dekker
De wortels van Luctor et emergo gaan terug tot het gezelschapsleven van de 19e eeuw. Rond 1860 beginnen zich daaronder twee richtingen af te tekenen: een die steeds calvinistischer wordt en een die steeds duidelijker evangelische trekken vertoont. Als in 1860 ds. L. H. A. Bähler in het naburige Oosterwolde predikant wordt, blijkt hij met name op de laatste groep invloed te hebben. De predikant brengt in 1875 een bezoek aan het Engelse Brighton en wordt gegrepen door een opwekking die daar gaande is, zegt Veldhoen. Een jaar later komt het ook in Oldebroek onder leiding van ds. Bähler tot een opleving. Na het vertrek van de predikant, in 1880, blijven de beeldersen zo worden ze genoemd samenkomen in particuliere bijeenkomsten. Zij vervreemden zich hoe langer hoe meer van de hervormde kerk. Er ontstaat behoefte aan een eigen gebouw, dat in 1894 gereedkomt. Luctor et emergo, gaat het heten. Het is de vrouw van ds. Bähler die de naam voorstelt. Voorgangers uit eigen kring gaan voortaan de diensten leiden. Vereniging Om de sfeer in de gemeente te tekenen, vertelt de wethouder hoe een zondagse ochtendsamenkomst in het algemeen verloopt. Voor de dienst zingen we altijd veel. We gebruiken daarvoor een eigen zangboek met een selectie uit de bundels van Johannes de Heer, Glorieklokken en Opwekking. In de samenkomst zijn voor de begeleiding alle instrumenten geoorloofd. Behalve een orgel en een piano gebruiken we soms ook blaasinstrumenten of een drumstel. Aan de gemeentemededelingen wordt veel aandacht besteed. We vertellen niet alleen wie er ziek zijn, maar ook wat ze mankeren en bijvoorbeeld welke uitslagen ze van de arts hebben gekregen. De bidstond die daarna volgt, is open. Iedereen is vrij om een gebed uit te spreken. Na de samenzang nodigt de voorganger uit om een getuigenis te geven. Niemand is daartoe verplicht natuurlijk. En vervolgens houdt de voorganger een toespraak, die het karakter van een soort preekje heeft. Geen belijdenisgeschriften En wat is die kern? Voor iedereen is er gelegenheid om eeuwig leven door Jezus Christus te verkrijgen. Voorwaarde is dat je je zonden belijdt en Hem aanneemt als Zaligmaker. Daarbij hoort onlosmakelijk dat je ook van dat geloof getuigt. Is er binnen Luctor een bepaalde visie op de leer van de uitverkiezing of zicht op de eindtijd? Er zijn individuele gemeenteleden die daar een bepaalde kijk op hebben. Maar als gemeente is dat niet het geval. Spreken in tongen vindt in Luctor niet plaats. Maar als het in de toekomst zal gebeuren, moet daar wel ruimte voor komen, vindt Veldhoen. De sacramenten van doop en avondmaal worden in Luctor et emergo beide bediend. De gemeente kent zowel volwassen- als kinderdoop. Ook staat het ouders vrij hun kind op te dragen. Wij willen van de doop geen strijdpunt maken. Tijdens het avondmaal gaan brood en beker de rijen door. Ook zijn er soms kinderen die daaraan deelnemen. Wij laten het aan de ouders over om te beoordelen of hun kind daar aan toe is. Iemand moet natuurlijk wel weten wat hij doet als hij het avondmaal gebruikt. Wijde omtrek Zendingswerk is bij Luctor niet een liefhebberij van een groepje enthousiastelingen, maar hoort tot de kerntaken van de gemeente. Maar liefst dertien zendelingen zijn uitgezonden en worden financieel ondersteund. Ieder van hen heeft een speciale thuisfrontcommissie, die de directe contacten onderhoudt en praktische hulp verleent tijdens een verlofperiode. Verder proberen voorgangers en ouderlingen de bezoekers maximaal te motiveren om de zending in te gaan. Geen spanningen Kerkisme blijkt de wethouder vreemd te zijn. Ons streven is niet in de eerste plaats om veel mensen naar onze eigen samenkomsten te trekken. Het gaat ons niet om zielenáántal maar om zielsbehóúd. Dit is het eerste deel in een zesdelige serie over de vrije gemeente. Volgende week donderdag deel 2. |