Kerkelijk Leven 27 juli 2000

Zie ook: ”Amsterdam 2000” wekt verwachting én scepsis

„Het grote zit hier in het kleine”

Door K. van der Zwaag
AMSTERDAM – De oproep tot evangelisatie is nieuw in elke generatie. Daarom is evangelisatie de eerste prioriteit van het congres ”Amsterdam 2000”. Dat zegt dr. John Corts, directeur van de massale evangelistenconferentie, die zaterdag begint en door ruim 10.000 evangelisten en kerkleiders uit meer dan 190 landen zal worden bezocht. De zogenaamde Billy-Grahamconferentie is de grootste evangelistenbijeenkomst aller tijden.

Dr. Corts is druk bezig met de voorbereiding van het programma en het leiden van de staf van 300 leden. Ruim 800 vrijwilligers uit 44 landen fungeren als vraagbaak. Een afdeling met tolken is al enkele dagen bezig om de komende simultaansessies goed te laten verlopen.

De organisatie verloopt soepel. De meeste stafleden komen uit Amerika. De Billy Graham Evangelistic Association (BGEA) is de organisator van het congres, al kan Graham zelf op doktersadvies niet de openingssessie verrichten. Hij zal de deelnemers per satelliet toespreken. „De doktoren geven slechts een kleine kans dat hij aan het einde van de conferentie komt. De conferentie, die als een afscheidscongres van Billy Graham bedoeld is, was geen argument voor de dokters om hem te laten gaan. De vliegtocht van acht uur was op zich niet te lang, maar men was bang dat deze reis een terugval in zijn ziekte zou veroorzaken”, zegt Jeremy Blume, een van de stafleden.

Eerste stroom
De eerste deelnemers kwamen gisteren al binnen, zoals drie evangelisten uit Malawi. Het is voor het eerst dat zij in Nederland komen. Elke deelnemer krijgt een badge die zichtbaar op het lichaam gedragen dient te worden. Verschillende helpdesks zijn in de weer om de eerste stroom op te vangen in de Amstelhal, een van de onderkomens in het indrukwekkende RAI-complex. De afdeling communicatie en voorlichting is voorzien van de modernste apparatuur. Tientallen computers, faxen en andere apparatuur staan opgesteld om de boodschap van het congres wereldwijd uit te zenden. Via een eigen website op internet kunnen alle lezingen live gevolgd worden. De laatste hand wordt nu gelegd aan de tribunes voor de duizenden bezoekers en het grote podium, met daarachter een reusachtig scherm, waarop een kruis is afgebeeld.

Hoe groot het complex ook is, voor overnachtingen is het allemaal toch net iets te klein. Ruim 7000 deelnemers van ”Amsterdam 2000” zullen hun nachtelijk onderkomen moeten zoeken in de Utrechtse Jaarbeurs, waar velen met steun van de Amerikaanse organisatie gratis onderdak krijgen. „Er zijn er die voor het eerst hun land uit gaan”, zegt Corts. „Sommigen hebben niets: geen geld en soms ook geen kerkelijke gemeenschap achter zich.”

Kruispunt
Dr. Corts was er ook bij tijdens de vorige evangelistencongressen die in Amsterdam werden gehouden, in 1983 en 1987. Opnieuw is de keus op de Nederlandse hoofdstad gevallen. „Amsterdam ligt centraal in de wereld, als het ware op een kruispunt van verschillende werelddelen. De Nederlandse regering was ons bijzonder terwille. Nergens anders dan in de RAI konden we een locatie vinden die 10.000 mensen kan bergen en hen kan voorzien van eten en drinken. De RAI heeft daarnaast ook vele ruimten om de honderden workshops te houden.”

De conferentie staat vooral in het teken van het opnieuw verstaan van de evangelisatieopdracht, zo vat dr. Corts samen. „Al staan we nu aan het begin van de 21e eeuw en hebben we honderden jaren kennis van het christendom, elke generatie staat er opnieuw voor die boodschap te formuleren. Het congres zal de hoofdbeginselen van het christelijk geloof voor de wereld opnieuw naar voren brengen. We streven naar een balans van theorie en praktijk. We kennen de principes van het geloof, maar weten we ook hoe de praktijk in ons leven en de wereld in elkaar steekt? Iedere christen heeft de opdracht om voor zichzelf die balans te vinden.”

Veel deelnemers leven erg geïsoleerd. „Ze hebben geen informatiebronnen, geen krant of radio en televisie. Velen zullen hier in Amsterdam voor het eerst te horen krijgen in welke wereld zij leven. Daarom is informatie over de huidige wereld een belangrijk aspect van het congres. Verder hebben we de gelegenheid om elkaar te leren kennen.”

De indeling van de dagen is overzichtelijk. 's Morgens zijn er de hoofdsprekers over het onderwerp evangelisatie. Dat zijn bekende christelijke leiders als Anne Graham Lotz, Bill Bright (Campus Crusade), de anglicaanse leider George Carey, John Stott, J. I. Packer en evangelist Luis Palau. Daarna zijn er seminars over bijvoorbeeld de vraag hoe de boodschap van het Evangelie over te dragen is naar een verschillend publiek, welke methodes hierbij gebruikt kunnen worden en hoe men een conferentie van evangelisten kan organiseren. In de middag zijn er workshops, waarna in de avond, direct na de maaltijd, de hoofdlezingen worden vervolgd. Om acht uur 's avonds wordt elke dag beëindigd met gebed.

Geen acties
In 1986 stroomden heel wat evangelisten uit de derde wereld tijdens en na het congres Amsterdam in om daar, en in de omgeving, het Evangelie te brengen. Een Afrikaanse predikant die in zwart kostuum met zijn Bijbel in de hand de minimaal geklede badgasten in Zandvoort aan Zee aansprak, haalde zelfs de landelijke pers. „Die methode is niet succesvol gebleken”, zegt Corts, „omdat veel deelnemers te kampen hebben met een taalbarrière. Maar liefst 70 procent van de aanwezigen heeft een tolk nodig omdat Engels niet hun moedertaal is. Het is belangrijker dat zij met hun ervaring en kennis aan het werk gaan in hun eigen land.”

Wel vindt Corts dat de moderne wereld juist veel aanknopingspunten biedt om het Evangelie te brengen. „We spreken vaak te negatief over de technologie, over internet, maar de uitdagingen voor het Evangelie zijn er meer dan ooit.” De digitale uitzending van het congres is er een sprekend voorbeeld van.

Packer én Palau
Het programma is breed opgezet, de theologie is „evangelisch”, zegt Corts. Packer, Stott én Louis Palau, ze behoren alledrie tot de hoofdsprekers. Corts: „Het is niet de bedoeling dat we de onderlinge verschillen gaan benadrukken. Er is meer wat ons verbindt dan wat ons gescheiden houdt. Ik denk aan de visie op de dood en opstanding van Christus, de betekenis van Zijn verlossingswerk. De conferentie is niet de plaats om theologische problemen op te lossen die ons verdelen, maar om de boodschap van het Evangelie bekend te maken aan de wereld.”

Corts is hoopvol over het congres. Hij verwacht echter eigenlijk geen bijzondere verklaringen of boodschappen naar de 'groten' der aarde. Het grote zit voor hem vooral in het kleine. „Ik wil twee voorbeelden noemen van de vorige conferentie. Ik ontmoette toen een luthers predikant uit Amerika en een predikant uit Zuid-Afrika. Beiden wisten eigenlijk niet waarom ze in Amsterdam waren. Ze ontmoetten elkaar tijdens een maaltijd. Er groeide vriendschap tussen hen. De gemeente in Amerika steunde vervolgens een bouwproject van deze Zuid-Afrikaanse predikant. Zijn kleine gemeente van 60 leden kreeg een kerk voor ruim 300 mensen. De kerk groeide. Nu zijn er 23 kerken met in totaal 12.000 leden.

Iets dergelijks gebeurde met een christen in India. Hij zei mij dat hij de enige christen was in de deelstaat waarin hij woonde. Nu is hij superintendent van een gemeenschap van 70 kerken en is het aantal christenen in zijn gebied gestegen van 0 tot 6 procent. Kijk, dit soort dingen waren het gevolg van de contacten die zij hier opdeden. Die dingen kun je niet plannen, maar ik weet dat ze gebeuren. Als zoiets nu weer gebeurt, is de conferentie voor mij al geslaagd.”