Forum 16 januari 2001

Huisartsen zitten in de knel

Wanneer het toekomstperspectief van de huisartsenzorg niet verbetert, loopt de gehele gezondheidszorg schade op. Dr. R. Seldenrijk heeft er begrip voor dat de huisartsen aandacht vragen voor de problemen van hun beroepsgroep. Wel vindt hij dat patiënten niet de dupe van de acties mogen worden.

Sinds gisteren voeren huisartsen actie. Het zwaartepunt van die actie is een stakingsdag op 15 februari. Dan worden patiënten doorverwezen naar het ziekenhuis. Nieuwe ziekenfondspatiënten worden voorlopig nog wel geholpen, maar ze worden niet ingeschreven; er wordt een particulier tarief in rekening gebracht bij de zorgverzekeraar. Deze situatie is iets heel ongewoons. De huisartsen zijn dan ook heel erg boos. Zij richten hun gram op minister Borst van Volksgezondheid. Niet eens zozeer omdat het allemaal haar schuld en die van haar voorgangers is, hoewel... Voor de huisartsen staat vast dat de zorgverzekeraars te ongrijpbaar zijn en te onherkenbaar voor het publiek.

Aanvulling
Zorgverzekeraars Nederland is niet tevreden met onze regering en teleurgesteld over minister Borst. Het verwijt van de minister wijst men van de hand: zorgverzekeraars zouden moeilijk doen bij het maken van afspraken, niet bereid zijn met geld over de brug te komen. Maar, zo zegt voorzitter H. Wiegel, laten we ons richten op de echte problemen: wachtlijsten oplossen, werken in de zorg weer aantrekkelijk maken en capaciteit uitbreiden. Wat mij betreft zou ik in dit rijtje ook de medische ethiek, gewetensbezwaarden en palliatieve zorgverlening noemen: ieder mens mag er zijn! Vanwege het intensieve overleg tussen zorgverzekeraars en huisartsen over oplossingen voor de hoge werkdruk in diverse gezondheidsregio's vindt Zorgverzekeraars Nederland schampere opmerkingen van de minister niet op hun plaats. Laat de regering eens over de brug komen!

Nederland geeft minder geld uit aan gezondheidszorg dan andere Europese landen. In 1990 liep ons land nog in de pas met bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk. Wanneer wij nu het been zouden bijtrekken, zou er ongeveer 10 miljard gulden bij moeten om op gelijk niveau met Frankrijk te komen. Duitsland geeft nog eentiende meer uit. Daarom wil Zorgverzekeraars Nederland dat de regering voor het oplossen van problemen in de zorg aan de zorgverzekeraars meer ruimte geeft: meer financiën en minder knellende regels.

In de gezondheidszorg moeten de rollen van overheid, zorgverzekeraar en zorgaanbieder wezenlijk veranderen en dus ook de verhouding tussen de diverse partijen, aldus H. Wiegel. Maar voor welke groep in onze samenleving is het gehele systeem van gezondheidszorg ook al weer opgetuigd? Anders gezegd: zou niet eerst en vooral het belang en de rol van de patiënten moeten worden genoemd? Zorgverzekeraars Nederland denkt de knelpunten te kunnen oplossen door afspraken te maken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Prima, maar met een 'kleine' aanvulling: om problemen in de zorg echt op te lossen, mag in dit besluitvormend overleg de gelijkwaardige inbreng van patiënten niet worden gemist!

Doorstroming
Huisartsen klagen tegenwoordig veelvuldig en met reden over de zware belasting. Er is veel ontevredenheid; de fut raakt er uit. Zij hebben ervoor gekozen anderen te verzorgen en te genezen, maar worden soms letterlijk ziek van hun werk of een soms wel erg assertieve patiënt. Onze ”poortwachter van de gezondheidszorg” moet ook wel heel veel kunnen: van bureaumanager zijn tot weldoener voor de mondige patiënt. Maar willen patiënten eigenlijk wel een zorgmanager aan hun bed? Door het tekort aan huisartsen komt er soms niemand meer aan het ziekbed. Patiënten willen een begrijpende arts, die naar hen luistert, die hen stimuleert hun probleem te bespreken en die betrouwbare informatie en bruikbare adviezen over hun ziekte geeft.

Het ernstige tekort aan huisartsen kon worden voorzien. Hierop is qua huisartsenbeleid niet voldoende geanticipeerd en ook nu nog is het aantal opleidingsplaatsen ontoereikend: de capaciteit moet worden uitgebreid! Bij ongewijzigd beleid zullen er in 2010 vooral in de huisartsengeneeskunde honderden artsen te weinig zijn. Alleen een miljard er tegenaan gooien zal niet helpen. Het aantal geneeskundestudenten dat nu in de pijplijn zit, is namelijk veel te laag. Pas over tien jaar –twee regeringsperioden of twee Olympische Spelen verder– is het probleem mogelijk opgelost, als we tenminste vandaag beginnen: jaarlijks 700 studenten extra, opdat er straks jaarlijks 500 basisartsen kunnen doorstromen in de vervolgopleiding.

Inkorting van de zesjarige studie geneeskunde is in strijd met Europese regels. Bovendien is het niet handig te veel verschillen met opleidingen in omringende landen te hebben. Dan kunnen er namelijk geen buitenlandse artsen instromen in de hogere jaren van de opleiding tot basisarts, huisarts of een andere specialisatie.

Taxikosten
Wanneer het toekomstperspectief van de huisartsenzorg niet verbetert, betekent dit schade voor de gehele gezondheidszorg, omdat de huisarts voor veel patiënten het eerste professionele aanspreekpunt bij vragen/klachten over gezondheid en welzijn is. Door het tekort aan huisartsen worden de dienstdoende huisartsen overbelast. Daardoor komen relatief veel artsen in de ziektewet of worden zij arbeidsongeschikt.

Mevrouw Borst vindt dat huisartsen niet zelf hoeven op te draaien voor de premiestijging die daarvan het gevolg is en waardoor zij dus moeten inleveren op hun inkomsten. Dat is een terechte beleidsbeslissing, maar wel een van de verkeerde kant: dweilen met de kraan open. Er moet juist aan de voorzijde worden gezorgd voor voldoende toevoer van artsen.

Daarbij hoort ook ondersteuning van de praktijkvoering. Mevrouw Borst acht de eisen grotendeels ingewilligd. In de vorige kabinetsperiode is gekozen voor praktijkverpleegkundigen. Deze praktijkverpleegkundigen krijgen een takenpakket dat zal liggen tussen dat van de huisarts en de verpleegkundige. Veel huisartsen hebben echter behoefte aan een betere regeling van diensten. Dat moet worden betaald door de zorgverzekeraars. Die hebben nog heel wat geld op de plank liggen van de 260 miljoen voor de nooit aangestelde praktijkverpleegkundigen. Bovendien hebben ze nog reserves die ze vanaf 2002 niet meer mogen houden en in de zorg moeten steken.

Bij de huisartsenproblematiek kunnen we ook denken aan de regeling van diensten buiten kantooruren. Daarbij komen centrale doktersposten in beeld. Voor veel artsen is dat een aantrekkelijk perspectief: ze draaien weliswaar dienst voor een groter gebied, maar minder vaak. De patiënt schiet er niet zo veel mee op, vooral op het platteland gaan patiënten erop achteruit. Buiten kantooruren kan dat betekenen: lang in de auto zitten en als je geen auto hebt, draai je ook nog op voor de eerste 150 gulden van de taxikosten. Om maar niet te spreken over het verlies van de persoonlijke relatie die vanouds de huisartsenzorg kenmerkte.

Underdog
Huisartsen houden het gewoon niet vol. Door allerlei ontwikkelingen zijn er veel taken bijgekomen. Wat ziekenhuizen en verpleeghuizen over de schutting gooien, komt bij de huisarts. Huisartsen hebben het vaak bijzonder zwaar. Zij hebben nog steeds een prima inkomen, maar veel andere Nederlanders hebben dat ook én genieten vaak betere secundaire arbeidsvoorwaarden. In het weekend is een monteur voor een wasmachine duurder dan een huisarts voor een ernstig ziek kind. Daarom is het terecht dat huisartsen in het geweer komen. Tegen de achtergrond van wat inmiddels is gebeurd en toegezegd, zijn het acties met de stroom mee. Dat maakt hen minder geloofwaardig als underdog.

De patiëntenorganisatie beseft dat de huisartsen het zat zijn en wil hen daarom graag ondersteunen – maar de continuïteit van de zorg mag niet in gevaar komen, ook niet op de speciale actiedag 15 februari. Daarover zal de NPCF (koepel van patiëntenorganisaties) aanstaande donderdag spreken met de Landelijke Huisartsenvereniging. Een belangrijk aandachtspunt is dan ook dat deze acties patiëntvriendelijk worden uitgevoerd, want patiënten zijn het slachtoffer, evenzeer als de huisartsen, en mogen daarbij niet ook nog slachtoffer worden van de huisarts zélf.

De auteur is directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging.

Zie ook:
De voor 15 februari geplande staking van huisartsen mag niet doorgaan(12 januari 2001)