Forum 5 december 2000

Zie ook: Alleen bij hoge uitzondering ingrijpen in opvoeding
(28 november 2000)

Kerk moet ouders
helpen bij opvoeding

Als ouders er niet in slagen hun kinderen een goede opvoeding te geven, moet ingrijpen van buitenaf mogelijk zijn, zo stelde prof. Baartman van de Vrije Universiteit in Amsterdam op 23 november op deze pagina. Drs. L. A. Rijksen is niet voor hulpverlening aan alle jonge ouders. Zij pleit voor opvoedingsondersteuning vanuit de christelijke gemeente. Uit contacten met ouders weet zij dat er veel behoefte is aan assistentie bij het opvoeden van kinderen. Ds. P. Mulder reageerde op 28 november op het artikel van Baartman.

In zijn artikel ”Sneller ingrijpen als opvoeding mislukt” in het RD van 23 november pleit prof. dr. H. Baartman voor een systeem waarin als vanzelfsprekend met alle jonge ouders wordt vastgesteld of assistentie bij hun taak gewenst is. Hij stelt voor het systeem van ouder-en-kindzorg en van prenatale zorg hiervoor te gebruiken in plaats van daarin alleen zorg te besteden aan het lichamelijk welzijn van moeder en kind.

Hij wil voorkomen dat elk ongevraagd aanbod van steun ervaren wordt als een schending van een recht van ouders door te wijzen op de samenhang tussen het recht van ouders op autonomie en het recht van een kind op adequate zorg.

Gemeente
In de christelijke opvoeding spreken wij niet gauw over een recht op autonomie. Ouders krijgen hun kinderen als gave van God, maar ook als opgave. De ouders zijn de eerstverantwoordelijken voor de opvoeding van hun kinderen. Het dragen van deze verantwoordelijkheid vraagt dat ouders bereid zijn verantwoording af te leggen over hun wijze van omgaan met deze verantwoordelijkheid. Bij de doop hebben zij immers beloofd hun kind naar Gods Woord op te voeden en te onderwijzen.

Zoals de Heere zijn kinderen van alle goed wil verzorgen en alle kwaad van hen wil weren of hun ten beste wil keren, zo mogen ook de ouders omgaan met hun kinderen in de dagelijkse praktijk van de opvoeding.

De (christelijke) opvoeding is een verantwoordelijke taak. Maar ook in de christelijke gemeente zien wij dat onze cultuur rond ouderschap er vaak een is van afzijdigheid. Ouders worden soms in een preek aangesproken op hun verantwoordelijkheden in de opvoeding, maar het als gemeente samen zorg dragen voor de kinderen der gemeente is een vaak vergeten aspect.

Kinderen hebben door hun geboorte en doop in de christelijke gemeente echter recht op zorg, de zorg van hun ouders maar ook van de leden der gemeente die de ouders helpen onderwijzen.

Investeren
Baartman constateert terecht dat er geen relatie is waarin men als volwassene zo veel investeert als in de relatie met zijn kinderen. „Als ouder investeren in een kind (of het nu van jezelf is of van een ander) betekent dat je met hart en ziel en met heel je hebben en houden betrokken bent op het welzijn van dat kind”, aldus Baartman.

Door de liefde en zorg die ouders hun kinderen betonen ontstaat een vertrouwensrelatie waardoor het kind zich met de ouders gaat identificeren, net als hen wil zijn en hun normen en waarden wil overnemen.

Het zich eigen maken van normen en waarden vindt echter plaats in het spanningsveld tussen enerzijds het geneigd zijn tot alle kwaad en anderzijds het geroepen zijn tot het dienen van God.

In de relatie tussen ouders en kinderen is daarom aan ouders het gezag gegeven ten bate van het kind en zullen zij hun kinderen moeten aansporen dat gezag te beantwoorden met gehoorzaamheid.

Het kind moet in de relatie met de ouders erop kunnen vertrouwen dat zij, zowel in opvoeding als in onderwijs, het beste voor hem zoeken.

Ouders zoeken binnen het kader van hun persoonlijke omstandigheden hun eigen vorm voor het beste in de verzorging, de opvoeding en het onderwijs van hun kinderen.

Daarbij is het een kwestie van geven en nemen, zoals Gerda Starreveld (jeugdhulpverleenster) eens schreef in het periodiek van de Stichting Gereformeerde Jeugdzorg. „Ouders zijn genoodzaakt meer te geven dan te ontvangen ten opzichte van hun kinderen. Dat begint bij de onbeholpen, afhankelijke baby die dag en nacht verzorgd moet worden. Dat gaat door tot en met de opstandige puber die zijn ouders nodig heeft, onder andere als stootkussen om zijn weg te vinden in het leven. Daarom kan verzorgen en opvoeden soms als een uitputtingsslag worden ervaren.”

Hulp bij opvoeding
Ouders ervaren het vaak als een opluchting als zij van anderen horen dat die uitputtingsslag herkenbaar is. Gesprekken tussen moeders bij het schoolhek, wachtend op de kleuters, geven soms een stukje van de broodnodige ondersteuning bij de dagelijkse opvoeding.

Zouden wij echter in de christelijke opvoeding niet veel meer ondersteuning moeten bieden? Niet afwachten tot het is misgegaan, maar ouders hulp bieden bij de heel gewone opvoeding in het gezin.

Baartman heeft gelijk als hij stelt: „Een ouder die zich gerespecteerd voelt in zijn wens zorg te dragen voor het welzijn van een kind, zal bemoeienis die aansluit bij die wens en gericht is op het realiseren van die wens eerder verwelkomen dan een ouder die zich vooral voelt aangesproken op een tekort.”

Ouders, moeders blijken op ouderavonden in de school of lezingen voor de vrouwenvereniging onderwerpen rond de opvoeding zeer op prijs te stellen. Uit de vragen die zij bij deze gelegenheden stellen, blijkt dat zij de steun en erkenning van medeopvoeders hard nodig hebben.

Kerk
Het zou een taak van de kerk behoren te zijn ouders hulp te bieden bij de opvoeding van hun kinderen. Niet alleen in de preek of het huisbezoek. Oudercursussen binnen kerkelijke kring kunnen ouders hulp bieden door informatie te geven, maar ook door hen in vertrouwen het gesprek met elkaar over de opvoeding aan te laten gaan. Om zo elkaar te ondersteunen in het onderwijzen of doen (en te helpen) onderwijzen.

Daarom pleit ik niet zozeer voor een systeem zoals Baartman voorstelt, waarin als vanzelfsprekend met alle jonge ouders wordt vastgesteld of assistentie bij hun taak gewenst is, maar vooral voor preventieve opvoedingsondersteuning vanuit de christelijke gemeente.

De auteur is docente opvoedkunde aan de Christelijke Hogeschool De Driestar in Gouda.