Mensen willen steeds meer doen in hun krappe tijdDoor drs. H. van den Berge TILBURG Van een 24-uurseconomie is absoluut geen sprake. Tenminste, dat zegt drs. K. Breedveld. De wetenschapper maakt zich niet zulke zorgen als de kerken en maatschappelijke organisaties. Wel waarschuwt hij voor de toenemende stress in de samenleving. De mensen hebben te hoge ambities. RMU-directeur P. Schalk meent dat er echter meer aan de hand is. In Nederland is er geen 24-uurseconomie, stelt Breedveld, die begin volgend jaar op de Katholieke Universiteit Tilburg hoopt te promoveren op dit onderwerp. Uit onderzoek blijkt dat tussen 1975 en 1995 de hoeveelheid werk dat 's avonds, 's nachts of op zaterdag of zondag wordt verricht, is gestegen van 12,7 naar 14,2 procent. Er is dus geen grote toename. Wel stijgt het aantal mensen dat met gespreide werktijden te maken heeft iets. In 1995 gold dit voor 55 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het gaat echter om een beperkt deel van de arbeidstijd, soms maar om één avond in de week. Hoewel uit de cijfers niet blijkt dat het werken op 'ongewone' tijden sterk toeneemt, is er volgens RMU-directeur Schalk toch wel degelijk sprake van een verschuiving. In 1975 ging het 's avonds en in de weekeinden vooral om noodzakelijke arbeid in bijvoorbeeld de procesindustrie zoals de chemie. Deze processen moeten om economisch-technische redenen 24 uur doordraaien. Sinds 1975 is de werkgelegenheid bij de procesindustrie mede door de automatisering echter verminderd. Dat het percentage werkenden op andere tijden stijgt, betekent dan ook dat er meer andersoortige arbeid wordt verricht in bijvoorbeeld de horeca en het toerisme. Er is heel duidelijk een trend richting een 24-uurseconomie. Winkeltijdenwet Als oorzaak van de toename van de gespreide werktijden wijst Breedveld op de individualisering. Veel mensen willen zelf kunnen bepalen wanneer ze werken, winkelen of vrij nemen. Met name een doordeweekse vrije dag is populair om de drukte in de stad op zaterdag te ontlopen. Een andere reden voor gespreide werktijden is dat bedrijven hun machines en dergelijke beter willen benutten. Ook is er een behoefte om de infrastructuur zoals wegen beter te gebruiken. Door een tweetal in 1996 ingevoerde wetten is het bestaande dag- en weekritme 's avonds en zaterdags en zondags vrij onder druk komen te staan. De nieuwe Arbeidstijdenwet maakt het werkgevers gemakkelijker om hun personeel op flexibele tijden te laten werken. Bovendien heeft de Winkeltijdenwet een verruiming van de openingstijden mogelijk gemaakt in de avond en op zondag. Breedveld heeft echter de indruk dat de verschuivingen wel meevallen. Begin deze eeuw werkten de mensen 70 uur per week en nu amper 40 uur. Er wordt nu alleen wat vaker tot 's avonds 6 of 7 uur gewerkt, waardoor de mensen later thuis zijn. Bovendien zijn sommige winkels een paar uur langer open. Maar er is zeker geen sprake van een 24-uurseconomie. We leven hooguit in een 14-uurseconomie. Zondag Een trend hierbij is wel dat er vaker zondags wordt gewerkt en dat steeds meer mensen een andere dag als rustpunt hebben. Breedveld vindt het logisch dat het traditionele beeld van de zondag als rustdag verwaterd. We leven in een multiculturele samenleving. Het kerkbezoek neemt af. In 1975 ging nog 22 procent van de Nederlanders naar de kerk, in 1995 was dat gezakt tot 13 procent. De mensen doen gewoon iets anders. Ze gaan wandelen, winkelen, familie bezoeken, tuinieren, etcetera. Ik geloof echter niet dat het sociale belang van de zondag wordt aangetast. Nu er ook 's avonds al mag worden gewerkt, is de zondag het laatste bastion wanneer iedereen vrij is. Misschien verklaart dit ook dat mensen de avondopenstelling van winkels veel meer waarderen dan de zondagsopenstelling, zegt de wetenschapper. Schalk is er helemaal niet zo gerust op dat de zondag bij de flexibilisering buitenspel blijft. De RMU hecht eraan dat de eerste dag van de week een collectief moment van rust blijft. Dat moeten we niet opgeven omdat er andere leefpatronen in ons land komen. De zondag is de dag van God die we moeten besteden in Zijn dienst en tevens om tot rust te komen. Daarvoor heeft de Heere na de schepping de zondag gegeven. Kostwinner Hoewel de arbeidstijd per werknemer is afgenomen, is die per huishouden juist gestegen. Door de emancipatie gaan steeds meer vrouwen werken. Jaarlijks neemt het aantal tweeverdieners toe met 90.000. Van de 3,3 miljoen echtparen in 1996 hadden in 2,3 miljoen gevallen beide partners een inkomen. Breedveld: Sinds begin jaren zestig werkte de man als enige kostwinner vijf dagen per week. Het ideaalbeeld van nu is dat de man gemiddeld vier dagen werkt en de vrouw drie. Bij elkaar is dat wel een zevendaagse werkweek. Dat is vooroorlogs. Een groot nadeel van de ontwikkeling naar flexibilisering is wel dat het leidt tot een tweedeling in de maatschappij. Vooral de hoogopgeleide tweeverdieners drongen aan op ruimere openingstijden. Deze groep heeft een goede baan op veelal normale werktijden en kan 's avonds gaan winkelen, terwijl de lager opgeleide werknemers meer 's avonds mogen gaan werken, terwijl de toeslagen daarvoor verdwijnen. Volgens de wetenschapper moet de flexibilisering nauwlettend in de gaten worden gehouden. Zo'n twee jaar na de invoering van de nieuwe wetten kan 1998 wellicht het jaar van de ommezwaai worden. Toch verwacht ik niet dat er een 24-uurseconomie gaat komen. Ik denk dat we in een maatschappij leven waar de werkgevers verstandig genoeg zijn om niet het onderste uit de kan te willen halen. Ze moeten rekening houden met het gezinsleven. Dat kan als de ondernemers ervoor zorgen dat de werktijden niet al te onregelmatig zijn. De werknemers moeten voldoende avonden en weekenden vrij zijn. Stress Over de actie van de kerken en maatschappelijke organisaties zoals FNV, CNV en RMU tegen de 24-uurseconomie is Breedveld kritisch, omdat in de praktijk vooralsnog niet blijkt dat er sprake is van een sterke verschuiving in de werktijden. De stellingname tegen de Winkeltijdenwet, die dit jaar wordt geëvalueerd, snijdt volgens hem meer hout. De verruiming van de openingstijden is wel erg snel ingevoerd. Bij de besluitvorming in de Tweede Kamer was er over heel veel punten nog twijfel. De actie heeft de discussie over dit onderwerp weer losgemaakt en dat is goed. Vooral de kleine winkeliers zitten in de problemen. Het doel van de langere openingstijden is dat mensen de vrijheid krijgen om te kopen en verkopen wanneer ze dat willen. Breedveld vindt dat de Winkeltijdenwet van minister Wijers van economische zaken vooral door de kerken wordt gebruikt om ook het probleem van de economisering van de samenleving aan de orde te stellen. De mensen willen steeds meer activiteiten in hun krappe tijd doen. Geld verdienen, winkelen, een ander huis, vakantie etc. Bij hen gaat het niet zozeer om een 24-uurseconomie, maar om een 24-uursconsumeermarkt. De mensen hebben echter te hoge ambities. Ze hebben niet in de gaten dat een 24-uurseconomie niet helpt. Ze blijven tijd tekortkomen en dat leidt tot een voortdurende haast, tot stress en op een gegeven moment tot gezondsheidsproblemen. Bovendien worden mensen egoïstischer. Ze kijken primair naar hun eigen behoeften en hebben minder oog voor hun omgeving. Deze ontwikkeling is zeer zorgelijk. Dubbelbaners RMU-directeur Schalk heeft er geen vertrouwen in dat het goed gaat met de gespreide werktijden. Hij hekelt vooral de opstelling van de paarse coalitie. De vrijheid van het individu staat op alle fronten voorop. Het streven is om in 2010 de betaalde arbeid binnen een gezin gelijk over de man en vrouw te verdelen, zodat ze economisch niet afhankelijk van elkaar hoeven te zijn. Bij belangrijke maatregelen zoals het nieuwe belastingstelsel en regels rondom de arbeidstijden wordt hierop ingespeeld. Het gevolg is dat één baan niet voldoende meer is voor een gezinsinkomen. De partner moet dan dus ook gaan verdienen, met alle gevolgen voor het gezin van dien. Schalk verwacht dat de mensen door de koers van 'paars' gedwongen worden om in andere patronen te gaan leven. Het aantal mensen met twee banen neemt sterk toe. Er zijn nu al 320.000 zogenaamde dubbelbaners, die bij twee werkgevers hun brood verdienen. Dat is voor een deel nog hun eigen keuze. Het zal voor de gezinnen met een lager inkomen in de toekomst echter noodzakelijk worden om als tweeverdiener of dubbelbaner het gezin te onderhouden. Onder het mom van een streven naar meer vrijheid voert de regering allerlei veranderingen door, maar in de praktijk is het een schijnvrijheid. De mensen worden in een keurslijf gedwongen, ze worden gevangen in het web van de economie. |