Rusland wellicht niet tegen VN-resolutie

EU: Desnoods geweld
tegen Servische troepen

De Europese ministers van buitenlandse zaken riepen in Luxemburg de Verenigde Naties op een resolutie uit te werken die militair optreden tegen Belgrado mogelijk maakt. De NAVO zou die dan moeten uitvoeren.

De Russische minister van defensie Igor Sergejev liet gisteravond doorschemeren dat Rusland zich niet tegen een VN-resolutie in deze zin zou verzetten. De NAVO buigt zich donderdag over mogelijke opties voor militaire actie, al wordt er geen snel besluit verwacht.

Duitsland zou proberen Moskou ertoe over te halen zich aan te sluiten bij de sancties van de EU. De Russische president Boris Jeltsin bracht gisteren met enkele ministers een bezoek aan Duitsland om advies te vragen over de financiële crisis waarin Rusland verkeert. De Russische minister van buitenlandse zaken Jevgeny Primakov zei voorafgaand aan een diner met zijn Duitse ambtgenoot Klaus Kinkel echter dat Rusland de sancties niet zou steunen.

De etnisch Albanese leider Nekibe Kelmende verwelkomde in Pristina, de hoofdstad van Kosovo, de nieuwe sancties, maar noemde deze slechts „een kleine stap” vergeleken bij de situatie in de provincie. „De NAVO zou betrokken moeten worden in Kosovo, omdat het Servische regime ervaring heeft met sancties en manieren weet om ze te omzeilen. Het is een regime dat alleen de taal van geweld respecteert”, aldus Kelmende, de leider van de grootste etnisch Albanese partij in de provincie, de Democratische Liga van Kosovo.

Het EU-besluit kwam tot stand na een moeizaam debat. Duitsland, Oostenrijk en Nederland drongen aan op een harde opstelling. Pas na „een bikkelhard gevecht” gingen ook Groot-Brittannië en Frankrijk, beide lid van de Veiligheidsraad, schoorvoetend akkoord, aldus Van Mierlo.

Minister Voorhoeve (Defensie) zei zondag al dat hij precisiebombardementen tegen doelen in Servië niet uitsloot. De Tweede Kamer volgt deze harde lijn. Ze sprak zich gisteren uit voor een Nederlandse bijdrage aan een eventuele troepenmacht langs de grenzen van Kosovo. Ook staan ze positief tegenover deelname aan een eventueel militair ingrijpen tegen de Serviërs.

Tevens besloot de EU-Raad tot hardere economische sancties tegen Belgrado. Met onmiddellijke ingang zetten ze de investeringen stop en de Europese Commissie bereidt voor eind juni maatregelen voor om de Servische tegoeden in het buitenland te bevriezen.

De strafmaatregelen gelden niet voor Montenegro, dat samen met Servië Joegoslavië vormt, omdat daar president Djukanovic oppositie voert tegen Milosevic.

Ook de Verenigde Staten besloten gisteren opnieuw strafmaatregelen in te stellen. Investeringen in Servië zijn verboden en tegoeden van de regering van Joegoslavië (Servië en Montenegro) worden bevroren.

Moordpartij
De EU en de VS waren het vorige maand al eens geworden over de sancties. Die werden echter niet in werking gesteld, omdat Belgrado toch bereid bleek met de Kosovo-Albanezen te gaan praten. Desondanks duurde het Servische geweld in Kosovo voort, aldus Washington.

De EU-ministers verlangen tevens de terugkeer van de tienduizenden Albanese vluchtelingen naar Kosovo. Ruim 45.000 Kosovaren zijn hun huis ontvlucht en naar verwachting zullen er nog 25.000 volgen.

Ondanks de stroom vluchtelingen krijgen hulporganisaties nog steeds geen toestemming naar Kosovo te gaan. Het Rode Kruis wil dat er onmiddellijk corridors worden geopend zodat hulpgoederen naar het gebied kunnen gaan.

De Albanese minister van buitenlandse zaken, Paskal Milo, waarschuwde op een Balkantop in Istanbul dat Belgrado in Kosovo een moordpartij zoals in Bosnië enkele dagen eerder wil doorvoeren. Zijn Griekse collega Pangalos stelde echter dat Kosovo een binnenlandse aangelegenheid is.