Binnenland

Onbaatzuchtige SP'er De Wit is geen nieuweling

Lid van een uitgekiend P-team

Door A. de Jong
DEN HAAG – Maar liefst drie nieuwe leden mag de SP-fractie in de Tweede Kamer volgende week verwelkomen. Marijnissen, van oorsprong lasser en worstenmaker, en Poppe, ooit onder meer zeeman en kunstschilder, krijgen versterking van een drietal academici. Een kennismakingsrondje is op de eerste fractievergadering niet nodig.

Als er één fractie is met een langetermijnvisie, zowel beleidsinhoudelijk als op het gebied van personeel en organisatie, is het die van de SP. Alledrie de nieuwe kamerleden, mr. J. de Wit, mevrouw dr. A. Kant en drs. H. van Bommel, draaien al diverse jaren mee als fractiemedewerker. De leden van het “P-team” (de p staat voor politiek), zoals dat bij de Socialistische Partij zo fraai heet, weten exact hoe in het grote kamergebouw met zijn vele gangen, commissies en procedures, de hazen lopen.

Personele unie
De benaming “nieuwkomer” is op de jurist Jan de Wit dan ook nauwelijks van toepassing. De Wit is vanaf 1994 als fractiemedewerker aan de Tweede-Kamerfractie van de SP verbonden. Sinds 1995 is hij tevens senator. „Op deze manier houdt de SP de lijntjes tussen Eerste en Tweede Kamer kort”. De Wits plaats in de Eerste Kamer wordt volgende week ingenomen door B. Ruers.

Bij het opstellen van de kandidatenlijst is de Socialistische Partij zakelijk te werk gegaan. De bekwaamheid van de kandidaten stond voorop. Zo kan het gebeuren dat volgende week een nieuw SP-kamerlid aantreedt met flinke kennis op het gebied van volksgezondheid: Agnes Kant is epidemiologe en een jaar geleden gepromoveerd op de organisatie van bevolkingsonderzoeken. Harry van Bommel is politicoloog en met name deskundig op onderwijsgebied.

Ook met de vakbekwaamheid van Jan de Wit zit het wel goed. Hij weet veel van de sociale zekerheid, van het huurrecht en van arbeidsomstandigheden. Die kennis heeft hij in eerste instantie opgedaan in zijn advocatenpraktijk in Heerlen. De Wit: „Mijn twee maten en ik hielden ons uitsluitend bezig met de sociale advocatuur, rechtshulp die voor 95 procent door de overheid wordt gefinancierd”.

Niet rijk
Collega-advocaten verklaarden De Wit voor gek. Zelf zegt hij: „Ze hadden in zoverre gelijk dat je van de sociale advocatuur niet rijk wordt. Sterker nog: je moet keihard werken om daarin je boterham te verdienen. Alleen door heel veel zaken aan te nemen, kun je het hoofd boven water houden”.

Op een dergelijke manier een advocatenkantoor runnen, kun je alleen als je onbaatzuchtig en sociaal gedreven bent. Dat was en is De Wit. „Veel advocaten doen de door de overheid gefinancierde rechtshulp er nolens volens (tegen wil en dank, AdJ) bij. De aandacht die zij eraan besteden is verhoudingsgewijs minimaal. Geen wonder dat huurders en uitkeringsgerechtigden tegenover verhuurders, overheid en uitkeringsinstellingen vaak aan het kortste eind trekken. Laatstgenoemden hebben vaak voldoende geld om dure, kundige advocaten te betalen”.

Haastje-repje
Deze situatie was De Wit een doorn in het oog. Door zich samen met zijn maten te specialiseren in het huurrecht, socialezekerheidsrecht en arbeidsomstandighedenrecht probeerde hij klassenjustitie tegen te gaan. Regelmatig wist hij door zijn vasthoudendheid Jan met de pet een juridische overwinning te bezorgen. „Veel advocaten nemen voor de eenvoudige man geen tijd. Het moet allemaal haastje-repje. Maar als je goed uitvraagt wat nu precies het probleem is, wordt de kans om de rechtszaak te winnen veel groter”.

Het als advocaat opkomen voor minderbedeelden heeft echter zijn beperkingen, zo ervoer De Wit. „Soms zitten wetten gewoon zodanig in elkaar dat ze per definitie nadelig uitwerken voor huurders of arbeiders. Om daar iets tegen te kunnen doen, moet je parlementariër zijn, liefst lid van de Tweede Kamer”.

Nog een week en De Wit, die al begin jaren zeventig lid werd van de SP en voor zijn partij dertien jaar in de gemeenteraad van Heerlen zat, kan op zijn kamerstoel plaatsnemen.

Opgewonden
Hij mag er, met een fors versterkte fractie, tegenaan. Aan onderwerpen geen gebrek. „Waar ik me bijvoorbeeld vreselijk over heb opgewonden, is het plan van Melkert en De Grave om nog meer marktwerking in de sociale zekerheid toe te staan. Vlak voor de verkiezingen kwamen ze daarmee. Ik ga daar zeker een punt van maken”.

Andere nieuwkomers
in de Kamer:

Siem Buijs (CDA)
Judith Belinfante (PvdA)