Binnenland 23 augustus 2000

„Neerleggen van ambt mag
niet lichtvaardig gebeuren”

Door A. de Jong
VEENENDAAL – Vorige week legde dr. ir. M. van Rooijen, SGP-fractievoorzitter in de raad van Katwijk, het bijltje erbij neer. Hij wil en kan geen verantwoordelijkheid dragen voor het legaliseren van een bordeel in zijn gemeente. Dr. R. Bisschop, SGP-fractievoorzitter in Veenendaal, begrijpt zijn reactie heel goed. „Toch moet ik er niet aan denken dat alle SGP'ers zo zouden reageren.”

Bisschop, die al veertien jaar in de Veenendaalse gemeenteraad zit, kan zich vanuit zijn eigen praktijkervaring goed voorstellen dat een SGP-raadslid op een gegeven moment de aanvechting krijgt met zijn werk te stoppen. „Ik denk dat elke SGP'er daar op korte of lange termijn mee te maken krijgt. Als je de zaak ziet ontsporen, als er besluiten worden genomen waarvan je zeker weet dat ze niet naar Gods Woord zijn, als dat een aantal keren achter elkaar gebeurt, dan krijg je zware teleurstellingen te ervaren. Niet omdat jij het politieke spel hebt verloren, maar omdat je ziet dat Gods eer wordt aangetast.”

Toch mag dat terechte gevoel van teleurstelling er niet zomaar toe leiden dat men zijn ambt neerlegt, vindt Bisschop. „Zoiets mag nooit een lichtvaardig besluit zijn. Ik ben er in zijn algemeenheid beducht voor dat je in een opwelling zegt: Ik ben het zat. In mijn ogen is zo'n besluit alleen te rechtvaardigen als je het na rijp beraad voor God en je geweten niet langer kunt verantwoorden bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen.”

Van Rooijen heeft het ook zó beleefd.

„Daar ben ik van overtuigd. Maar zelf zou ik in zijn situatie niet dit besluit genomen hebben. Het is mij niet duidelijk waarom juist dit het moment zou zijn dat voor een SGP'er de grens is bereikt. In de meeste gemeenten is sluipenderwijs via de legesverordening partnerregistratie geaccepteerd, al lang voor het homohuwelijk werd geïntroduceerd. Was dát dan niet een moment waarop je moest zeggen: Ik kan dit niet meer dragen?”

Roeping
Het Veenendaalse raadslid ziet zijn politieke bezigzijn vooral als een opdracht. „Als je uit bent op succes, is je teleurstelling snel groter dan wanneer je je werk ziet als –vergeef me de zware term– roeping. Ik zie het als een opdracht: ik moet mijn werk zo goed mogelijk doen. En daarna is het in zekere zin van mij af. Bovendien probeer ik mezelf steeds voor te houden dat mijn succes niet per definitie het beste is voor de samenleving. Ook gebeurt er niets bij geval. Zelfs als je denkt: Hier worden dingen besloten die volgens Gods Woord niet mogen, dan nog mag je geloven dat het ten diepste goed gaat. God heeft alles in de hand, Hij heeft met alles Zijn bedoeling, er gaat niets buiten Zijn voorzienigheid om. Die gedachte kan je, ook in je raadswerk, een zekere gemoedsrust geven.”

Kan er toch niet een moment komen dat een SGP'er om principiële redenen zijn werk als raadslid moet neerleggen?

„Jawel, maar het is niet gemakkelijk aan te geven wanneer dat moment is aangebroken. Ik vind eigenlijk dat meerdere partijgenoten het erover eens zouden moeten zijn dat we bij zo'n moment zijn aangeland. Zoals het bij christenen in het Romeinse Rijk een breed gedragen gedachte was dat openlijke keizerverering de grens was. Als wij in overdrachtelijke zin een offer zouden moeten brengen aan de afgoden, stopt het dus echt. Maar dan hebben we het over meer dan alleen een subjectief gevoelen.”

Hoe stelt u zich in Veenendaal op ten aanzien van de bordeelwetgeving?

„In onze gemeente ligt er een collegevoorstel om in feite één, reeds bestaande, seksinrichting, te legaliseren. Dat is bovendien het enige bordeel in de regio. Rhenen en Renswoude bijvoorbeeld blijven ervan gevrijwaard. Het zal duidelijk zijn dat SGP-fractie in Veenendaal tegen dit voorstel is. Je legitimeert er het kwaad mee. Als het erop aankomt, zullen we daarom tegenstemmen. Maar tegen al mijn partijgenoten in het land wil ik zeggen: Leg niet te snel het hoofd in de schoot. Zo is het bijvoorbeeld nog niet glashelder of een nuloptie via de weg van de ruimtelijke ordening echt onmogelijk is. Kun je de vestiging van een bordeel in een bestemmingsplan niet onmogelijk maken, gezien de overlast en dergelijke? Het is de moeite waard dergelijke routes uit te proberen.”

Kerken
Erg belangrijk vindt Bisschop het als plaatselijke kerken zich bij bepaalde belangrijke politieke discussies tot de overheid richten en vanuit Gods Woord een appèl laten uitgaan. „Dat moeten de kerken zo breed mogelijk doen. De samenleving heeft daar alleen maar baat bij. Daarnaast zijn er nog andere mogelijkheden. Zo hebben jongeren in Veenendaal tijdens de debatten over zondagsopenstelling van winkels duizenden handtekeningen opgehaald. Uiteindelijk is die zondagsopenstelling in onze gemeente op een wonderlijke wijze niet doorgegaan. Dat is Gods hand geweest.”

Als het op een stemming aankomt, stemt u tegen het collegevoorstel. Hoe verhoudt zich dat tot uw ambtseed?

„Als je de eed aflegt, zweer je dat je trouw zult zijn aan de Grondwet en dat je de rijkswetten zult handhaven. Je zweert ook dat je naar eer en geweten je werk zult doen. Dat laatste is niet onbelangrijk. Mijn geweten is gevormd door Gods Woord. Het kan gebeuren dat een landswet mij in gewetensconflict brengt.

Als zich in de afgelopen jaren zo'n situatie voordeed, hebben wij als fractie steeds gezegd: Hier kunnen wij niet anders dan gewoon op tafel te leggen wat ons probleem is en eerlijk aangeven waarom wij tegen moeten stemmen. Wij zijn ons er dan van bewust dat wij eigenlijk in strijd handelen met onze ambtseed. Maar dat is een situatie waarin de wetgever een volksvertegenwoordiger niet zou mogen plaatsen.”

Dit is het tweede deel in een vierdelige serie. Morgen burgemeester Schutte van Urk.

Zie ook:
Graafstroom worstelt met bordeelbeleid

Papendrecht wijzigt locatie bordelen

Eerdere berichtgeving:
SGP'er Van Rooijen: Voor mij is de grens nu echt bereikt - 22 augustus 2000

SGP'er stapt op na bordeelbesluit - 19 augustus 2000