„Vooral de reportages over schippersgezinnen zijn leuk”
Joop Blom (59) leest Schuttevaer gratis. De eigenaar van bunkerstation Delta in Dordrecht verkoopt losse exemplaren. „Maar ik moet zeggen dat ik er niet vaak naar grijp.”
Zijn bedrijf aan de Dordtse Hooikade is een drukbezochte ontmoetingsplaats voor de binnenvaart. Schippers kunnen er dag en nacht tanken. Dat gebeurt vaak tijdens het varen op de rivier. „Je bent al gauw een uur bezig en dat gaat anders van de vaartijd af. De meesten willen hun vaartijd zo goed mogelijk benutten. Daarom gebruiken wij bevoorradingsboten.”
Blom kwam bijna 41 jaar geleden voor het eerst bij Delta. Losse exemplaren van Schuttevaer werden toen volop verkocht. „Ik denk vanaf het begin het bunkerstation, in 1955.”
De animo voor de aankoop van een krant is veel minder geworden. „Voorheen gingen er wel twintig kranten per week de deur uit. Nu worden er nog drie exemplaren afgeleverd en het gebeurt dat ik daarvan twee overhoud”. Eén klant komt met enige regelmaat terug. „Dat is een voormalige schipper hier uit Dordt. Met zijn scootmobiel komt hij een krant halen.”
De tanende belangstelling voor de losse verkoop wijt Blom onder meer aan de opkomst van internet. „De jongere generatie blijft op die wijze op de hoogte.” Daarnaast is de concurrentie groot. „Er zijn gratis bladen bijgekomen zoals de Binnenvaartkrant en de Scheepvaartkrant. Ik heb ze hier ook liggen. Die halen hun inkomsten uit advertenties, maar maken de spoeling dunner.”
Het maritieme blad Schuttevaer is wel exclusiever, vindt hij. „Soms staan er reportages in over familiebedrijven. Of over een jong gezin dat start. Dat zijn leuke, menselijke verhalen.” Ook over de veranderingen in de Europese regelgeving met betrekking tot de vergroening in de binnenvaart is Blom geïnteresseerd. Hij heeft er dagelijks mee te maken. „Maar op andere manieren blijf je ook wel op de hoogte.”
Als het gaat om het taalgebruik en afwerking is hij heel tevreden. „Schuttevaer is een nette krant.” Op het Reformatorisch Dagblad heeft hij wel een abonnement. „De belangrijkste lezer is mijn vrouw.” Bij Delta wordt ook het RD los verkocht. „Maar ook dat is tegenwoordig mondjesmaat. Delta fungeert ook als postadres voor verschillende schippers. Als ze zaterdags hun spullen ophalen, wordt er nog weleens eentje meegenomen.”
Over vijf jaar wil hij zeker tot 6000 tot 7000 digitale abonnees noteren. „Hoeveel dat er nu zijn, kan ik uit concurrentieoverwegingen niet zeggen.” Toch zal de aandacht voor de papieren versie niet verslappen, geeft hij aan. „Onze doelgroep is daaraan sterk gehecht. Na een jarenlange daling zien we ook een kentering ten goede bij de papieren versie.”
Quist omschrijft de abonnees als „een loyale groep. Die bestaat niet alleen uit schippers en vissers, maar strekt zich breed uit over iedereen die belangstelling heeft voor de maritieme sector. We zijn een vakblad, maar hebben anderzijds ook veel aandacht voor human interest.” Hij ziet de toekomst voor zijn blad zonnig in. „Over vijf jaar zijn we met stip het grootste maritieme nieuwsblad van Nederland.”
Onder de vissers en binnenvaartschippers bevindt zich een flinke groep orthodox-protestantse lezers. „Misschien wel een kwart. Wij zijn ons daarvan zeer wel bewust en houden daar rekening mee. Zo zullen uitingen die linken aan de overtuiging, geschreven door iemand die voor ons in Werkendam werkt, zeker niet geschrapt worden. Rond de Kerst hebben we een overdenking en ook berichten waarbij de kerk een rol speelt in het maritieme leven, krijgen een plek in onze kolommen.”
Jaargang: 134 (sinds 1888)
Verschijningsfrequentie: wekelijks op vrijdag
Oplage: 6000
Uitgever: ProMedia
serie Mijn vakblad
Het RD is met zijn 50 jaar een relatief jonge krant. Vakbladen bestaan vaak langer. Waarom lezen mensen die? Deel 3 in een serie. Vrijdag deel 3.