Zeeuwse melkveehouder Cazant: Ik zou Boerderij niet graag missen
Henk Jan Cazant (33) uit het Zeeuwse Ritthem leest al vanaf zijn jeugd Boerderij. „Dat ging over van vader op zoon.”
De melkveehouder zou het vakblad niet graag missen, maar is wel kritisch over de kosten. „Als ik niet gewend was om het te lezen, weet ik niet of ik er weer aan zou beginnen.”
Cazant melkt ruim 110 melkkoeien. „Op een dikke 40 hectare grond verbouwen we eigen ruwvoer. Daarnaast heb ik een klein stukje natuurgebied in beheer.”
In de ouderlijke woning lag altijd Boerderij op tafel, zo ook bij Cazant. „Het blad komt iedere dinsdag in de bus.” De boer kijkt daarnaast elke dag even op de internetpagina’s van het blad. „Voor het actuele nieuws. Wekelijks krijg ik verder nieuwsbrieven, maar de inhoud daarvan vind ik meestal op de nieuwssite terug.”
Hij vindt het blad ten diepste te duur. „We lezen ook Stal en akker, en het maandblad Melkvee. Dat zijn uitgaven van Agrio, een concurrent van de uitgever van Boerderij. Die bladen verschijnen minder frequent en zijn minder dik, maar qua prijsstelling aantrekkelijker. Als aanvulling zijn er verder de marktberichten en cijfers.”
Sterke punten van Boerderij vindt hij de bedrijfsreportages. „Bovendien weten ze waarover ze praten. Je merkt wel dat ze specialisten in dienst hebben. Ook voor het gezin is Boerderij interessanter dan de concurrentie. Dat begint al met de strip Opa. Mijn vrouw en ik lezen ook de reportages, waarbij mannen en vrouwen ieder hun mening over de bedrijfsvoering geven. Een stukje psychologie, dat is best leuk.”
Hun kinderen zijn nog niet zover. „We hebben er drie, de oudste is zes jaar. Ze kijken al wel naar de plaatjes. Daar begint het mee.”
Of er in Boerderij echt rekening met de reformatorische standpunten wordt gehouden, weet Cazant niet. „Standpunten van SGP en ChristenUnie zie ik met regelmaat voorbijkomen. Maar dat heeft er wellicht mee te maken dat deze fracties oog hebben voor de landbouw. Veel andere partijen hoor je nauwelijks over de agrarische sector.”
Kwetsend taalgebruik komt hij niet tegen. „Soms denk je, bij bijvoorbeeld columnisten of de strip, had dat wel zo gemoeten?”
Op het Reformatorisch Dagblad heeft hij een weekendabonnement. Cazant is gematigd positief over de agrarische berichtgeving. Toch zou hij de vrijdag- en zaterdagkrant van het RD niet graag missen.
serie Mijn vakblad
Het RD is met zijn 50 jaar een relatief jonge krant. Vakbladen bestaan vaak langer. Waarom lezen mensen die? Deel 2 in een serie. Woensdag deel 3.