Vakblad Cobouw helpt architect Van de Ven om up-to-date te blijven
Als architect en partner van NBArchitecten wil Harold van de Ven (52) altijd op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen in zijn vakgebied. Het blad Cobouw helpt hem daarbij.
Als hoofd van de afdeling innovatie en ontwikkeling van het architectenbureau in het Brabantse Best leest Van de Ven Cobouw met veel belangstelling. De interesse voor het blad heeft hij al lang. Vanaf zijn studietijd, in het begin van de jaren negentig, leest hij het. Inmiddels omschrijft Van de Ven zichzelf als „fan” van het vakblad.
In al die jaren heeft Cobouw de nodige veranderingen ondergaan. Zo zet het vakblad meer in op online-artikelen en volgt het grote ontwikkelingen zoals de energietransitie op de voet. Die verlegde focus maken Van de Ven juist zo enthousiast. „Cobouw slaagt erin om ontwikkelingen, zoals circulariteit –de herbruikbaarheid van materialen– snel te herkennen en de lezer mee te nemen in deze processen. Dat biedt houvast.”
Het volgen van trends en ontwikkelingen is niet het enige wat Van de Ven doet. De kennis die hij via Cobouw opdoet, helpt hem om met zijn bedrijf constant te innoveren. „Als we bestaansrecht willen hebben, zullen we op veel gebieden vooruit moeten lopen. Dat is ook mijn vak: steeds een stapje voor zijn.”
Van de Ven vindt dat het vaktijdschrift een veelzijdig perspectief biedt. „Je zou zeggen dat een architect het liefst een architectenmagazine leest. Maar het is juist goed om als architect niet alleen met vormgeving bezig te zijn, maar ook te weten welke materialen en bouwmethoden er zijn en wie een bouwproject uitvoert.”
Artikelen waarin bedrijven zichzelf en hun product kunnen presenteren, leest Van de Ven dan ook het liefst. „Van sommige ondernemingen kunnen we leren. Soms leggen we contact met zo’n bedrijf. Daar komt weleens een mooie samenwerking uit voort.”
Als hem wordt gevraagd wat er beter zou kunnen bij het vakblad, valt de architect even stil. Toch weet hij wel iets. „Het zou goed zijn als Cobouw komend jaar met een speciale uitgave komt waarin wordt geschetst hoe de bouwwereld er in 2030 en in 2050 uitziet. Dat zijn ijkpunten in de klimaatdoelstellingen van de EU en het Rijk. Dat is wel lastig. Ik zeg weleens: over tien jaar hebben we dit en dat, maar dan is dat vaak na vijf jaar al zover. De ontwikkelingen in de bouw gaan snel.”
Het RD is met zijn 50 jaar een relatief jonge krant. Vakbladen bestaan vaak langer. Waarom lezen mensen die? Deel 1 in een serie. Maandag deel 2.