Heeft D66-leider Kaag een ruggengraat van papier-maché? Of geeft ze op een excellente wijze invulling aan het nieuwe leiderschap waarmee ze koketteerde in de verkiezingscampagne?
Voor velen was het op de dag na de verkiezingen al duidelijk: De huidige coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie moest doorgaan. Onderling waren er weliswaar verschuivingen in zetelaantallen, maar per saldo won de coalitie enkele zetels.
Maar Kaag blokkeerde deze mogelijkheid. Ze wilde niet verder met de ChristenUnie. De partij was wat haar betreft niet progressief genoeg: ”Een auto die je parkeert gaat roesten als je niet rijdt. We moeten voortgang boeken.” Kaag doelde daarbij vooral op medisch-ethische onderwerpen, zoals voltooid leven. D66 diende daarover een initiatiefwetsontwerp dat op grote bezwaren stuit bij de CU.
Om een zo progressief mogelijke regering te vormen, pleitte Kaag voor een coalitie van VVD, D66 en CDA aangevuld met de twee linkse partijen PvdA en GroenLinks. Maar die mogelijkheid blokkeerden VVD en CDA. Daardoor kwam de formatie in een impasse die nu al enkele maanden duurt.
Ondertussen nam ook binnen D66 de onvrede over deze impasse toe. Partijprominenten stelden dat ze geen bezwaar hadden tegen voorzetting van de huidige coalitie. En uit een nummer van het blad van het wetenschappelijk bureau van de D66 bleek dat ook eigen partijgenoten zwaarwegende bezwaren hebben tegen de initiatiefwet over voltooid leven.
In juni zette Kaag de deur naar de ChristenUnie op een kiertje. In het debat over het eindrapport van informateur Hamer zei Kaag dat ze de CU niet uitsluit en ook geen roestige auto had moeten noemen. Ze had alleen moeite met de medisch-ethische standpunten van de partij.
Afgelopen zondag begon Kaag verder te schuiven. Ze erkende toen dat een minderheidskabinet niet werkt en dat tijdens de algemene beschouwingen van vorige week progressieve en conservatieve partijen uit het brede midden goed met elkaar onderhandelden over de inhoud. En dat daardoor de begroting voor 2022 “een stukje” beter werd dan hij was.
Ze pleitte vervolgens voor een coalitie VVD, D66 en CDA, aangevuld met PvdA, GroenLinks én ChristenUnie. Daarmee was de politieke blokkade richting de ChristenUnie opgeheven. Woensdag gaf informateur Remkes het laatste duwtje.
Overigens viel die bereidheid van PvdA en GroenLinks om tijdens de algemene beschouwingen te onderhandelen over de begroting voor 2022 nogal tegen. Deze fracties stelden wel hele hoge eisen. De twee miljard extra die volgend jaar beschikbaar komt, kwam tot stand door overleg tussen VVD, D66 en CDA enerzijds en de ChristenUnie anderzijds. De laatste partij stelde zich zeer constructief op. Dat zal ook Kaag niet zijn ontgaan.
De vraag is nu of Kaag een ruggengraat heeft van papier-maché zoals de GroenLinks-jongeren twitterden? Of geeft ze op een excellente wijze aan het nieuwe leiderschap dat de voormalige diplomaat voorstaat?
Het antwoord op die vraag hangt vooral af van het perspectief van waaruit wordt gekeken. Vanuit GroenLinks en PvdA is het begrijpelijk dat ze de stap van D66 en Kaag hardgrondig afkeuren. De afgelopen maanden heeft Kaag namelijk geregeld gezegd dat ze niet doorwilde met de huidige coalitie. Nu de onderhandelingen met de ChristenUnie toch van start gaan, is dat vanuit de linkse partijen gezien, een ommezwaai. Kaag is in hun ogen door de knieën gegaan.
VVD en CDA kijken anders aan tegen de nieuwe koers van Kaag. Zij zijn blij dat een half jaar na de verkiezingen D66 toch akkoord gaat met hun voorkeursvariant. Ze zeggen nog net niet dat het een teken is van het nieuwe leiderschap dat Kaag propageert, maar daar komt het wel dicht in de buurt.
Hoe het ook zij, Kaag sprong in ieder geval over haar eigen schaduw heen en heeft de bezwaren die ze aanvankelijk opperde tegen onderhandelingen met de ChristenUnie opgegeven.
Dat duurde wel even, ruim een half jaar. Dan deed de voorganger van Kaag, Pechtold, het toch sneller. Die wilde in 2017 aanvankelijk ook niet met de ChristenUnie in zee, maar gaf zijn verzet na enkele weken op toen de gesprekken met GroenLinks waren gestrand.
Hoe Kaag zover is gekomen? Een Haagse waarnemer zei het zo: “Ze is een diplomaat. Die doet als puntje bij paaltje komt altijd concessies.”