„Woningen bouwen in weilanden moet uit taboesfeer”
Gemeenten zullen komende jaren ook woningen moeten bouwen in gebieden die nu nog groen zijn. Met bestaande plannen kunnen er voor 2030 honderdduizenden woningen bij komen, maar niet genoeg om af te komen van het woningtekort in Nederland. Voor zeker zo’n 300.000 woningen zullen nog aanvullende bouwlocaties moeten worden gevonden, concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een nieuw rapport.
„Woningen bouwen in weilanden moet uit de taboesfeer”, zegt directeur Taco van Hoek. „Veel mensen vinden het een slecht idee om groen, weilanden en landbouw zogenaamd op te offeren voor woningbouw. Maar in de praktijk blijkt dat woningbouw ook op een mooie manier samen kan gaan met natuur, parken en water”, geeft hij aan. „Het gaat uiteindelijk om 1,4 procent van de weilanden in de desbetreffende provincies, om die 300.000 woningen te kunnen bouwen.”
Voor het onderzoek is gekeken naar de zeven provincies waar de druk op de woningmarkt het grootst is. Het is op basis van huidige plannen al haalbaar om hier in aanloop naar 2030 zo’n 600.000 woningen neer te zetten. Volgens het EIB gaat het bij deze woningen met name om binnensteden. In totaal zouden 900.000 huizen moeten worden gebouwd in deze zeven provincies, maar voor de overige 300.000 woningen moeten nog locaties gevonden worden. „De sleutel om locaties te vinden voor deze 300.000 huizen is om anders te denken over het bouwen van huizen in de groene locaties rondom steden”, aldus Van Hoek.
Andere voordelen van bouwen op locaties buiten steden, zijn snelheid en variatie van woningaanbod. „In binnensteden heb je vaak te maken met vertragingen door aanpassingen aan infrastructuur, zoals trambanen die omgelegd moeten worden, en omwonenden die klachten indienen over bijvoorbeeld lichtinval, privacy en parkeren. Bij bouwen in de binnenstad is het daardoor lastig om tempo te maken”, legt Van Hoek uit. Hij wijst erop dat bij het bouwen van huizen rondom de stad, waarbij slechts eenvoudige nieuwe infrastructuur nodig is, dit vaak niet zo ingrijpend is voor het gebied.
Daarnaast moet het woningaanbod ook gevarieerd zijn, vindt de EIB. „Niet iedereen wil in de stad wonen, veel gezinnen willen juist meer ruimte en groen en in de buurt van steden wonen”, vertelt Van Hoek. Hij noemt als voorbeeld Weespersluis, een nieuwbouwwijk van Weesp. „Daar waren weilanden, maar nu zijn er drie wijken met veel groen en water. Dat hoeft geen achteruitgang te zijn.”