Onderzoekers zien ‘sociale kloof’ in vaccinatiebereidheid
Mensen die weinig vertrouwen hebben in de overheid of slecht kunnen rondkomen zijn veel minder geneigd zich te laten prikken tegen het coronavirus. Onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Haagse Hogeschool waarschuwen voor „een sociale kloof” in de vaccinatiebereidheid. Ze raden de overheid aan om mensen uit kwetsbare groepen niet alleen een vaccinatieoproep te sturen, maar ze ook „proactief te benaderen”.
Bij voorkeur gebeurt dat „door mensen die zij vertrouwen”. Dat kan de huisarts zijn, maar leiders van religieuze organisaties en jongerenwerkers zouden ook kunnen bijdragen aan het „overtuigingsoffensief”, schrijven de wetenschappers.
Ruim 24.000 mensen deden aan het onderzoek mee. De grote meerderheid (85 procent) wil zich wel laten vaccineren tegen het coronavirus, maar onder een aantal specifieke groepen blijkt die bereidheid veel lager. Zo wil slechts 28 procent van de ondervraagden die „heel weinig vertrouwen” in de overheid zeggen te hebben een coronavaccin. Mensen die wel vertrouwen hebben in de overheid, willen de beschermende prikken juist bijna allemaal. Daartussenin zit nog een groep die „niet veel/niet weinig” vertrouwen heeft in de autoriteiten. Die zit ongeveer op het gemiddelde: 87 procent van deze mensen is van plan zich te laten vaccineren.
Naast vertrouwen blijkt een sterk verband tussen vaccinatiebereidheid en de financiële situatie. Van de ondervraagden die aangeven dat ze niet of „heel moeilijk” rondkomen, wil vier op de tien zich niet laten vaccineren. Van de mensen die zeggen dat ze „heel makkelijk” rondkomen, wil 91 procent de beschermende prikken.
Ook onder respondenten met een niet-westerse migratieachtergrond is de vaccinatiebereidheid volgens het onderzoek lager: 75 procent. Laagopgeleiden zijn minder geneigd het vaccin te accepteren dan hoogopgeleiden: 79 procent versus 90 procent.
De onderzoekers signaleren verder een „duidelijk afgenomen” vertrouwen van de bevolking in de overheid en overheidsinstituten als het RIVM en de GGD. De onvrede over het beleid is steeds verder toegenomen tijdens de coronapandemie, die al ruim een jaar duurt. Bijna de helft van de ondervraagden „heeft het gevoel niets te hebben om naar uit te kijken”. Een net zo grote groep vindt dat de regering „onvoldoende rekening houdt met de economische en sociale gevolgen van de pandemie”. Een kwart meent dat zowel de overheid als de media „het gevaar van de coronacrisis overdrijven”.
De onvrede is het grootst onder mensen die zichzelf als rechts en conservatief omschrijven. „Opmerkelijk is dat de aanhangers van Forum voor Democratie (FVD) bijna maximaal kritisch zijn over het gevoerde coronabeleid”, schrijven de onderzoekers. Dat is in lijn met de standpunten van hun partij. Ook mensen met een lagere opleiding en een lager inkomen zijn ontevredener over het beleid dan gemiddeld.