Als de puber niet mee wil kijken met de livestream van de kerk
Onze zoon (17) wil niet langer meekijken met de kerkdiensten die via de livestream van onze gemeente worden uitgezonden. Hij slaapt liever uit en heeft wel wat beters te doen, zegt hij. Wij als ouders vinden dit heel erg. We zouden graag zien dat hij meekijkt, maar willen hierover niet elke zon- en feestdag ruziemaken. Hoe moeten we hiermee omgaan?
Positief
Pubers zijn vaak wat moeilijker te corrigeren dan kleine kinderen. Bij de opvoeding van pubers is het hebben van een goede, liefdevolle band met het kind daarom het belangrijkste instrument. Als er een goede relatie is tussen de ouders en de puber zal die laatste eerder bereid zijn zich te voegen naar bijvoorbeeld de regels in huis.
Juist omdat de band tussen ouder en kind in deze periode zo belangrijk is, kunnen ouders proberen om er in de omgang met hun kind op te letten zo positief mogelijk te zijn. Een goede stelregel hierbij is dat zo’n 90 procent van de communicatie richting de puber gekenmerkt zou moeten worden door vriendelijkheid, begrip en respect. De overige 10 procent van de communicatie kan gebruikt worden voor het bijsturen van de puber of het op een eveneens respectvolle manier uiten van kritiek op zijn of haar gedrag.
Richting jullie 17-jarige zoon zouden jullie kunnen beginnen met vragen wat hem zo tegenstaat in het meekijken van de livestream. Ga daarbij geen discussie aan over de redelijkheid van zijn argumenten, maar laat merken dat je luistert naar wat hij hierover zegt. Begrens daarbij eventuele botte en grove reacties door aan te geven: „Het is belangrijk om vriendelijk en respectvol te praten. Dat doe ik ook naar jou.”
Wees vervolgens eerlijk over hoe jullie als ouders hierin staan en breng dit op een tactvolle manier: „We merken dat je het volgen van de livestream nutteloos vindt en je toch niets hoort of onthoudt van de preek. Helaas vinden wij het juist heel belangrijk dat we met ons gezin de kerkdienst volgen. Voor ons is het schrappen van de dienst in de morgen echt geen optie.” Probeer geen verwijten te maken. Wees voorzichtig met zinnen als: „Je doet ons hier zo’n verdriet mee.” Houd het bij jezelf en bij je eigen gevoelens.
Met een kleine kwinkslag zou je als ouders kunnen kijken of er misschien manieren zijn waarop jullie je zoon tegemoet zouden kunnen komen: „Hoe kunnen we dit draaglijker voor je maken?” Laat hem een paar dingen bedenken die het luisteren naar de kerkdienst makkelijker zouden kunnen maken en bedenk als ouders ook twee of drie zaken. Schrijf de ideeën eventueel op. Voorbeelden zijn: ontbijt op bed, zodat jullie zoon iets langer in bed kan blijven liggen. De voorwaarde is dan wel dat hij daarna meekijkt met de livestream. Je zou ook kunnen afspreken dat vader en zoon na de dienst een rondje gaan fietsen of wandelen om het hoofd wat op te frissen.
Ieder kind en ieder gezin is anders. Inventariseer daarom waarmee jullie zoon geholpen is en wat voor jullie als ouders ook haalbaar en wenselijk is. Uit die ideeën kunnen jullie iets kiezen wat voor iedereen acceptabel is.
Femke Hagoort, GZ-psycholoog