SCP-rapport: Nederlander moreel steeds toleranter
De acceptatie van homoseksualiteit, euthanasie, echtscheiding, abortus en zelfdoding groeit in Nederland. In de EU scoren alleen Denemarken en Zweden nog hoger. Nederlanders staan afwijzend tegenover zwartrijden, belastingontduiking en uitkeringsfraude.
Dat blijkt uit het vrijdag gepubliceerde rapport Burgerperspectieven over het derde kwartaal van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). In dit onderzoek peilt het SCP de stemming in Nederland over politiek en maatschappelijke onderwerpen.
Onderzoekers signaleren „een duidelijke tweedeling” in morele kwesties, waarbij zij onderscheid maken tussen individuele en collectieve kwesties. Nederlanders laten een groeiende acceptatie zien in individuele kwesties, zoals homoseksualiteit, echtscheiding en abortus.
Tegelijkertijd vinden burgers handelingen die het collectief schaden niet acceptabel. Het SCP-rapport noemt daarbij belastingontduiking, zwartrijden, het aannemen van steekpenningen en uitkeringsfraude. „Deze acceptatie is de laatste decennia nog verder gedaald”, stellen SCP-onderzoekers.
De acceptatie van het gebruik van softdrugs behoort tot geen van beide categorieën, al wordt het wel steeds meer als een privéhandeling beschouwd. Nederlanders vinden het gebruik van softdrugs ook steeds acceptabeler.
Jongeren, hogeropgeleiden en niet-kerkgangers zijn het meest tolerant tegenover morele kwesties die zich volgens de onderzoekers in de privésfeer bevinden, zoals medisch-ethische kwesties. De acceptatiegraad hiervan ligt bij jongeren en niet-kerkgangers hoger.
Kerkgang
Het verschil heeft te maken met opleidingsniveau (jongeren zijn over het algemeen hoger opgeleid dan ouderen) en kerkgang (jongeren gaan minder vaak naar de kerk dan ouderen). Alle groepen laten een stijging in tolerantie zien.
Nederland lijkt daarmee verdraagzamer te worden. Bij de acceptatie van handelingen in de privésfeer is er geen sprake van polarisatie. De Nederlandse samenleving is hierin als geheel juist homogener geworden.
Lager- en hogeropgeleiden groeien meer naar elkaar toe en vooral de middelbaar opgeleiden worden steeds homogener in hun opvattingen. Verschillen tussen kerkgangers en niet-kerkgangers zijn door de tijd heen stabiel gebleven, maar de homogeniteit onder niet-kerkgangers is wel toegenomen.
Omdat het overgrote deel van de bevolking steeds meer op elkaar lijkt qua tolerantie, valt het wellicht des te meer op als iemand hiervan afwijkt. „Een negatief beeld van anderen kan versterkt worden, zonder dat er daadwerkelijk polarisatie in de samenleving plaatsvindt”, zeggen onderzoekers.
Zorgen
Tegelijkertijd maakt Nederland zich zorgen over hoe het gaat in het land. De bezorgdheid neemt sinds medio vorig jaar toe, constateert het SCP. Dit kwartaal vindt 56 procent het meer de verkeerde dan goede kant opgaan (begin 2018: 39 procent) en 31 procent meer de goede kant op (begin 2018: 50 procent).
De zorgen zijn echter relatief. Nederlanders zijn minder bezorgd dan tien jaar geleden. In 2009 vond 63 procent van de bevolking het meer de verkeerde kant opgaan en 25 procent meer de goede kant op. Vergeleken met andere Europeanen zijn Nederlanders over de hele linie positief gestemd.
De verschillen in de samenleving zijn echter groot. Van de hoger opgeleide 50-minners is 69 procent tevreden over de Haagse politiek, terwijl driekwart steun geeft aan het EU-lidmaatschap. Van lager opgeleide 50-plussers is 40 procent tevreden over Den Haag, terwijl 38 procent het EU-lidmaatschap steunt.
Leger
Diverse onderzoeken laten stijgende trends zien in het vertrouwen in onpartijdige instituties. Volgens de European Values Study steeg tussen 1999 en 2018 het aandeel mensen met vertrouwen in de politie (van 64 naar 76 procent), in justitie (van 49 naar 63 procent) en in de strijdkrachten (van 40 naar 61 procent).
Nederlanders zijn opnieuw positief gestemd over de economie. Zo’n 85 procent geeft de economie een voldoende en 79 procent verwacht dat de economie gelijk zal blijven of zelfs verder zal verbeteren. Over de politiek is de burger milder dan men in de crisisjaren was: 57 procent geeft de Haagse politiek een voldoende (zes jaar geleden 38 procent).