„Geen fraude bij bouw bustunnel”
Bij de aanleg van een tunnel in rijksweg A4 voor de snelle busbaan Zuidtangent in de Haarlemmermeer is geen sprake geweest van fraude. Dat concludeert de provincie Noord-Holland op grond van een accountantsonderzoek dat dinsdagmiddag in het provinciehuis werd gepresenteerd door gedeputeerde H. de Boer van Verkeer en Vervoer en de betrokken accountant van het bureau IPA-Acon.
De Volkskrant meldde in januari dat aannemers voor de bouw van de bustunnel voor 500.000 gulden aan valse facturen hadden ingediend. Dat bericht was voor Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aanleiding een onafhankelijk onderzoek te laten instellen door een accountant.
Volgens het accountantsbureau IPA-Acon, dat de mogelijke fraude onderzocht, hebben de bewuste facturen wel bestaan, maar zijn zij nooit in rekening gebracht bij SPC, het projectbureau van de NV Luchthaven Schiphol dat verantwoordelijk was voor de aanleg van de Zuidtangent. De accountant stelt dat het gaat om „interne verrekeningen tussen aannemers onderling.”
Accountant E. Visser van IPA-Acon zei gisteren in een toelichting dat in het KPMG-onderzoek naar de fraude bij de bouw van de spoortunnel bij Schiphol 189 van dergelijke facturen zijn opgedoken. Hij wilde niet zeggen of dit soort rekeningen geoorloofd is in de financiële wereld. Justitie trof eerder een schikking met betrokken aannemers voor de fraude bij de spoortunnel. Dat leidde tot verontwaardigde reacties in de Tweede Kamer.
Het accountantskantoor is verder van mening dat de provincie te laat op de hoogte is gebracht van extra kosten voor de aanleg van de Zuidtangent. Het gaat om een bedrag van 5,2 miljoen gulden. Volgens de onderzoekers gaat het daarbij echter wel om verantwoorde uitgaven.
Het accountantsrapport is voor het provinciebestuur geen aanleiding om aangifte te doen bij het openbaar ministerie in Haarlem, aldus gedeputeerde De Boer. Het rapport is wel verstuurd naar het OM en naar de parlementaire enquêtecommissie die na de Tweede-Kamerverkiezingen de bouwfraude zal onderzoeken.
De bustunnel, waarvan de aanleg 28 miljoen euro (62 miljoen gulden) kostte, is grotendeels betaald met subsidie van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De tunnel werd onlangs in gebruik genomen als onderdeel van de snelle busverbinding die uiteindelijk (rond 2010) van IJmuiden via Hoofddorp naar Amsterdam-IJburg zal lopen.
Dinsdag werd bekend dat de Amsterdamse wethouder D. Stadig van Ruimtelijke Ordening een onderzoek is gestart naar de bouw van de Enneüs Heermabrug in Amsterdam. De bouwer van de brug, HBG-Staal, zou ongebruikelijk hoge winsten hebben gemaakt. De zaak werd aan het rollen gebracht door een werknemer van HBG-Staal, een dochteronderneming van bouwbedrijf HBG. Hij speelde interne cijfers door naar de lokale politieke partij Amsterdam Anders/De Groenen.
„We gaan eerst inventariseren wat er precies is gebeurd”, aldus de woordvoerder van Stadig dinsdag. „Als het klopt dat HBG onoorbaar veel winst heeft gemaakt, vragen we het geld terug.” Uit de cijfers van HBG blijkt dat het bedrijf 4,5 miljoen euro (10 miljoen gulden) winst boekte bij de aanleg van de brug. Het winstpercentage ligt op bijna 24 procent, terwijl 2 tot 3 procent gebruikelijk is.
HBG ontkent echter dat er iets mis is gegaan. De grote winst zou behaald zijn bij een van de twee businessunits die bij het project betrokken waren. De andere unit maakte geen winst, zegt een woordvoerder, waardoor de marge in totaal zo’n 10 procent bedroeg. „Op een bedrag van 80 miljoen gulden was dat 8 miljoen gulden. Dat vinden wij niet overdreven veel voor zo’n ingewikkelde brugconstructie.”
