Op de bres voor de Roma in Slowakije
Na de moord, eind februari, op de journalist Ján Kuciak gaat de bevolking van Slowakije massaal de straat op. Het zijn de grootste demonstraties sinds het land in 1993 zelfstandig werd. Enkele politieke kopstukken moesten al het veld ruimen.
De moord wordt ervaren als een aanval op vrijheid en democratie. Kuciak wilde de banden tussen de in Slowakije opererende Calabrische maffia en de politieke elite ontmaskeren.
Het is echter niet deze situatie die de jonge bevlogen Zsuzska Tóth naar Nederland brengt. Integendeel. De luide protesten over Kuciak staan in schril contrast met de oorverdovende stilte die er al zo lang in Slowakije heerst over het droevige lot van de 600.000 Roma, ofwel zigeuners. En daar vraagt Zsuzska Tóth aandacht voor. Zij werkt nu zeven jaar onder deze vergeten bevolkingsgroep, waarvan de laatste vier in dienst van de Romamisszió: de zending en evangelisatie van de Hongaarstalige Hervormde Kerk van Slowakije onder de Roma.
De integratie van de Roma in de Slowaakse samenleving verloopt zorgwekkend stroef – niemand zet zich in voor de Roma. De overheid houdt zich er mondjesmaat mee bezig; kerken ervaren de Roma als problematisch. Door de trek naar de steden en naar West-Europa ontvolkt het platteland en worden de dorpen Romanederzettingen die het aanzien hebben van naargeestige sloppen. Het is een vergeten volk in heel Oost-Europa. Een volk dat hard groeit: grote gezinnen tegenover de almaar krimpende Slowaakse bevolking van 5,4 miljoen zielen.
Afkeer
Begaan zijn met het lot van de zigeuners was geen vanzelfsprekendheid in Zsuzska’s leven. „Als schoolmeisje had ik een afkeer van de Roma. Ze pestten me en een keer ben ik door drie Romameisjes uit de bus gegooid. Ik was bang voor hen. Was het omdat ik mooie kleren droeg? Ik weet het niet.” Pas toen ze een Romavrouw ontmoette die niet alleen voor de Roma maar ook voor de Hongaren bad, veranderde haar kijk op de Roma radicaal. „Ik had nooit een Hongaar voor Roma horen bidden, maar toen ik deze vrouw voor míjn volk hoorde bidden, was ik beschaamd.”
In welke omstandigheden leven de Roma in Slowakije?
„Ik behoor zelf als Hongaarse tot een achtergestelde minderheid in Slowakije. Een half miljoen Hongaren wonen over de volle zuidelijke breedte van Slowakije, tegen de Hongaarse grens aan. Hier zijn ook veel Roma. De vernederingen die Roma moeten doorstaan zijn niet te vergelijken met die van de Hongaren. Niemand wil met deze mensen te maken hebben, ook kerkmensen niet. Ze vinden Roma vies en halen hun neus op als ze een Roma in hun mooie auto zouden moeten meenemen.
De meeste Romakinderen gaan slechts een paar jaar naar de basisschool en leren dus nooit een vak of beroep. Ze zien de noodzaak van vervolgonderwijs niet in. Dat kan ook niet, want in de Romacultuur ontbreken identificatiefiguren die hogerop zijn gekomen of een ambacht hebben geleerd. Ik probeer de Roma ervan te doordringen dat ze geen werk krijgen als ze geen opleiding volgen.
De Romasamenleving is plat van structuur, er zijn geen leiders en er worden geen initiatieven ondernomen. Het is moeilijk daar vat op te krijgen. Ik zie het als een grote schreeuw om hulp. Alleen Gods Woord kan de mensen de liefde in hun hart geven; de Heilige Geest moet het doen. De kerk kan veel voor de Roma betekenen omdat ze het woord van liefde heeft, sociaal werkers hebben dat niet, politici evenmin. Ik heb contact met jonge Romavrouwen en merk dat zij zeer gemotiveerd zijn om te leren en te studeren. Ze willen vooruit. Zulke medewerkers heb ik nodig. Voor mijn werk is het belangrijk dat ik zo snel mogelijk medewerkers vanuit de Romagemeenschap krijg. Want dat is de toekomst en daarmee moeten we van binnenuit iets opbouwen.
Het is een taak van de kerk om zich om de Roma te bekommeren. Maar de kerk heeft geen ingang bij de Roma en heeft er geen greep op, net zomin als de overheid. Er zijn burgemeesters die muren van wel 4 meter hoog om de Romawijken bouwen. Officieel om de Romakinderen te beschermen, want anders steken ze zomaar de weg over en dat is gevaarlijk. Men weet niet wat er aan de hand is. Als de concentraties Roma uitdijen, worden de problemen ook groter want ze integreren niet meer, en dat is de grootste zorg. Het is niet alleen angst, maar je ziet de agressiviteit en criminaliteit.”
Slowakije krijgt toch geld van de EU om de Roma te ondersteunen en ontwikkelen?
„Zeker, maar dat beeld is vertekend. Niemand weet precies waar het geld van de EU blijft. In ieder geval komt het sporadisch ten goede van de Roma. Wel is het zo dat werkloze Roma een uitkering en kinderbijslag van de Slowaakse overheid krijgen. De werkloosheid onder de Roma is enorm, soms wel 100 procent. Bij ons in Slowakije ligt de uitkering aan werklozen op hetzelfde niveau als het minimumloon. Dat tempert de motivatie om te werken, want je krijgt hetzelfde, of je nu wel of niet werkt. En dus zeggen Hongaren en Slowaken: Zie je wel, die Roma werken niet en hebben het veel beter dan wij. En dat is weer een reden voor discriminatie.
Je moet niet vergeten dat de Slowaakse regering al jarenlang weigert de infrastructuur in het voornamelijk door Hongaren bewoonde zuiden van het land te verbeteren. Er zijn wel goede autowegen van Bratislava naar het noorden, maar van Bratislava naar Košice kost je een uur of zeven rijden. Waar etnische Hongaren wonen, zijn de verbindingen slecht. De Hongaren hebben geen autostrada nodig, zeiden de communisten ooit al. Veel mensen die naar het zuidoosten van Slowakije gaan, reizen via Hongarije.”
U studeerde theologie in Slowakije. Wat houdt die studie in?
„De studie theologie houdt in dat je veel kennis verwerft en dat je tamelijk weinig meekrijgt aan praktische theologie, zoals missiologie. Tenminste, zo voel ik het. De studie is wat ouderwets en is blijven steken op het niveau van de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Dat is een reden waarom veel oudere predikanten zich niet echt, van hart tot hart, met de Roma bemoeien. Ze zijn daar niet voor toegerust. Zoals ze trouwens ook niet zijn voorbereid op het pastoraat onder ouderen of op huwelijkspastoraat.”
Zien christenen de Roma als hun naasten?
„In veel kleine dorpen staat een gereformeerde kerk. De kerk en de huizen van de dorpelingen zien er perfect uit. Dicht daarbij bevindt zich meestal een plek waar Roma wonen. Gescheiden, apart van het dorp. Als ik Roma in de gereformeerde kerk uitnodig, zeggen de dorpelingen tegen me: Waarom heb je de Roma uit de kolonie binnengehaald? Ze maken het hier smerig, laat hen blijven waar ze zijn. De aversie tegen Roma bestaat uit een mengeling van etnische, nationale en kerkelijke sentimenten.
De doop van Roma kon weleens een splijtzwam worden. Zo kwam er een Romamoeder naar me toe met de vraag of haar drie kinderen gedoopt konden worden. De dominee weerde dit af, want hij vreesde een precedentwerking. Wat zullen de mensen ervan vinden? Dergelijke conflicten moeten op synodeniveau worden besproken. De laatste jaren neemt dit soort kwesties toe, er gaan nog een of twee generaties overheen voordat het anders zal zijn. Komt er toch een gereformeerde kerk van de Roma of wordt het een geïntegreerde kerk van Hongaren en Roma? Wat is ons antwoord als Roma belijdenis van het geloof willen afleggen?” Dan wordt Zsuzska Tóth emotioneel. „Roma kunnen een enorme verrijking voor de gemeente betekenen: ze brengen een volkomen andere dimensie in met al hun gaven en talenten.”
Door wie wordt de Hongaarstalige Hervormde Kerk van Slowakije gesteund?
„De Hongaarse president Victor Orbán heeft onze kerk 320 miljoen euro geschonken, en die geldstroom houdt aan. Nog nooit heeft onze kerk zo veel geld gehad. Met dit geld worden nieuwe, prachtige kerken gebouwd of bestaande gebouwen gerenoveerd. Ik heb de vraag opgeworpen waarom we alleen in materiële en niet in geestelijke zin investeren. Maar dat is een lastige vraag. Gelukkig krijgen we al jarenlang ondersteuning van de Stichting Hulp Oost-Europa en sinds kort van de GZB, waarmee ze samenwerkt.”
Wat kreeg u zelf van huis uit mee?
„Ik ben door mijn ouders opgevoed in de sfeer van geloof in en liefde tot God. Hoewel wij weten dat geloof niet iets is wat wij kunnen erven. Toen ik als 14-jarige op zomerkamp in Jelka was, raakte God mij voor het eerst aan. Ik heb altijd de zomerkampen bezocht, die zijn ontzettend belangrijk voor de Hongaarse gereformeerden. Je leert er je eigen generatie kennen en je wordt er Bijbels toegerust. Dat geeft je een goede basis en is essentieel voor de groei en de opbouw van de kerk. Daarnaast werd ik gevormd in een gereformeerd koor, door mijn familie, door predikanten en godsdienstonderwijzers. Het zien van de ander zoals God hem of haar ziet is genade. Je moet leren om dit ook aan anderen te laten zien. Ik heb een zus en een broer en we wonen met drie generaties in één huis: grootouders, ouders en kleinkinderen.”
Wie zijn uw voorbeelden?
„Ik kijk op tegen mensen die hun leven aan God wijden, die zich een instrument weten in Zijn handen, die hun leven aan Hem schenken en zich tot het uiterste inspannen om het doel te bereiken. Dat doel is: het winnen van de hemelse prijs die God in Jezus Christus zal geven.”
Wat wilt u met uw werk onder de Roma laten zien?
„Mijn opdracht in deze wereld is de opdracht van iedereen: bouwen aan het Koninkrijk van God! Mensen de weg naar Christus laten zien. Dat ik dit onder de Roma doe, is een bijzaak. Allemaal hebben wij de liefde van God nodig. Ik zie steeds meer dat veel dienaren die werkzaam zijn in Gods aardse kerk ook nog een heleboel moeten leren. Het is soms alsof ik in een beslagen spiegel kijk en niet precies weet wat ik zie. Maar zo kun je wel groeien door het geloof van de ander, aanvaarden wat iemand anders heeft ontvangen en je laten vormen door de Pottenbakker! Of je door Hem laten reinigen zodat je als rank meer vruchten kunt dragen, hoe pijnlijk die weg ook kan zijn.”
Hoe kijkt u aan tegen de huidige ontwikkelingen in Slowakije?
„De politici in Bratislava zijn ervan uitgegaan dat de protesten na de moord op Kuciak vanzelf zouden wegebben. Maar ze houden aan en het volk laat hiermee zien dat het niet dom is en dat het niet met zich laat sollen.”
Zsuzska Tóth
Zsuzska Tóth werd in 1985 in Midden-Slowakije geboren en groeide op met een broer en een zus in een gereformeerd gezin. Ze behoort tot de Hongaarse etnische minderheid in het land. Zsuzska studeerde pedagogiek, theologie en economie aan de enige Hongaarse universiteit in Slowakije: de Selye János Egyetem in Komárno. Sinds zeven jaar geeft ze leiding aan de Romamisszió van de Hongaarstalige Hervormde Kerk van Slovakije. Stichting HOE was hier vanaf het begin nauw bij betrokken, maar mist de middelen en de ervaring om de Romamisszió daadkrachtig te ondersteunen. Vorig jaar werd er samenwerking gezocht met de GZB, wat resulteerde in een plan om samen te werken met Zsuzska Tóth om zowel de levensomstandigheden van de Roma als hun imago te verbeteren.