Menno de Bruyne (SGP) laat zalen Binnenhof in foto’s zien
In gebouwen rondom het Haagse Binnenhof bevinden zich tal van bijzondere zalen. De Haagse gids en SGP-voorlichter Menno de Bruyne laat er een aantal zien. Van Enquêtezaal tot de Oude Tweede Kamer.
In deze fotoserie worden 9 zalen van het Haagse Binnenhof belicht. Klik op bovenstaande foto om de fotoserie te openen. Of lees hieronder meer over de verschillende zalen.
Ridderzaal
„De Ridderzaal is in de dertiende en de veertiende eeuw gebouwd als feest- en ontvangstzaal voor de graven van Holland en Zeeland. In die tijd vergaderden ook de ridders van het Gulden Vlies, zeg maar de staatshoofden uit de middeleeuwen, hier minimaal één keer.
In de tijd van de Republiek kreeg de zaal tal van andere functies. Zo was het een poosje een overdekte boekenmarkt en een wachtruimte voor de rechtbank. Het bizarst was dat in die periode de trekkingen van de staatsloterij er plaatsvonden. De zaal stond dan ook bekend als de Loterijzaal. Daarna raakte het complex in verval, zo zelfs dat sloop is overwogen. Gelukkig is dat niet gebeurd. Diverse restauraties en renovaties vonden plaats, de laatste in 2005.
Het bekendst is de Ridderzaal natuurlijk van Prinsjesdag, als de koning de Troonrede voorleest. Dat gebeurde voor het eerst in 1904.
Het is mooi dat de Ridderzaal in de vorige eeuw zijn oorspronkelijke functie terugkreeg, namelijk die van ontvangstzaal. Veel regeringsleiders, staatshoofden en andere beroemdheden zijn de afgelopen decennia hier ontvangen: Churchill, Bush, Clinton, Mandela. Dat soort mensen. Ook vinden er exclusieve symposia en congressen plaats.
In de zaal genoten de ridders destijds van hun copieuze maaltijden. Ook nu laat de regering hier nog geregeld een diner aanrichten. Nee, geen patatje met of zo, maar een heus staatsbanket van het hoogste Haagse niveau. Om maar eens een middeleeuwse uitdrukking te gebruiken: om je vingers bij af te likken.”
Grote Zaal
„In vergelijking met de andere gebouwen aan het Binnenhof is deze zaal niet oud; de Kamer nam deze in 1992 in gebruik. En nu is hij alweer toe aan renovatie. Leg dát maar eens uit aan het publiek…
Architect Pi de Bruijn ontwierp de zaal. Er zit veel symboliek in. Omdat Tweede Kamerleden het volk vertegenwoordigen en het belang van Nederland op het oog moeten hebben, zitten er in het gebouw en de zaal elementen uit het Nederlandse landschap. Het tapijt is groen als gras en het plafond heeft de blauwgrijze kleur van de Nederlandse lucht. De lampen zijn als twinkelende sterren.
De zaal heeft blauwe stoelen in de vorm van een tulp. Dat is minder geslaagd, want de tulp komt van oorsprong uit Turkije. Had de architect bijvoorbeeld niet beter een madeliefje als uitgangspunt kunnen nemen?
In de zaal zitten weinig ramen. De gedachte is dat Kamerleden hun stemming niet van de weersomstandigheden laten afhangen. Waar politici al niet gevoelig voor kunnen zijn.
Wat ik ook minder gelukkig vind, is de plaats van het spreekgestoelte. Het Kamerlid dat het woord voert, staat in het centrum van de zaal, die de vorm heeft van een Romeins-Grieks theater. Een Kamerlid in het centrum is natuurlijk altijd goed. Maar het punt is dat hij daarbij z’n collega’s recht aankijkt. Staatsrechtelijk gezien moet hij echter naar de regering kijken. Die zit schuin naast hem, in vak K. De Kamer debatteert niet in de eerste plaats met zichzelf, maar met de regering. Als ze over een paar jaar gaan verbouwen, kunnen ze deze fout gelijk herstellen.”
Oude Zaal
„Hier speelde zich bijna twee eeuwen lang de politieke geschiedenis van Nederland af. Van 1815 tot 1992 vergaderde in deze zaal de Tweede Kamer. Hier voerde Groen van Prinsterer het woord. Hier kruisten de VVD’er Wiegel en de PvdA’er Den Uyl de degens. Hier getuigden ds. Kersten en ds. Abma.
Onder de tribunes hingen dikke groene gordijnen, de zogenoemde rookgordijnen. Daarachter zaten de politici die, onder het genot van een sigaar of sigaret, zaken met elkaar deden of de toestand in de wereld bespraken. Dat waren nog eens tijden.
De Kamerleden zaten hier met z’n drieën in een klein bankje. Dat kwam doordat die bankjes eigenlijk voor twee personen bestemd waren. In 1956 ging het aantal Kamerleden van 100 naar 150, dus toen werd het erg krap allemaal.
De zaal werd in 1777 gebouwd als balzaal van een nieuwe paleis voor stadhouder Willem V. Hij maakte er niet lang gebruik van. Ten tijde van de Franse inval in 1795 moest de stadhouder hals-over-kop vluchten naar Engeland. In déze zaal nam hij in tranen afscheid van zijn personeelsleden. Hij heeft hen daarna nooit meer gezien.
In 1992 is de zaal in zijn oorspronkelijke staat teruggebracht. Nou ja, oorspronkelijke. Er zijn ook moderne elementen aan toegevoegd. Zoals de ‘kroonluchters’, die transparantie moeten verbeelden. En een tapijt in vele kleuren. Dat moest de veelkleurigheid van de multiculturele samenleving voorstellen. Maar nu die mislukt is, doet het tapijt mij het meest denken aan een oer-Hollands bloembollenveld.”
Enquêtezaal
„Dit lijkt wel op een rechtbank. Tegen de achterwand staan de stoelen waarop rechters zouden kunnen zitten, in het midden is plaats voor de verdachte. En voor de zitting begint, leggen de mensen die in het midden plaatsnemen de eed of de belofte af.
Maar toch fungeert deze zaal niet als rechtbank. Hier wordt niet rechtgesproken, maar aan waarheidsvinding gedaan. Dat is een groot verschil. Een van de belangrijkste taken van de Tweede Kamer is het controleren van de regering. Het zwaarste middel dat de Kamer daarvoor heeft is het houden van een enquête. Daarbij moet de onderste steen bovenkomen. Degenen die op de stoel in het midden plaatsnemen, zijn in principe dan ook geen verdachten maar getuigen.
Voor 2004 organiseerde de Tweede Kamer parlementaire enquêtes in de gebouwen van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, zoals de Bijlmerenquête in de vergaderzaal van de Eerste Kamer en de bouwfraude-enquête in de oude zaal van de Tweede Kamer.
Maar omdat er steeds vaker onderzoek en enquêtes plaatsvonden, ontstond er behoefte aan een aparte zaal hiervoor. En dat is deze geworden. Hij bevindt zich in een dependance van het Kamergebouw op het Plein. De onderzoekscommissie ”grote infrastructurele projecten” hield hier in 2004 als eerste openbare verhoren.
Als je mijn persoonlijke mening wilt weten? De zaal is functioneel, maar foeilelijk. Als ik groepen rondleid, kom ik hier nooit.”
Rolzaal
„Als ik hier kom, gaat mijn hart open. Deze zaal bevindt zich in het oudste gebouw van Den Haag, h dere zalen Binnenhof; met foto et jachtslot en later het ‘paleis’ van de graven van Holland. Graaf Willem II, de vader van Floris, ging hier als eerste wonen. De zaal bevindt zich dwars achter de Ridderzaal.
In 1511 kreeg deze fraaie ruimte een andere functie, namelijk die van rechtszaal. Toen kreeg de zaal ook de naam Rolzaal. Vroeger stonden de zaken die voor de rechter zouden komen op de rol. Daar komt de uitdrukking vandaan. Minder fraai is dat hier in de zestiende eeuw de eerste lutheranen om hun geloof werden berecht. Ook raadspensionaris Van Oldenbarnevelt hoorde hier aan het begin van de 17e eeuw de doodstraf tegen zich uitspreken.
Onder de Rolzaal bevinden zich grote kelders. Die zijn sinds de 13e eeuw amper aangepast. Naast de Rolzaal liggen de voormalige woon- en slaapvertrekken van graven en gravinnen.
De zaal oogde niet altijd zo fraai. Omstreeks 1757 kwam het complete plafond naar beneden en dat werd daarna niet mooi hersteld. Begin 20e eeuw bracht de bekende architect Cuypers de zaal terug in oude glorie. Hij was een beetje ondeugend. Cuypers was rooms-katholiek. Van de oerprotestantse koningin Wilhelmina mocht hij er eigenlijk geen roomse elementen in verwerken. Toch deed Cuypers dat wel, let maar op de versieringen van de wapenschilden boven de haard. In 1986 vond na vele decennia voor het eerst weer een parlementaire enquête plaats, naar de ondergang van de wereldberoemde scheepswerf Rijn-Schelde-Verolme. Die berucht geworden enquête had plaats in deze fraaie historische zaal. Ik wilde dat ik hier mijn werkkamer had. Maar niet gejammerd, vanuit m’n huidige werkkamer kan ik af en toe naar binnen koekeloeren en zwaaien naar de hoge gasten.”
Vergaderzaal Raad van State
„De Raad van State is het belangrijkste adviesorgaan van de regering. Koning Willem-Alexander is voorzitter. Maar hij komt er maar zelden. De meest exclusieve stoel in deze zaal blijft dus leeg. De vicepresident van de Raad van State, Donner, leidt de vergaderingen. Hij zit op de eerste stoel links naast die van de koning.
Koningin Máxima is ook lid van de Raad van State. Zij heeft een vaste plaats aan de rechterhand van de koning. Hoe kan het ook anders. Maar ook onze vorstin komt niet opdagen als de Raad van State vergadert. Het Koninklijk Huis wil zich niet inhoudelijk bemoeien met de politieke beslommeringen van alledag.
Wat die Raad precies doet? Nou, best belangrijk werk. Alle wetsvoorstellen die de regering naar de Tweede Kamer stuurt, moeten volgens de Grondwet voorzien zijn van een advies van de Raad van State. In de Raad zitten dan ook wijze mensen. Zij hebben hun sporen verdiend in het openbaar bestuur, de rechterlijke macht of elders in de samenleving. Ieder van hen heeft een vaste plaats rond deze tafel.
De Raad van State is het oudste staatkundige orgaan dat we kennen; hij stamt uit 1531. Al eeuwen komt de Raad bijeen op het Binnenhof. De leden hebben nu alleen nog deze vergaderzaal, de overige medewerkers zitten elders in de stad. Maar reken er maar niet op dat de wijze dames en heren deze zaal opgeven. Ze willen hun historische plaats op het Binnenhof houden. Dicht bij de macht.
Overigens heeft de zaal een heel bijzondere verlichting. Dan hebben de leden ook wat te zien als ze het niet meer weten en om die reden even naar het plafond staren.”
Groen van Prinstererzaal
„De meeste vergaderingen in de Tweede Kamer hebben niet plaats in de grote plenaire zaal, maar in commissiezalen. Daar zijn er zo’n twintig van.
De drie grootste zijn genoemd naar de grondleggers van de drie belangrijkste politieke stromingen in ons land. Voor de liberalen is dat Thorbecke, voor de sociaaldemocraten Troelstra en voor de christenen Groen van Prinsterer.
In de grote zalen kunnen maar liefst negentig belangstellenden een debat volgen. De politici zitten in een halfronde opstelling. Dan kunnen ze elkaar in de ogen kijken. Dat zouden ze ook na afloop van debatten wat vaker moeten doen.
Overigens vinden er op dit moment ook experimenten plaats om staand te debatteren. Dat is beter voor de gezondheid. Misschien kunnen ze dan ook beter hun rug recht houden.
Groen van Prinsterer –een van mijn favoriete politici– komt op drie manieren terug in de Groen van Prinstererzaal. Aan de muur hangt een korte levensbeschrijving van hem en een stukje tekst uit een debat waaraan hij deelnam. Verder staat op een schuifdeur een print van zijn hoofd. En bij de ingang van de zaal staat op initiatief van oud-SGP-voorman Bas van der Vlies een klein standbeeldje met zijn buste.
Alle commissiezalen hebben veel glas. Dat duidt op transparantie en openheid. Voor de ramen bevinden zich grijze lamellen. Die moeten regenstralen voorstellen. Grappig bedacht, maar voor mij staan die lamellen voor een ander soort nattigheid. Wat sommige politici hier tijdens debatten te berde brengen, is geregeld om van te huilen.”
Vergaderzaal eerste Kamer
„Deze zaal is het tastbare bewijs van Neêrlands macht en glorie tijdens de Gouden Eeuw. In 1650 gaven de Staten van Holland en West-Friesland, tegenwoordig Noord- en Zuid-Holland, architect Pieter Post de opdracht om een nieuwe monumentale vergaderzaal te bouwen. Die moest de nationale en internationale invloed van Holland en West-Friesland weergeven. Dat is gelukt.
Overigens straalde de zaal niet altijd grandeur uit. De Fransen, die ons land overheersten van 1795 tot 1813, gebruikten de ruimte onder meer als militaire school. De vergaderzaal raakte in verval en toen de Fransozen waren verslagen, was een ingrijpende restauratie nodig. In 1849 ging de Eerste Kamer hier vergaderen.
De plafondschilderingen zijn gemaakt door Andries de Haen en Nicolaas Wielingh. Vanaf de rondingen van het plafond kijken mensen, afkomstig uit alle delen van de wereld, naar beneden. Daarmee wilden de schilders laten zien met welke volkeren de Republiek wereldwijd handel dreef.
Er staan twee prachtige schoorsteenpartijen in de zaal, met daarop zeventiende-eeuwse schilderingen die de vrede en de oorlog voorstellen.
Opvallend is verder het meer dan levensgrote schilderij van koning Willem II. Hij schonk dat toen er door een grondwetsherziening in 1848 tegen zijn zin een eind kwam aan zijn directe bemoeienis met de Eerste Kamer. Zo was hij toch altijd aanwezig bij de vergaderingen, zei hij. Dat was natuurlijk een steek onder water. De hoge Haagse heren konden elkaar danig de voet dwars zetten. Eigenlijk is er sinds die tijd niet zo veel veranderd.”
Trêveszaal
„De Trêveszaal is zonder twijfel een van de fraaiste vergaderzalen op het Binnenhof. De zaal is zo bijzonder dat zelfs ik er niet in kon komen. Apart dat Google wél binnen mocht… De versieringen in de zaal zijn prachtig en het uitzicht over de Hofvijver is fenomenaal. Elke vrijdag vergadert hier de ministerraad.
Oorspronkelijk deed deze ruimte, die in 1697 in gebruik werd genomen, dienst als officiële ontvangstzaal om gezanten uit het buitenland te imponeren. Die moesten onder de indruk komen van Hollands glorie. De levensgrote stadhouderportretten langs de wanden en de plafondschilderingen tonen de macht en rijkdom van de Verenigde Provinciën. Ook anno 2017 gebruikt de regering de Trêveszaal nog regelmatig voor staatsbanketten, recepties en ontvangsten.
In 1814 vond in deze zaal de eerste vergadering van de nieuwe Staten-Generaal plaats. Na de eenwording met België en de invoering van het tweekamerstelsel diende de zaal vervolgens bijna veertig jaar lang als vergaderruimte voor de Eerste Kamer. Sinds 1977 is de Trêveszaal de vaste vergaderplaats van de ministerraad.
De plaats van de zaal is symbolisch. Die is namelijk opgetrokken op de plek waar de opstandige gewesten in 1608 succesvolle vredesonderhandelingen met Spanje voerden. Dat leidde tot het Twaalfjarig Bestand (1609-1621). Trêve is het Franse woord voor wapenstilstand.
Hoog aan de wand een staat een bijzondere spreuk: ”Concordia res parvae crescunt”. Dat betekent: Door eendracht worden kleine dingen groot. Dat is een spreuk die goed past bij de Nederlandse mentaliteit. Maar om dat in de praktijk te brengen moeten de dames en heren die hier elke vrijdag vergaderen, wel op de kleintjes blijven letten…”