Rutte II vestigt record, maar snijdt geen taart aan
Welk kabinet heeft, gerekend vanaf WO II, het langst geregeerd? Sinds zondag is dat het tweede kabinet-Rutte. Met ‘dank’ aan de trage formatie. Toch zijn de slepende onderhandelingen tussen VVD, CDA, D66 en CU niet de énige verklaring voor de record-zittingsduur van ten minste 1750 dagen.
Nee, taart gaan ze morgen niet aansnijden als de ministers van het kabinet-Rutte II bijeenkomen voor het eerste begrotingsoverleg. Want ja, waarom zou het feit dat deze ministersploeg sinds WO II de langstzittende is, reden zijn voor feest? Is het niet, zoals Rutte vorige week in het tv-programma EenVandaag zei, vooral de trage formatie die ervoor zorgde dat zijn ministersploeg qua zittingsduur inmiddels Lubbers-III voorbij is gestreefd? En trage formaties zijn nu eenmaal niet iets om je voor op de borst te kloppen.
Toch is dat niet het hele verhaal. Want ook zónder stroperige onderhandelingen over een nieuwe regering zou Rutte II relatief lang op het pluche hebben gezeten. Op de verkiezingsdag, 15 maart dit jaar, regeerde het kabinet immers al bijna 1600 dagen. Dat was ruim zeven maanden langer dan het kabinet-Van Agt I, een ministers-ploeg die eveneens keurig de hele rit uitzat.
De verklaring voor dat grote verschil is eenvoudig. Onze Kieswet schrijft voor dat Kamerverkiezingen normaal gesproken om de vier jaar plaatsvinden en dat zij in maart gehouden moeten worden, tenzij er in diezelfde maand ook al gemeenteraadsverkiezingen of provinciale verkiezingen zijn. In dat geval worden de Kamerverkiezingen uitgesteld naar mei.
Het gevolg van deze regels is dat een kabinet soms beduidend langer, soms beduidend korter dan vier jaar regeert, afhankelijk ondermeer van de maand waarin het aantreedt. Zo regeerde Van Agt I drie jaar en negen maanden; Lubbers III vier jaar en tien maanden. Een fors verschil!
De langst zittende premier van na WO II is de huidige VVD-leider met dit alles overigens nog lang niet. Dat record staat nog royaal op naam van de vroegere CDA-voorman Lubbers, die maar liefst 4309 dagen in het Torentje bivakkeerde. Daar zit Rutte, met zijn huidige 2504 dagen, nog ver vandaan.
Wel kan de VVD-leider, stel dat hij opnieuw een kabinet gaat leiden én dat kabinet onbeschadigd de eindstreep haalt, de nummers vier (Kok: 2891 dagen), drie (Balkenende: 3006 dagen) en twee (Drees: 3788 dagen) van hun plek op de ranglijst stoten.
Afgetreden
Politiek en scorelijstjes, het blijft interessante kost. Want naoorlogsrecordhouder is het kabinet-Rutte II ook nog in een ander opzicht. Maar liefst zes bewindslieden moesten tussentijds vertrekken; twee ministers (Opstelten en Van der Steur) en vier staatssecretarissen (Verdaas, Weekers, Mansveld en Teeven). Waarbij natuurlijk de relativering geldt dat hoe langer een kabinet zit, hoe groter de kans is dat er bewindslieden moeten aftreden.
En als het over records gaat: zou het weleens eerder gebeurd zijn dat in één regeerperiode vier bewindslieden (Verdaas, Dijksma, Van Dam, en vanaf 1 september Kamp) verantwoordelijk waren voor natuur- en landbouwbeleid?