Jan van Schaffelaar: symbool van moed, trouw en opoffering
In Barneveld wordt zaterdag het Jan van Schaffelaarjaar officieel geopend. Voortaan zijn er in het Veluwse dorp jaarlijks allerlei activiteiten rondom de lokale held.

Sprong Jan van Schaffelaar op 16 juli 1482 inderdaad van de toren van Barneveld? Of werd hij er toch van afgeduwd? „Misschien is hij wel gestruikeld”, lacht de Barneveldse historicus Richard Tammes, vrijwilliger bij Museum Nairac. „Dat is hier tenminste een intern grapje.”
In het museum, op steenworp afstand van de plek waar Jan van Schaffelaar op de grond zou zijn terechtgekomen, is tot half oktober de expositie ”Jan van Schaffelaar. De held en zijn tijd” te zien. Tammes, behulpzaam bij de inrichting, geeft een ridder in harnas een centrale plaats in een van de twee toonzalen. Aan de wanden hangen etsen en schilderijen van de sprong, 535 jaar geleden. Het was de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, een aanhoudende strijd om de bestuurlijke macht in Holland. „De langste oorlog in onze vaderlandse geschiedenis”, aldus Tammes. „Van 1350 tot 1490.”
Van Schaffelaar stond in het conflict aan de zijde van de Kabeljauwen. De Hoeken (onder andere de stadsbesturen van Utrecht en Amersfoort) hadden bisschop David van Bourgondië uit de domstad verdreven. Als reactie daarop trachtten de Kabeljauwen de Utrechtse bevolking uit te hongeren.
Aanvoerroutes werden fel bevochten. Ook in Barneveld, waar een groep Kabeljauwen zich in de kerktoren verschanste met als doel een voedseltransport van de Hoeken te onderscheppen. Van Schaffelaar was de ruiteraanvoerder van deze Kabeljauwen. Met zijn sprong van de Barneveldse toren zou hij zijn manschappen van een vrije aftocht hebben verzekerd.
Dagelijks leven
In de belendende grote tentoonstellingszaal van Museum Nairac worden thema’s uit het dagelijks leven van de late middeleeuwen belicht, zoals eten en drinken, spel en speelgoed, gezondheid, religie, muziek, kleding, de markt en communicatie. Ze worden onder meer geïllustreerd met archeologische vondsten uit de gemeente Amersfoort.
De expositie wil vooral een indruk geven van de tijd van Van Schaffelaar. Een voor de hand liggende keuze, erkent Tammes, want over de held zelf is niet al te veel bekend. „Dat maakt zijn personage ook een beetje mysterieus”, vinden Mijntje Pluimers, schooldirecteur en raadslid, en Wicha Benus, innovatiemakelaar. Zij zijn de initiatiefnemers van het Jan van Schaffelaarjaar, dat wat hen betreft een Barneveldse traditie wordt.
Beiden behoren tot de Barnevelders die aannemen dat Van Schaffelaar zelf van de toren sprong. „Zijn heroïsche keuze om zo het leven te redden van zijn manschappen zal altijd bijzonder blijven. Alle reden dus om hem de aandacht te geven die hij verdient, want zijn verhaal over moed, trouw en opoffering kan een inspiratiebron zijn voor iedereen. Van Schaffelaar staat voor ons symbool voor omzien naar elkaar, jezelf even niet op de eerste plaats zetten, iets betekenen voor een ander, moed tonen, je zelfs voor iemand opofferen.”
Ook voor Elly van der Velde, archeoloog en educator van het museum en samensteller van de expositie, is het zeer aannemelijk dat Van Schaffelaar sprong. De heldendaad staat namelijk beschreven in een handschrift dat behoorde bij een kroniek uit Utrecht. Ook Van Schaffelaars laatste woorden worden daarin vermeld: „Lieve gesellen, ic moet ummer sterven, ic en wil u in geenen last brenghen.”
Voor de authenticiteit pleit volgens Tammes dat Utrechters het hebben opgeschreven. „De steden Utrecht en Amersfoort stonden aan de kant van de Hoeken. Als jouw vijanden iets aardigs over je roepen, in dit geval dat je je heldhaftig hebt opgeofferd, is de kans groot dat het waar is. Ze hadden er zelf immers geen belang bij.”
Geen sms’je
Tammes verkleedt zich af en toe voor speciale gelegenheden als Jan van Schaffelaar in vol ornaat, 30 kilo extra met zich mee torsend. Ook hij acht een sprong van de destijds circa 35 meter hoge toren het meest waarschijnlijk. „Het is psychologisch interessant. Ze zaten daar boven op de belegerde toren in de penarie, ze konden niet snel een sms’je sturen met een verzoek om hulptroepen. Als dan van beneden het aanbod van vrije aftocht wordt gedaan, mits de hoofdman zich overgeeft, is de druk op de aanvoerder groot. Die burgeroorlog ging met veel wreedheid gepaard. Van Schaffelaar kan gedacht hebben: Als ik naar beneden loop nemen ze me hoe dan ook te grazen, ik kan beter zorgen dat ik dood in hun handen val; dan is een sprong hopelijk voldoende om in één keer naar een andere wereld geholpen te worden. Of zijn mannen hebben Van Schaffelaar een handje geholpen toen hij niet wilde capituleren, je weet het niet.”
Naar alle waarschijnlijkheid was de Barneveldse held geen edelman. „We kennen tenminste geen stukken waaruit blijkt dat hij tot de adel behoorde”, aldus Tammes. „Hij zal een ruiterhoofdman zijn geweest, te vergelijken met een kapitein in het leger, een krijgsman die goed op de hoogte was van het militaire bedrijf. Zijn naam komt voor in een legerrol uit 1476, waarin staat dat hij deel uitmaakte van een Bourgondische legermacht die zich met Karel de Stoute tegen de Zwitsers keerde. Een huurling, al klinkt dat tegenwoordig negatief. In zijn tijd was het een manier om je brood te verdienen.”
Zijn heldenstatus verkreeg Van Schaffelaar pas in de negentiende eeuw. Tammes: „Het Koninkrijk der Nederlanden kon toen wel wat vaderlandse helden gebruiken. Dat kwam goed van pas bij de vorming van de jonge natie.” Het verhaal van Van Schaffelaar inspireerde Jan Frederik Oltmans tot zijn historische roman ”De Schaapherder” (1838) en dichter Hendrik Tollens wijdde een uitgebreid vers aan de ruiteraanvoerder.
Icoon
In Barneveld werd in 1903 een standbeeld van Van Schaffelaar geplaatst bij de Oude Kerk. Op initiatief van de toenmalige Vereniging voor Plaatselijk Belang en Vreemdelingenverkeer Barneveld. Benus en Pluimers begrijpen dat. „Jan van Schaffelaar is prachtige Barneveldpromotie. Kip en ei krijgen veel aandacht, maar de historische figuur Jan van Schaffelaar moet ook weer een icoon voor Barneveld worden. Hij heeft ons veel te vertellen. Over moed, trouw en opoffering.”
”Helden van Schaffelaar” anno 2017
Ter gelegenheid van het Jan van Schaffelaarjaar worden zaterdag 1 juli twee Jan van Schaffelaarheldenpenningen uitgereikt, in de categorieën jongeren tot 17 jaar en volwassenen vanaf 18 jaar. Daarmee wordt het startsein gegeven voor een jaarlijks terugkerende verkiezing van ”de Held van Schaffelaar”.
Met de penningen worden personen geëerd die „het afgelopen jaar heldendom hebben getoond, een ander het leven hebben gered of daartoe een poging hebben gedaan en daar zelf gevaar bij hebben gelopen.” Burgemeester Van Dijk van Barneveld: „Juist in deze tijd, waarin individualisme hoogtij viert, is het van groot belang om eigentijdse voorbeelden van heldenmoed en goed burgerschap onder de aandacht van iedereen te brengen.”
Activiteiten in het kader van het Jan van Schaffelaarjaar naast de expositie in Museum Nairac zijn een gedichtenwedstrijd voor scholieren, historische wandelingen, kunstprojecten en een muzikale afsluiting op 21 oktober. Mijntje Pluimers en Wicha Benus stellen zich voor dat er elk jaar Jan van Schaffelaaractiviteiten zijn, en eens in de vijf jaar extra evenementen.
Kinderboek en prentenboek
Bij de aftrap zaterdag 24 juni worden twee boeken gepresenteerd die speciaal voor het Jan van Schaffelaarjaar zijn geschreven.
”Kogels door de Kerktoren” van Dieta Malestein uit Barneveld gaat over vier kinderen die plotsklaps in 1482 belanden en bij de kerktoren van Barneveld oog in oog komen te staan met Jan van Schaffelaar. Malestein schreef eerder een bundel verhalen over belangrijke momenten uit de geschiedenis van Barneveld.
”Ridder Jan” is een kleurrijk prentenboek. Hennie Blaauwendraat uit Renswoude verzorgde de tekst. Medewerkers van Ons Bedrijf, een Barneveldse organisatie voor begeleid werken en dagbesteding, maakten de tekeningen.