Een goede leraar, dat ben je of dat ben je niet. Toch? Of kun je lesgeven leren? „Goede begeleiding en gezamenlijke voorbereiding helpt enorm.”
Dat is de ervaring van Machteld van der Maas (18) en Jacob Jan van Rijs (22), docenten in opleiding bij het Calvijn College (locatie Krabbendijke Appelstraat) en Driestar hogeschool. De docenten leren het vak dus vooral in de praktijk.
„Ik heb mijn handen vol aan orde houden”, vertelt Jacob Jan, die geschiedenis geeft. „Aan het begin wist ik niet hoe ik ervoor kon zorgen dat mijn leerlingen naar me zouden luisteren. Maar gelukkig blijken er allerlei trucjes te zijn die je kunt toepassen. Het gaat nu al veel beter.”
Machteld studeert voor leraar Duits. „Op de hogeschool leren we over de verhouding tussen gezag en relatie, ook vanuit christelijk perspectief. Ik wil een band opbouwen met mijn leerlingen en tegelijkertijd duidelijk maken dat ik als hun docent iets te zeggen heb over hun leren en gedrag. Als je dat goed in balans weet te brengen, heb je orde en een fijne sfeer in de les.”
Jacob Jan hield vroeger niet zo van leren: „Ik dacht altijd dat je daar niet veel aan hebt, maar daar ben ik van teruggekomen. De ideeën uit de lessen op school en de gesprekken met mijn vakcoach en schoolopleider kan ik op mijn manier toepassen in de praktijk. Ongemerkt beïnvloedt het mijn denken.” Machteld: „Je wordt geen leraar door een boek te lezen, maar wel door jezelf te ontwikkelen. Lesgeven moet je ook vanuit je gevoel doen.”
De theorie zegt dat je aan het begin van de les vijf minuten tijd moet nemen om contact met elkaar te maken. „Veel te lang!” vindt Jacob Jan. „Dat past niet bij mij.” Machteld vindt een langzame start van de les juist fijn: „Het helpt de leerlingen en mij om rustig te worden. Als ik die tijd niet geef aan het begin, kunnen we niet lekker werken met elkaar. Door de praatjes bij de deur bouwen we aan relatie.”
Jacob Jan wilde vroeger zo snel mogelijk gaan werken in het groente- en fruitbedrijf van zijn familie. „Ik vond het niet nodig om te investeren in een opleiding. In het bedrijf had ik een leuke baan met veel verantwoordelijkheid, maar na een tijdje besefte ik dat ik eigenlijk verder wilde leren. Omdat geschiedenis me interesseert, heb ik gekozen voor deze lerarenopleiding. Nu ik voor de klas sta, merk ik dat ik mijn ervaring als ongemotiveerde leerling goed kan gebruiken; rebelse jochies spreken me extra aan.”
„Ik vind het leuk om de ontwikkeling van leerlingen te volgen”, vertelt Machteld. „Toen ik nog op school zat, was ik leerlingvertrouwenspersoon: ”leerling voor jou”. Daardoor ontdekte ik dat ik een sociaal beroep wil. Op dit moment zet ik vooral de kwaliteiten in als leraar. In de toekomst zou ik wel meer met leerlingbegeleiding willen doen. Verder vind ik mijn vak leuk en wil ik leerlingen daar ook enthousiast voor maken. Daarom doe ik altijd mijn best op leuke werkvormen.”
De beginnende docenten draaien er niet omheen dat ze ook fouten maken voor de klas. De lerares Duits: „Maar als het goed is, verbeter je daardoor jezelf en word je sterker. Onze begeleider Corné van der Maas brengt lesbezoeken en kijkt mee met ons werk. In de gesprekken zoekt hij altijd naar iets waar hij mee kan helpen. Hij is heel kritisch, maar dat zorgt er wel voor dat we echt in ontwikkeling zijn.” Eén avond per week gaan ze met plezier naar de hogeschool. Jacob Jan: „Samen studeren is echt heel leuk, ik zou zelfs naar Gouda komen als de lessen op zaterdagavond waren!”
„Docent zijn is een heel andere manier van presteren dan bij een bedrijf”, vertelt de geschiedenisdocent. „Het gaat om jou als persoon: wat voor leraar word je en wat geef je mee aan je leerlingen? Daar word je zelf ook rijker van.” Machteld: „Als je je open opstelt, zul je sneller vertrouwen terugkrijgen.” Dat herkent haar collega. De laatste tijd deelt hij meer met leerlingen: „Ik sport graag. Dus dan zit ik met een van de jongens over boksen te praten en hebben we ineens contact; fantastisch!”
Blijven leren
„Het is makkelijk om tegen studenten te zeggen dat ze een les of opdracht goed hebben gedaan. Maar dat zorgt voor stilstand. Ik wil hen juist helpen om iedere keer weer een nieuwe stap te zetten. Door kritische vragen en opmerkingen open ik een deur voor hen. Dan leren ze verder. Je leert door ervaring, ondersteund door de theorie. Het is mijn wens dat de studenten uitgroeien tot goede docenten die zelf blijven leren. Daardoor kunnen ze hun leerlingen beter helpen om tot leren te komen. Want daar gaat het om”, aldus Corné van der Maas, docent, schoolopleider en coördinator opleiden en begeleiden aan het Calvijn College (locatie Krabbendijke Appelstraat).