Gezin Ten Brinke laat Syrische vluchtelingen mee-eten en neemt hen mee naar de kerk
APELDOORN. Ze hebben wekelijks een avond vier Syrische mannen in huis. Ook de kerstdagen brengen deze vluchtelingen uit de Apeldoornse noodopvang bij het gezin van Jurrien (34) en Janet (36) ten Brinke door. „We willen ons leven met hen delen.”
”Ik ben gastgezin voor een vluchteling”. Onder die titel zette het Apeldoornse echtpaar –ouders van vijf kinderen in de leeftijd van 0 tot 8 jaar– begin september een Facebookpagina op. Doel was 400 mannen uit de noodopvang een gezellige avond te bieden bij inwoners van de stad. Al snel waren er meer gastadressen dan vluchtelingen. Niet alleen vanuit Apeldoorn, maar vanuit het hele land meldden zich in totaal 26.000 mensen aan als gastgezin.
In hun Apeldoornse woning vertelt het echtpaar dat het anderhalf jaar geleden werd geraakt door beelden van vluchtelingen op het Italiaanse eiland Lampedusa. „We konden geld geven en voor hen bidden. Daarmee hield het op, want het was ver weg”, zegt Janet. „Deze zomer kwam het dichtbij toen er in Apeldoorn een noodopvang openging.”
Op dit moment verblijven de vluchtelingen, die eerst in de Americahal werden ondergebracht, in tenten. Volgend jaar komt er een regulier asielzoekerscentrum (azc) in de wijk Zuidbroek. Tijdens informatiebijeenkomsten over zowel de noodopvang als het azc schrokken de Ten Brinkes van reacties van een deel van de bevolking. Janet: „Vluchtelingen werden uitgemaakt voor verkrachters en criminelen.”
Jurrien: „We hebben toen een statement gemaakt en gezegd: de beste manier om problemen te voorkomen is contact met de vluchtelingen maken, hun tot een hand en een voet zijn. Dat had ik zelf ervaren in het gezin in Kampen waarin ik ben opgegroeid. We hebben een paar jaar een Iraakse Koerd in huis gehad die een broer voor me is geworden.”
Na een roerige informatiebijeenkomst eind augustus zette het echtpaar ’s nachts de Facebookpagina ”Ik ben gastgezin voor een vluchteling” op. Kort daarna –op 10 september– werd ”Meat & Eat” georganiseerd. Daarbij konden de mannen uit de noodopvang –toen nog in de Americahal– bij een Apeldoorns gezin mee-eten. De eerste avond waren 380 vluchtelingen te gast in een Nederlands gezin.
Het gezin Ten Brinke begroette vier moslims uit Aleppo, Kobani en Damascus. „De eerste keer zeiden ze nauwelijks drie woorden”, herinnert Janet zich. Na enige tijd ontstond er echter een hartelijk contact. Inmiddels komen ze elke week een avond. „Op zondag gaan ze met ons mee naar de diensten van de evangelische gemeente De Basis, die speciaal zijn gericht op buitenkerkelijken. En vorige week waren ze op ons 12,5-jarig huwelijksfeest.”
Jurrien: „Iedereen kan liefde en aandacht geven aan vluchtelingen. We willen ons leven met hen delen. Het is een prachtige manier om Gods liefde te laten zien in deze gebroken wereld.” Het contact is wederkerig. „De mannen hebben een keer voor ons gekookt en helpen mee in de tuin. Ze willen graag iets doen. In de noodopvang vervelen ze zich.”
Inmiddels zijn op zo’n 25 plaatsen in het land werkgroepen ontstaan die volgens hetzelfde model werken, met vrijwilligers die zich via de Facebookpagina hebben aangemeld. Het werk wordt op korte termijn ondergebracht in een stichting. Deze week heeft Jurrien ten Brinke overleg met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) over de mogelijkheid om asielzoekers in huis op te nemen, als alternatief voor een plek in een azc. Hiervoor willen 7000 mensen in Nederland hun woning beschikbaar stellen.
In september ging het echtpaar een week als vrijwilliger aan de slag op het Griekse eiland Lesbos, waar ze bootvluchtelingen aan land zagen komen. Janet: „De hopeloosheid van de mensen die daar aankomen, zal ik niet snel vergeten.” Jurrien: „De opvang in Griekenland is heel slecht. We zijn heilig verontwaardigd dat dit in Europa gebeurt.”
serie Terugblik
Dit is het derde deel van een serie interviews over ingrijpende gebeurtenissen die mensen het afgelopen jaar meemaakten.