Blindengeleidehond en baasje: stoer maar kwetsbaar duo
Gandalf is een grote blonde labrador die soms bij zijn baas op schoot kruipt. Tegelijk is hij een stoere werkhond: hij heeft geleerd een blinde te geleiden, dwars door het drukke leven heen. Maar dat laatste lukt niet meer sinds zijn baas en hij zijn aangereden bij het zebrapad.
Gandalf (4,5) moet vervroegd met pensioen. Zijn baas, Eric van Boven (52) uit Nunspeet, voelt zich „zo schuldig” dat hij de hond gaat herplaatsen. „Maar mijn verstand zegt dat dit het beste is, al schreeuwt mijn gevoel het tegenovergestelde.”
Eric van Boven heeft al meer blindengeleidehonden gehad, en na jarenlange trouwe dienst zat het werk er rond hun 9e jaar op. Dan bleef de oude hond bij Eric en zijn vrouw Janet (44) wonen, en nam een jonge hond de taak van de oude over.
Maar Gandalf is getraumatiseerd, en op aanraden van KNGF Geleidehonden wordt hij in een ander gezin geplaatst, zodat de nieuwe hond niet de angst van Gandalf overneemt.
Salto’s
Op 7 januari werden Van Boven en Gandalf aangereden in hun woonplaats, terwijl ze samen het zebrapad opliepen. De bumper van de bestelbus raakte eerst vol de hond, daarna de knie van Van Boven, vervolgens vloog hij met zijn hoofd door het raam van de auto en ten slotte belandde hij net naast de stoeprand op de grond. Van Boven brak zijn sleutelbeen, zijn ribben bleken gekneusd en hij liep een hersenschudding op. Na drie dagen mocht hij het ziekenhuis verlaten, waarna hij tot eind februari vooral op bed lag en daarna een tijdlang zittend doorbracht. Zijn knie „lag in de puinpoeier” met drie botbreuken. Pas op 27 mei ging hij weer de straat op.
De verwondingen van Gandalf leken mee te vallen. „Hij had alleen een schram, terwijl hij best wat salto’s heeft gemaakt.” Maar toen hij in mei weer met Van Boven op pad ging, begon de hond „te tekenen op auto’s.” Zodra er een auto langsreed, dook hij weg, of hij trok aan de riem, sleurde zijn baas mee. „En dat kan echt niet”, zegt Van Boven. „Ik moet voor 100 procent op hem kunnen vertrouwen als ik de weg opga. Ik word hier zelf ook onzeker van, en dat versterkt de angst van Gandalf weer.” Zelf ziet hij helemaal niets.
De harde waarheid is dat de hond arbeidsongeschikt is door het ongeval, en dat Van Boven zijn goede vriend kwijtraakt. Want behalve „een ideale geleidehond” is Gandalf ook een maatje. „Ik ben met hem naar jachttraining geweest –naast zijn werk in het tuig mag hij ook echt hónd zijn– , en werken met zo’n dier is het mooiste wat er is. Zwemmen, apporteren... Oké, hij pakte het zogenaamde konijn te stevig vast dus een volleerde jachthond wordt hij niet, maar alleen al samen bezig zijn is super.” En Gandalf is grappig. Op de vaste route naar de kerk steekt hij steevast schuin de straat over om een ommetje te maken langs de kaaswinkel. Gewoon, om even de geur op te snuiven. En eens, in de kerk, waar Van Boven zijn geleidehond mee naartoe neemt, zat de hond een beetje in de weg in een krap gangpad. Toen de diaken erlangs wilde met de collectezak, sprong Gandalf op schoot bij zijn baas.
Zelfstandigheid
Het duurt wel even voordat een mens en zijn nieuwe blindengeleidehond echt op elkaar zijn afgestemd, vertelt Van Boven: „Daar gaat zomaar een halfjaar overheen.” Voor die tijd kom je op een wachtlijst; eerst moet er een goede match worden gevonden.
En daarom doet hij zijn verhaal: omdat de schade van een verkeersongeluk zo groot kan zijn, zelfs al is het ogenschijnlijk goed afgelopen. Het kostte in dit geval niet alleen een kostbare, goed opgeleide hond; het beroofde Van Boven ook van zijn zelfstandigheid. „Voordat ik weer op eigen houtje de straat op kan, zijn we misschien wel een jaar verder. Ik heb mijn stok wel, maar daarmee op pad gaan kost me meer energie dan dat het een gezellig-door-het-dorp-lopen is.”
Weggebruikers houden bar weinig rekening met blinden en slechtzienden, vindt hij. „Het gaat heel vaak nét niet mis. Denk niet dat mensen zomaar stoppen als ik mijn stok omhoogsteek als teken dat ik wil oversteken, terwijl ze dat wel wettelijk verplicht zijn. Ik moet héél duidelijk zijn, en me brutaler tonen dan ik wil zijn. Fiets nooit snel voor een blinde langs, omdat het net nog kan, zou ik willen vragen. Ik zeg weleens: Ze rijden Gandalfs snorharen eraf, en denken: Er gebeurt niks, en die blinde ziet toch niks – maar er gebeurt wél wat. Ik voel het, ik hoor het, en het is heel bedreigend. Ook voor de hond is het heftig. Hij heeft geleerd dat verkeer stopt als ik mijn stok omhoog doe en ga oversteken, maar in de praktijk rijden velen dus dóór.”
Saai is het in elk geval nooit, als je met een blindengeleidehond op pad gaat. Zo loodste Gandalf zijn baasje weleens een huis binnen omdat de stoep versperd was. „De hond leidt me om obstakels heen, en in dit geval stond er een voordeur open, dus koos hij die, in de veronderstelling dat er een omleiding van te maken viel. Stond ik opeens midden in een huiskamer.” Van Boven lacht hartelijk. „En rond Kerst stond er eens een koor van het Leger des Heils te zingen op straat, precies op onze route. Gandalf loodste me dwars door het koor, ook omdat daar de meeste ruimte was.”
Op een dag hoorde Van Boven een gesprek aan tussen een moeder en kind over de vraag wie er nu blind was, de baas of de hond. Een andere keer gaf Van Boven aan: „Ik heb liever niet dat u de hond aait.” „Maar ik ben donateur van KNGF”, zei de vrouw die Gandalf aaide.
Hogeschoolwerk
Er is nog altijd veel onwetendheid over hoe blinden in het verkeer hun weg vinden, stelt Van Boven. „Er staat rommel op de stoep, fietsen en auto’s worden geparkeerd op geleidelijnen –die stroken met witte ribbels– en waarschuwingstegels en veiligheidsstroken zijn versperd. Al dat eetbare afval dat op straat ligt is ook lastig voor de hond. Mensen zouden zich er wat meer van bewust kunnen zijn hoe kwetsbaar een blinde is in het verkeer, en dat de hond met hogeschoolwerk bezig is. Geef ons de ruimte.”
Ruimte krijgen is het belangrijkst, zowel van onverschilligen als hulpvaardigen, vindt Van Boven. „Blijkbaar ben ik ook openbaar bezit, mensen plukken aan me of knijpen of manoeuvreren me een verkeerde trein in. Weet je hoe dat voelt? Alsof ik naast je in de auto zit en aan je stuur trek. Luisteren is echt een kunst – toen ik eens zei dat ik bij boekhandel Osinga moest zijn, werd ik de Bruna binnen geduwd. Goed bedoeld allemaal –hulp is welkom– maar mijn verzoek is: Blijf van me af. Het is fijn als iemand de weg wijst; de hond lost de rest op.”
De witte stok heeft voorrang
KNGF Geleidehonden vroeg begin dit jaar opnieuw aandacht voor blinden en slechtzienden in het verkeer. De rood-witte stok wordt vaak genegeerd, concludeerde KNGF na een enquête onder geleidehondenbazen: 92 procent van de respondenten gaf aan hier last van te hebben. Soms worden slechtzienden uitgescholden door ongeduldige medeweggebruikers. KNGF deed het onderzoek naar aanleiding van het verkeersongeval van Eric van Boven en Gandalf.
Goed om te weten
- Een blindengeleidehond leidt zijn baas naar de juiste plek om over te steken. Het is de baas die het goede oversteekmoment inschat, niet de hond.
- De hond kan de kleuren van een verkeerslicht niet onderscheiden en de snelheid van aankomend verkeer niet inschatten.
- Een verkeersdeelnemer met witte stok heeft wettelijk gezien altijd voorrang bij het oversteken.
- Witte stok verticaal omhoog betekent: Ik wil oversteken. Witte stok horizontaal omhoog betekent: Ik ga nu oversteken (zie afbeeldingen).
- Vooral fietsers zijn lastig te horen tussen al het andere verkeersgeluid.
- Een hond in tuig is aan het werk en mag nooit uit zijn concentratie worden gehaald. Aaien –of zelfs aankijken– kan voor vervelende situaties zorgen.
Bron: KNGF
Gandalf
Gandalf woont intussen in zijn nieuwe gezin. „Het gaat goed met hem”, meldde Janet van Boven donderdag, enkele weken na het gesprek voor dit artikel. „Ze ondernemen van alles met hem, hebben zelfs speciaal een andere auto voor gekocht voor meneer. En een hondenzwembad, maar dat gebruikt hij vooral als waterbak.”
Haar man staat nog op de wachtlijst voor een andere viervoeter. „Het doet enorm veel pijn dat Gandalf weg moest. Zodra er een nieuwe hond in aantocht is, heeft hij iets om naar uit te kijken, kan hij een nieuwe start maken. KNGF heeft al in kaart gebracht wat bij hem past, ook qua looptempo en karakter. Eric hoopt op een zwarte labrador... met een pittig, stabiel en ondeugend karakter en een will to please.”