Dakloze Arjan (42): Boetes voor buiten slapen kon ik niet betalen
Het aantal daklozen in Nederland blijf stijgen. Onder hen zijn steeds meer mensen die door schulden en werkloosheid hun woning kwijtraakt. Ook Arjan van Lith (42) verloor na zijn ontslag z’n huis. „Ik ben een autodidact. Als ik een extra opleiding had gedaan, was ik waarschijnlijk nooit dakloos geworden.”
Toen
Ik ben opgegroeid in een stabiel gezin met twee kinderen in Driebruggen, een dorp in de buurt van Gouda. Daar ging ik naar een christelijke lagere school, hoewel we zelf niet christelijk waren. Na de lts heb ik de slagersvakopleiding gedaan, waarna ik in een slachterij heb gewerkt. Toen ik daar als homo vastliep in de machocultuur ging ik ander werk zoeken. Vervolgens heb ik enkele jaren als servicemonteur bij een groot bedrijf gewerkt.
In 1999 solliciteerde ik als systeembeheerder bij een bank. Tijdens het gesprek kwamen we mondeling overeen dat ik een computernetwerkopleiding zou kunnen volgen die noodzakelijk was voor mijn toekomst. Maar dat is er nooit van gekomen. Het werd iedere keer vooruitgeschoven, onder meer door een verbouwing en verhuizing van de bank. Daarna was er weer een ander project waardoor mijn opleiding niet door kon gaan. Intussen ontwikkelde ik mezelf.
In april 2009 ben ik bij een reorganisatie ontslagen. Toen had ik een probleem. Ik ben een autodidact, heb veel kennis en ervaring als systeembeheerder, maar op mijn cv ontbreekt een belangrijk papiertje, een diploma, doordat ik die opleiding nooit heb gedaan. Daardoor kan ik niet verder. Van UWV moest ik solliciteren op functies die bij mijn ervaring pasten, al had ik de papieren niet. Ik schreef bij wijze van spreken als EHBO’er op een vacature voor openhartchirurg. Dat werkte dus niet.
Inmiddels had ik veel geld uitgegeven aan computerspullen –een laptop, software, licenties om servers te laten draaien– waarvan ik dacht dat ik die bij mijn vroegere werkgever kon declareren in het kader van mijn opleiding. Maar het geld kreeg ik niet terug. Ik heb alles op alles gezet om het hoofd boven water te houden, maar de schulden stapelden zich op. Mijn bankrekening werd geblokkeerd. Ik huurde in Den Haag een flat van een kennis, maar kon de huur niet meer betalen. Omdat ik hem niet verder in de problemen wilde brengen, ben ik weggegaan. Ik heb m’n spullen ergens opgeslagen, heb de flat schoongemaakt en ben vertrokken. Toen stond ik op straat.
Nu
De eerste nacht dat ik dakloos was, ik denk dat het ergens begin 2010 is geweest, sliep ik niet. Het was koud en sneeuwde een beetje, maar ik wist niet waar ik naartoe kon gaan. Ik heb de hele nacht in Den Haag rondgelopen. Later vond ik een plekje in een trapportaal ergens in de buurt van het Centraal Station. Het was steenkoud. Ik was toen nog niet gewend op beton te liggen; inmiddels wel. Later heb ik onder een spoorbrug geslapen. De treinen reden over me heen. Die plek is nu afgezet.
Als het vroor, sliep ik in de winteropvang. Dan zijn er meer plekken beschikbaar voor daklozen. Daarna ging ik weer naar buiten. Ik hield niet van de strenge regels in de nachtopvang. Via een organisatie in Den Haag kreeg ik een slaapzak. Daarmee sliep ik op een plekje in het bos. Dat leverde me meer dan eens een bekeuring voor buiten slapen op. Die boetes kon ik niet betalen. Op een vroege ochtend werd ik weer door de politie gewekt. Agenten namen me mee naar het politiebureau. Daarvandaan belandde ik in de gevangenis in Alphen aan den Rijn vanwege de openstaande boetes. Na een week stond ik weer op straat.
Vanaf het moment dat ik dakloos werd, zwierf ik hele dagen rond. Ik moest m’n leven een nieuwe invulling geven, keek of ik mensen een luisterend oor kon bieden, advies kon geven of kon helpen bij computerproblemen. Ik zet me in met de middelen die ik heb. De laatste jaren heb ik veel contact met het Leger des Heils in Den Haag. Ik kom vaak in de dagopvang in het centrum en slaap op dit moment in de nachtopvang, hoewel ik dat een naar woord vind.
Straks
Het is bijna Kerst en Nieuwjaar. Daar heb ik weinig zin in. Met mijn familie heb ik geen contact. Ik ga naar de kerstviering van het Leger des Heils. Verder zie ik het wel. Ik sta er nog niet te veel bij stil, maar leef bij de dag. Op een gegeven moment leer je het af om te plannen. Dat heb ik geprobeerd met mijn opleiding, maar ik heb die door externe factoren niet kunnen realiseren. Met die studie was ik waarschijnlijk nooit dakloos geworden.
Ik ben blij met de hulp die ik nu krijg van het Leger des Heils om zaken te regelen. Zonder deze organisatie zou ik echt in de problemen zitten. Ik doe ook vrijwilligerswerk in de dagopvang van het Leger, schenk koffie en thee en verricht hand- en spandiensten. Ik ben ook vrijwilliger bij het Haagse Straatnieuws, waarvoor ik een database heb opgezet, en help twee dagen per week in een woon-zorgcentrum. Daar ben ik begonnen als vrijwilliger in de dagopvang, maar ik ben veelzijdig. Ik help ook in het restaurant of bij de receptie en heb een museum ingericht voor mensen met dementie. In die omgeving worden ze rustig en komen tot zichzelf.
Of ik ooit weer woonruimte en werk zal vinden? Ik weet het niet. Mijn status is op dit moment ingewikkeld. Via het Centraal Coördinatiepunt voor daklozen in Den Haag, moet ik officieel bewijzen dat ik dakloos ben, alsof dat nog niet duidelijk is. Ik moet aangeven waar ik gedurende drie weken elke nacht slaap. Ik hoop dat dat volgende maand lukt. Daarna kan ik weer een uitkering aanvragen en een zorgverzekering afsluiten. Dat is van belang omdat ik hihv heb. Ik heb medicijnen nodig, die ik nu niet krijg.
Ik ben al zo vaak van het kastje naar de muur gestuurd en tegengewerkt door allerlei instanties, dat ik er weinig vertrouwen in heb dat het allemaal goed komt. Als ik verslaafd was, kon ik makkelijker hulp krijgen dan nu, omdat ik onvoldoende een probleemgeval ben. Het wordt me aan alle kanten moeilijk gemaakt om weer een normaal leven te leiden, maar ik hoop ooit weer een huis te krijgen. Liever vandaag dan morgen.”