Buitenland
Een nieuw begin voor weeshuisjongeren

Bulgaarse jongemannen die op hun achttiende het kindertehuis verlaten, kunnen soms hun naam nog niet schrijven. Velen van hen verdwalen zodra ze de wijde wereld ingaan. De Amerikaanse zendelinge Judy Ridgway nodigt hen daarom uit in haar trainingscentrum. Om de mannen in twaalf maanden voor te bereiden op het echte leven.

Evert van Vlastuin

Learning Center Borovtsi, Bulgarije. Het centrum is een brug tussen het weeshuis en de samenleving voor vooral Romajongeren. beeld RD
Learning Center Borovtsi, Bulgarije. Het centrum is een brug tussen het weeshuis en de samenleving voor vooral Romajongeren. beeld RD

Een rondleiding geven door het vernieuwde pand stemt Ridgway nog steeds vrolijk. Ze verbaast zich erover hoe God precies wist wat zij nodig had. Hij zorgde ervoor dat alles werd aangevoerd, nog meer dan ze nodig had.

Ridsways organisatie Bulgarian Child kocht in Borovtsi een oud weeshuis, dat compleet werd verbouwd en uitgebreid. Ze opent overal deuren en showt het meubilair. Het een komt uit een hotel, het ander uit een ziekenhuis, de keuken­inventaris uit een restaurant. Het meeste is afkomstig uit de Verenigde Staten. Buiten staat een lege zeecontainer. Die dient nu als schuur.

Ze is er nog steeds verwonderd over dat de inventaris er is. „We hebben nauwelijks iets gevraagd, maar God heeft in alles voorzien”, zegt ze lachend. „Ik heb zelfs beddengoed moeten weggeven, zo veel hadden we.” In een opslag staan ook nog meubels en kozijnen uit Amerika.

Veel vaste sponsoren heeft ze niet. Eigenlijk alleen de Nederlandse stichting Kom over en help, maar die steun beperkt zich tot de opleiding en het verblijf van zes jongeren.

Jaarlijks trekt Judy Ridgway met haar man Paul –die actief is als christelijk muzikant in Bulgarije– vijf weken door Amerika om geld in te zamelen. Verder sturen ze nieuwsbrieven rond. Het geld komt er altijd. „Ik ben al lang geleden gestopt om me hierover zorgen te maken”, zegt ze opgewekt. „God heeft steeds in alles voorzien.”

Learning Center Borovtsi biedt momenteel plaats aan zestien jongemannen (op termijn zou dit kunnen groeien tot veertig). In één jaar kunnen ze drie cursussen van vier maanden volgen; variërend van koken tot tuinieren, van timmeren tot computerwerk. Als ze alle diploma’s halen, mogen ze nog een halfjaar langer blijven, waarin ze onder meer voor hun rijbewijs kunnen gaan. „Dat is een geweldige stimulans. Zo’n kans krijgen ze nooit meer.”

Ridgway kiest bewust alleen voor jongens. Ze weet van een initiatief in de buurt om iets voor meisjes op te zetten, maar dat wil nog niet vlotten. De meeste cursisten zijn Roma.

Halverwege het jaar gaan er meestal wel een paar weg. Niet iedereen is in staat zich naar de regels te voegen. Die zijn vrij streng: ’s morgens om halfnegen wordt de ontbijttafel afgeruimd, ’s avonds om elf uur gaat het gebouw dicht. Rond die tijd zijn ook de computers uit. Internet is alleen beschikbaar in de publieke ruimte, in de slaapkamers is er geen bereik. „Anders komt er van slapen niets meer”, stelt Ridgway vast.

De meeste deelnemers hebben weinig ondergrond. Als ze bij aankomst hun contract moeten tekenen, pakken sommigen hun identiteitskaart en tekenen hun naam precies na. „In sommige weeshuizen is een goede directeur die erop toeziet dat alle kinderen naar school gaan”, verklaart de Amerikaanse zendelinge. „Maar in de meeste tehuizen gaat het anders.”

Er is veel kritiek op de kinder­huizen in Bulgarije. Volgens Ridgway terecht. De bewoners leren er veel kwaads en weinig goeds. „Velen zijn nog nooit in een winkel geweest. Op onze kookcursus moeten we de jongens dus ook leren inkopen te doen. Vervolgens kunnen ze maar moeizaam een recept lezen, omdat ze het rekenen niet onder de knie hebben. Ze krijgen weinig vaardigheden mee. Pas deed iemand nog een paar schoenen in de wasmachine.”

Het zelfbeeld van de jongeren is het eerste dat ze aanpakt. „Ze komen hier met de gedachte dat ze niets kunnen. Maar ik geef hun verantwoordelijkheden; hout­hakken of groente kweken. Dat helpt enorm.”

Officieel is Learning Center Borovtsi een neutrale organisatie. Dat maakte het gemakkelijker om licenties te krijgen voor alle cursussen. Religie ligt nog altijd gevoelig in Bulgarije, en het lidmaatschap van de Europese Unie, sinds 2007, doet daar geen goed aan.

Maar Judy Ridgway steekt niet onder stoelen of banken wat haar drijfveer is. Ze haalt de schouders op bij de vraag of dit zou kunnen leiden tot het intrekken van licenties. Ze heeft veel moeite gedaan om –zonder steekpenningen– voor alle cursussen de certificering te krijgen. Maar in het uiterste geval heeft ze dit niet nodig. Financieel is ze niet afhankelijk van de Bulgaarse regering.

Tamboerijn

De bewoners vormen een kring. Elke week is er na het avondeten een samenkomst. Vanavond spreekt Vlady Raichanov, van beroep vertaler Engels en verbonden aan het jongerenwerk van de Bulgaarse Baptisten­unie (BBU).

Een paar mannen rommelen in de kast met muziekinstrumenten. Een pakt een gitaar, anderen kiezen een trommel of een tamboerijn. Ridgway neemt plaats achter het keyboard en vraagt of iemand een lied opgeeft.

Vrijwel alle gasten zingen luidkeels mee. Melodie en tekst zijn blijkbaar bekend.

De groep zamelt gebedspunten in. Een van de jongemannen gaat voor. Hij bidt om kracht voor een van hen om van de drugs af te blijven. Het is duidelijk niet voor het eerst dat hij voorgaat in gebed.

Vlady Raichanov preekt over de overspelige vrouw uit Johannes 8. Om beurten lezen de deelnemers een vers. Het onderlinge niveauverschil valt direct op.

De spreker wil de jongemannen bemoedigen: bij God kun je telkens een nieuw begin maken. Een van hen stelt een onverwachte vraag: Hoe wist Jezus nu eigenlijk al de woorden van Mozes? Leefde Mozes immers niet later dan Jezus?

De bewoners genieten van de samenkomst. Er komen steeds nieuwe vragen. Na afloop lopen nog enkele bewoners naar Raichanov om persoonlijk met hem te spreken.

Soms leidt Ridgway de samenkomst zelf. Maar ze vindt het ook belangrijk dat de cursisten kennismaken met „geestelijk leiderschap van mannen.”

Ze heeft voor deze avonden geprobeerd iets te regelen met Bijbelgetrouwe kerken in de omgeving. Maar die heeft ze nog niet enthousiast kunnen krijgen. Evenmin voor vervoer om de bewoners op zondag de kans te geven diensten bij te wonen. „Je moet niet vergeten: de meesten zijn toch maar Romajongens. Veel kerken zien daar weinig heil in.”


Valerie: Ik zit hier opnieuw in een weeshuis

Valerie (27) is in september in het Learning Center Borovtsi gekomen, maar hij denkt niet dat hij het tot volgend jaar september uithoudt. Hij is dankbaar voor alles wat hij hier krijgt. Maar het is er te stil, zegt hij. „Ik was gewend aan de grote stad Sofia.”

Op zijn zevende dumpten zijn ouders hem in een kindertehuis. Waarom weet hij niet. Hij vond het er vreselijk. Op zijn zestiende ontsnapte hij.

Na allerlei baantjes werd hij drugsdealer. Dat vroeg veel inzet. „Je moet altijd beschikbaar zijn.” Maar het bracht ook veel op: 300 tot 400 lev per week (150 tot 200 euro).

Juist toen hij een grote voorraad marihuana had en met een maat daar wat van zat te roken, dook de politie op. Sindsdien is alles een nachtmerrie voor hem. Hij zat 45 dagen in voorarrest en kwam uiteindelijk met 3 jaar voorwaardelijk weer vrij. Daarna hield hij zich koest en bleef zo uit de gevangenis, maar Sofia was te gevaarlijk voor hem. Toen hij ook nog problemen met zijn gezondheid kreeg, wist hij: „Dit kan niet zo doorgaan.” Hij is in Borovtsi om een nieuwe start te maken.

Valerie geniet vooral van de kook­cursus. Hij denkt dat zijn toekomst in de keuken ligt. Daarom wil hij in elk geval tot het examen in december blijven. Na Nieuwjaar komt Valerie zeker terug om zijn diploma te halen, maar daarna weet hij het niet.

„De mensen hier zijn goed voor me. Bovendien is alles comfortabel. Maar het is opnieuw een weeshuis. Het maakt me depressief. Ik wil eigen baas zijn.”


Krassimir: Ik gaf mijn kwelgeesten over in Gods hand

Krassimir (20) kwam op zijn derde in een kindertehuis terecht toen zijn vader stierf. Zijn moeder was in die tijd al spoorloos verdwenen.

Hij wenst niemand toe mee te maken wat hij in het tehuis moest ondergaan. Niet zozeer omdat hij Roma was. Die discriminatie zag hij vooral op school. Maar de tengere knaap kreeg in het tehuis vooral te maken met geweld van oudere jongens. „Zij persten mij geld af of stalen mijn eten. Ik ben vaak in elkaar geslagen. De leiding was duidelijk niet in staat daar iets aan te doen.”

Gewoonlijk gebruiken slachtoffers van geweld zelf ook weer geweld. Maar Krassimir deed dat bewust niet. „Om die cirkel te doorbreken, besloot ik juist extra zorg aan jongere bewoners te geven.”

De vernederingen die hij onderging, waren zo erg dat hij de daders soms wel wilde vermoorden. „Maar toen ik de kwelgeesten weer tegenkwam nadat zij het tehuis hadden verlaten, besloot ik hen in Gods hand over te geven. Hij zal met hen doen wat Hij wil.”

Hij leerde de Heere kennen toen hij 9 was. „Een groep uit de omgeving kwam bij alle christelijke feesten in het tehuis om over Jezus te vertellen. Met een paar jongens lazen wij de Bijbel en baden we voor alle bewoners. Later nam Hij mij bij de hand om mij hier te brengen.”

Niet iedereen begreep zijn toewijding. „De meeste kinderen zeiden dat God er de schuld van was dat zij in een weeshuis zaten. Maar ik zag dat anders. Hij gaat met elk mens een andere weg. Ik heb altijd ervaren dat Hij dichtbij was.”

Krassimir kreeg toestemming om op zondag een kerk te bezoeken. „Ik wilde God beter leren kennen.” Aanvankelijk moest hij nog ontsnappen om naar de kerk te gaan. „Als straf moest ik een week lang de wc’s schoonmaken. Daarna regelde de pastor dat iemand uit de gemeente mij met een auto zou ophalen en terugbrengen. Toen kreeg ik toestemming. Maar ook zonder dat zou ik de kerk zijn blijven bezoeken. Ik had de straf daar graag voor over.”


Ferdi

Ferdi (22) probeerde vorig jaar met twee maten iemand te beroven, maar dat mislukte. Korte tijd later werd hij zelf door vijf mensen beroofd. Over beide kwesties lopen nog rechtszaken. In Borovtsi wil hij zijn leven weer op orde krijgen, als hij erin slaagt uit de gevangenis te blijven. Nadat hij zelf slachtoffer werd, besloot hij vrouwen te helpen door hun Japanse verdedigingstechnieken te leren.


Emil

Emil (18) werd vorig jaar aangereden door een auto, en overleefde „alleen door Gods hulp.” Voor het weeshuis is hij te oud, maar hij voelt zich nog niet sterk genoeg om op eigen benen te staan. Trots laat hij zijn certificaat voor voetbalscheidsrechter zien. Hij is nog maar een paar dagen in Borovtsi, maar weet al dat hij hier een kookdiploma wil halen.


serie Roma Bulgarije

Dit is het slot van een vierluik over Roma in Bulgarije.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer