Qatar wil belangrijk zijn in de wereld
Alle vestigingen van de moslimbroederschap kunnen hun hand ophouden bij een klein maar steenrijk oliestaatje: Qatar. In een paar jaar tijd investeerde het land miljarden in deze radicaalislamitische beweging. Maar langzaam komt Qatar erachter dat die steun misschien wel de blunder van de eeuw is geweest.
De moskee met haar opvallende, gedraaide minaret in het hartje van Doha is makkelijk te herkennen. De Wokkel, wordt de toren wel genoemd. Dit is Fanar, een groot gebouw op een toplocatie in de hoofdstad van Qatar. Het centrum is in opdracht van de regering speciaal gebouwd om de zegeningen van de wahabitische islam te verspreiden om zo „een leidend licht te zijn voor de hele mensheid”, zoals het zelf propageert. Niet voor niets betekent de naam ”vuurtoren”.
Binnen staan her en der groepjes gemakkelijke stoelen. Een Afrikaanse medewerker is er aan de praat geraakt met een westerse vrouw. Ze vraagt de man het hemd van het lijf over zijn geloof. Waarom mag een islamitische man met meer vrouwen tegelijk getrouwd zijn? En waarom wordt de vrouw niets gevraagd? De Afrikaan doet zijn best, maar naar het zuinige gezicht van de vrouw te oordelen klinken zijn antwoorden niet erg overtuigend.
Toch verslaat dit centrum zijn duizenden. Een andere medewerker, ook al een Afrikaan, laat de bezoekende journalist trots een boek met behaalde successen zien. President Gül van Turkije, de premier van Finland, tal van ambassadeurs: allemaal kwamen ze hier langs om de wahabitische islam uitgelegd te krijgen.
Ook onder de buitenlanders die in Qatar werken heeft het centrum succes. Er is werk genoeg: maar liefst 85 procent van de populatie van Qatar bestaat uit buitenlanders. De medewerker –zijn naam mag niet in de krant, want officieel mag hij niet met de pers praten– wijst op foto’s van grote groepen westerlingen die in een zaal van het centrum op de islamitische manier op de grond zijn neergeknield voor Allah. Verbazingwekkend. Zijn ze moslim geworden? De medewerker schudt zijn hoofd. „We organiseren informatieavonden over de islam, en dan kunnen de mensen zelf proberen hoe een moslim bidt.” Dat slaat klaarblijkelijk aan.
Op de achterste rijen bidden de vrouwen. Normaal moeten zij strikt gescheiden zijn van de mannen, maar nieuwkomers kun je niet meteen alle regels opleggen. „Dit keer mocht het omdat het leren is”, zegt de Afrikaan toegeeflijk. Hij weet hoe hij zijn religie moet uitdragen.
Puist
De inspanningen van Fanar passen naadloos in de bredere buitenlandse politiek van Qatar van de afgelopen jaren. Heel in het kort komt die erop neer dat de emir –en dan vooral de vorige emir, die vorig jaar plaatsmaakte voor zijn zoon– miljarden en nog eens miljarden euro’s investeerde in moslimbroeders in de hele Arabische wereld. Door die enorme rijkdom speelt het land feitelijk boven zijn gewichtsklasse: de invloed is veel groter dan je zou verwachten.
Dat is opmerkelijk, want qua omvang is Qatar een landje van niks. Nog geen 12.000 vierkante kilometer telt de oppervlakte, dat is een derde van Nederland. Maar het geluid dat uit deze puist aan de oostelijke flank van Saudi-Arabië komt, is oorverdovend. Letterlijk, want Qatar is de vestigingsplaats van Al-Jazeera, dé Arabische televisiezender bij uitstek, die in een Engelse variant wereldwijd en 24 uur per dag te ontvangen is. „Komt al die herrie uit dít kleine luciferdoosje?” vroeg toenmalig president Mubarak van Egypte zich in 2000 af bij een bezoek aan het land.
Mubarak was niet erg gelukkig met Al-Jazeera. Het is immers het station dat ruim baan gaf aan de protesten in Egypte en andere landen tegen zittende regimes. Dat kwam neer op openlijke steun aan de moslimbroeders, zo oordeelden die meer of minder verlichte despoten.
Mubarak was niet de enige die moeite heeft met de immens populaire tv-zender. Al-Jazeera is ook het station waarop Osama bin Laden zijn videoboodschappen in de jaren na 11 september 2001 verkoos te verspreiden. Dat kwam neer op propaganda voor terroristen, oordeelde de VS.
Radicale elementen
Helemaal uit de lucht gegrepen zijn die verwijten niet. Een podium bieden aan islamistische oppositie uit andere Arabische landen: Al-Jazeera is er groot mee geworden. Maar oppositie vanuit Qatar hoor je er niet. Daarvoor moet je dan weer te rade bij Al-Arabiya, de Saudische tegenpool van Al-Jazeera.
Qatar heeft op nog veel meer momenten laten zien dat het radicale elementen een warm hart toedraagt. Sinds 1997 biedt het land onderdak aan de uit Egypte verstoten geestelijk leider van de moslimbroederschap, Yusuf Qaradawi. Die maalt er niet om om in zijn wekelijkse tv-shows op Al-Jazeera stevig van leer te trekken tegen Saudi-Arabië en de andere golfstaten.
Daarnaast is Qatar ook vrienden met Hamas. De emir bezocht in 2012 de door Hamas geregeerde Gazastrook – nota bene als eerste Arabische staatshoofd ooit. Hij kwam niet met lege handen; Hamas kreeg ruim 300 miljoen euro.
En om niet meer te noemen: Qatar bood zelfs onderdak aan de taliban. In het land zat een tijdje het enige talibankantoor buiten Afghanistan en Pakistan – open en bloot. Intussen is het weer gesloten, maar de teneur is duidelijk: dit land legt het aan met radicaalislamitische figuren.
Winnend team
Maar één vraag schreeuwt om een antwoord. Waarom? Waarom toch wil Qatar de moslimbroeders zo graag steunen en die boodschap wereldwijd uitbazuinen? De emir van Qatar is echt niet minder autoritair dan staatshoofden van buurlanden. Het is juist dit soort oudgedienden dat alleen maar te verliezen heeft bij de opkomst van moslimbroeders. Dus waarom?
Qatar zelf zwijgt erover, maar dat betekent niet dat er geen antwoorden te geven zijn. Omdat Qatar bij de winnaars wil horen, is een veelgehoord antwoord. En ja, het winnende team van de Arabische opstanden was de moslimbroederschap, dat had de emir goed gezien.
Zo bezien zou Qatar puur pragmatisch te werk gaan. De zendingsijver zou weinig principieel zijn. In Fanar, de ”vuurtoren” in Doha die het islamitische licht voor de mensheid moet verspreiden, wordt dat ontkend. Natúúrlijk doet men dit werk vanuit principes – hoewel het opvallend is dat de medewerkers die zich laten zien allemaal uit het buitenland komen. Blijkbaar heeft Qatar behalve vele andere zaken ook het zendingswerk uitbesteed.
„Morgen is er een tour langs moskeeën in Doha”, zegt de Afrikaanse medewerker. Wil de journalist mee? En heeft hij al boeken over de islam? Hij komt met drie boeken aanzetten, waarvan twee zowaar in gebrekkig Nederlands. Ze dragen titels als ”De sleutel tot het begrijpen van de islam”. Ja, hier nemen de medewerkers hun taak om de wereld te bereiken zonder meer serieus.
Meedoen met de grote jongens
Of dat ook voor de emir van Qatar geldt, is de vraag. Het lijkt erop dat meedoen met de grote jongens belangrijker voor hem is. De islam kan daarbij handig zijn, maar erg veel leveren de miljarden van Qatar aan de moslimbroederschap nog niet op.
Bakken geld gingen er naar de moslimbroeders in Egypte, maar dat land is sinds de verkiezingen van deze week weer terug bij af. De rebellen in Syrië worden eveneens gesteund, maar in plaats van hen lijkt president Assad aan de winnende hand. En Libië, waar de moslimbroeders eveneens een rijke toegift kregen, verzinkt langzaam maar zeker in chaos.
Niet echt resultaten om mee thuis te komen dus. Qatar komt er langzaam maar zeker achter dat het misschien niet zo slim was als het in eerste instantie leek om de moslimbroeders te steunen. Het land heeft met steun aan die groep op het verkeerde paard gewed.
Wereldkampioenschap
En dus is er meer dan zendingsijver. De sport bijvoorbeeld. Qatar kan het zich, gezien de fabelachtige olie-inkomsten, veroorloven om complete voetbalclubs op te kopen en daarmee aanzien te verwerven.
Het is het land zelfs gelukt om het wereldkampioenschap voetbal te mogen organiseren, in 2022. Welbeschouwd is dat bizar, al was het alleen maar omdat de spelers straks achter een bal moeten aanrennen in temperaturen die tot 50 graden kunnen oplopen.
„Een vergissing”, zei de baas van de voetbalbond FIFA eerder deze maand over de keuze voor Qatar – alsof de beslissing op een achternamiddag was gevallen, zonder dat het geld van Qatar daar enige rol bij speelde.
Maar bij Fanar, het centrum voor islamitische zending in Doha, hebben ze het liever niet over dat soort thema’s. Wat telt, is de onderwerping aan Allah. De zon is ondergegaan; de oproep voor het gebed schalt door het gebouw. De medewerkers moeten het gesprek onderbreken en nodigen de journalist uit om het gebed bij te wonen – dat mag ook als toeschouwer, zonder knielen.
De machtsbasis van de zendelingen van Fanar is nog altijd stevig. Binnenkort verschijnen er weer nieuwe boekjes over de waarheid van de islam, in weer nieuwe talen, zegt een medewerker. Het beeld is helder: vanuit Doha gaat het licht van de orthodoxe islam de wereld over.
Buiten het centrum blijkt de duisternis ingetreden te zijn. Vanachter de gekrulde minaret komt de opkomende maansikkel te voorschijn. Maar het blijft donker.
Volgende week vrijdag deel 5: Bahrein en de strijd om de ware leer. Hoe sjiitische moslims stelselmatig worden achtergesteld.
Ook dit maak je mee: de cel in vanwege een kruis
Qatar mag dan de islamitische leer verspreiden, andersom gebeurt het ook. In het land leven verschillende tentenmakers. Bovendien zijn er onder de vele Aziatische gastarbeiders heel wat christenen. Met name de Filipijnse christelijke gemeenschap getuigt openlijk van het christelijk geloof.
Maar écht contact met Qatari’s? Dat is heel moeilijk. Die zijn ver boven onze stand verheven, zeggen verschillende christelijke gastarbeiders in Qatar tegen me. En als het wel gebeurt, is zo’n contact niet altijd een succesverhaal – en dat ligt niet alleen aan de Qatari’s.
Op een avond tref ik een zeer uitgesproken taxichauffeur uit Eritrea. We raken aan de praat. Als hij hoort dat ik christen ben, gaat hij helemaal los. Hij is ook christen. Hij háát alle moslims, zegt hij, „en zeker de Qatari’s. Ze gedragen zich vanuit de hoogte en verachten alle negers.”
Met één hand aan het stuur haalt hij een groot houten kruis vanonder zijn shirt vandaan. Het is hem twee keer gebeurd dat een Qatari bij het wachten voor een verkeerslicht het kruis zag bungelen. „De laatste keer stapte die kerel uit zijn auto. Ik moest het kruis wegstoppen.”
De Eritreeër briest als hij eraan terugdenkt. „Ik stapte ook uit en we zijn gaan vechten. Toen kwam de politie. Ik moest twee maanden de cel in. Nee, die Qatarese man niet, wat dacht je? Die is nooit schuldig.”
Ik luister geboeid. Wederhoor ontbreekt hier weliswaar, maar toch zijn dit de verhalen die Qatar reliëf geven – al is dat meer diepte dan hoogte.
Het grote plaatje: Qatar splijt de golfstaten
Zijn de Arabische opstanden goed of niet? Goed, zegt Qatar. Want daardoor krijgt de moslimbroederschap meer macht. Niet goed, zeggen alle buren van Qatar, inclusief het machtige Saudi-Arabië. Want daardoor krijgt de moslimbroederschap meer macht.
Verschillende antwoorden, dezelfde argumentatie. Qatar is de enige van de golfstaten die de omstreden moslimbroederschap steunt. Normaal moeten regimes die de Arabische opstanden tot nog toe hebben overleefd, niets van die club hebben. Ze vormen immers een directe bedreiging voor hun voortbestaan.
Maar Qatar heeft dus wél vriendschap gesloten met deze „onruststokers.” Het gevolg van dit beleid laat zich raden: Qatar ligt uit de vriendengroep. Saudi-Arabië haalde nog maar twee maanden geleden z’n ambassadeur terug uit Doha, en ook de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein deden dat. Dat was uniek, want de golfstaten liggen bijna altijd op één lijn naar buiten toe.
De scheuren waren al langer zichtbaar. Toen Egypte een moslimbroeder als president kreeg, Morsi, bood Qatar hem 8 miljard dollar aan hulp. Maar toen het leger de moslimbroeders aan de kant schoof, bood Saudi-Arabië de nieuwe machthebbers 5 miljard dollar.
Zo zorgt de buitenlandpolitiek van Qatar, met als inzet de moslimbroederschap, voor een ongekende spanning in de relaties op het Arabisch schiereiland.
serie In het hart van de islam
Het uitgestrekte, moeilijk toegankelijke Arabisch schiereiland vormt de heilige grond van de islam. Toch zijn ook hier volgelingen van Jezus. In deze serie krijgen zij –en anderen– een stem. Vandaag deel 4: Qatar en de ongebreidelde zendingsdrift. Hoe een land wereldwijd de leer van de islam verspreidt.