Moord op JFK blijft Amerika fascineren
„Mijn broers begrepen dat mensen op hun best zijn wanneer zij worden uitgedaagd. Ik denk dat dat iets is dat wij allemaal zo voelen. Bij John was dit streven een drijvende kracht die dit land in een nieuwe richting stuurde. Zolang politieke leiders daartoe in staat zijn, hoeven wij ons over ons land geen zorgen te maken.”

Senator Edward Kennedy heeft het niet alleen over zijn broer John Fitzgerald, de 35e president van de Verenigde Staten, die vandaag 40 jaar geleden in Dallas werd vermoord. Edward Kennedy verwijst ook naar zijn oudste broer Joseph Patrick, die tijdens de Tweede Wereldoorlog bij gevechtshandelingen om het leven kwam en naar zijn broer Robert Francis, die in 1968 bij de presidentiële voorverkiezingen in Los Angeles werd vermoord.
Kennedy is de laatste maanden overstroomd met vragen voor interviews in verband met de naderende herdenking van de moord op zijn broer. In het CBS-programma ”Face the Nation” zegt hij „diepgeroerd” te zijn door die belangstelling. Hij beschouwt het voortijdig wegvallen van zijn broers als een „groot verlies”, maar is tegelijkertijd „geïnspireerd door hun offer dat werd gebracht in dienst van dit land.”
Voorspelbare formuleringen misschien, maar het moet niet makkelijk zijn voor Edward om afstandelijk te praten over de grote offers die zijn familie heeft gebracht. Een familie die voor veel Amerikanen het dichtst bij een koninklijke familie komt in deze republiek. ”The Kennedys - America’s Emerald Kings” is een van de vele boeken die dezer dagen op de markt kwamen. De titel verwijst naar de Ierse afkomst (Emerald Isle is Ierland) van de Kennedy’s.
Veel Amerikanen reageren nog steeds emotioneel op Kennedy’s moord, ondanks de meer realistische kanten van zijn leven die de laatste jaren naar voren komen. Zijn affaires bijvoorbeeld en mogelijke connectie van de georganiseerde misdaad met de moord. Verder werd eerder dit jaar bekend dat Kennedy ernstige gezondheidsproblemen voor het grote publiek verzweeg. Ondanks dergelijke onthullingen zijn de betuigingen van trouw aan ”JFK” opmerkelijk.
„Beste Kennedy, ik vind het vreselijk wat er met je is gebeurd. Wij houden allemaal van je. Altijd!”, schreef een zekere ”Patsy” in het bezoekersregister van het museum in het gebouw in Dallas vanwaaruit Kennedy op 22 november 1963 door Lee Harvey Oswald zou zijn doodgeschoten. ”Zou zijn” want de moord is nooit voldoende opgehelderd, ondanks het officiële rapport van de commissie-Warren en de talrijke onderzoeken, boeken en documentaires die later aan dit onderwerp werden gewijd.
Na tientallen interviews plus de hulp van nieuwe simulatietechnieken kwam ABC-News afgelopen donderdag in een uitgebreide documentaire tot de conclusie dat Oswald wel degelijk de enige moordenaar is geweest, ondanks alle samenzweringstheorieën die het tegendeel verkondigen. Dokter Cyril Wecht is het daar volstrekt niet mee eens. Als patholoog-anatoom vindt hij de conclusies van de commissie-Warren „volstrekt onzinnig.”
„Het is absoluut onmogelijk dat één schutter -zoals de Warren-commissie beweert- bij Kennedy de verwondingen kon aanrichten die werden vastgesteld”, aldus Wecht, die een boek en tal van artikelen over de affaire heeft geschreven. Hij is ervan overtuigd dat er meerdere schutters waren.
Senator Arlen Specter gelooft daar niet in. Als jong procureur werd hij ingeschakeld bij het Warren-onderzoek. Samen met opperrechter Earl Warren (naar wie het rapport werd genoemd) bezocht Specter het gebouw en de verdieping vanwaar Oswald had geschoten. Het tweetal was ervan overtuigd dat Oswald alleen handelde.
Er zijn tal van moordtheorieën. Van de chauffeur van de auto waarin Kennedy reed tot de (ontevreden) CIA, de maffia, de Russen, de Cubanen en uiteraard Oswald. „Ik weet niet of deze kwestie ooit opgehelderd wordt, maar feit is wel dat de moord zodanig fascineert, dat veel mensen nauwelijks oog hebben voor de persoon van Kennedy en voor zijn politieke erfenis”, meent Peter Kuznick, professor geschiedenis aan de American University in Washington.
Die politieke erfenis is volgens Kuznick beperkt. „Na de moord werd Kennedy bijna heilig verklaard. Er werden zaken aan hem toegeschreven waaraan hij weinig had bijgedragen. De uitbreiding van de burgerrechten bijvoorbeeld. Die wetgeving kwam na zijn dood tot stand, maar veel Amerikanen schrijven dat op zijn conto. Velen zijn vergeten dat wij onder zijn bewind soms angstige tijden beleefden. Neem de mislukte invasie van Cuba in 1961 en een jaar later de Cubaanse rakettencrisis oftewel de confrontatie met de Sovjet-Unie die Amerika dicht bij een nucleair conflict bracht”, aldus Kuznick.
Kritische kanttekeningen die nauwelijks te vinden zijn in de vloed van boeken, artikelen, tentoonstellingen en programma’s van de media die hier aandacht besteden aan de veertigste herdenking van Kennedy’s moord. Waarom zoveel aandacht bij de veertigste herdenking en niet wachten tot de vijftigste herdenking, wanneer de afstand in tijd een nuchterder analyse mogelijk maakt?
„Daarvoor zijn meerdere redenen. Een belangrijk argument is dat er nu nog tal van mensen rondlopen die iets kunnen bijdragen aan de discussie over de moord. Over tien jaar zijn er beslist minder van zulke getuigen. Dat is een van de belangrijkste argumenten om niet nog tien jaar te wachten tot pers en media uitgebreid aandacht besteden aan deze tragedie”, meent producer Tom Yellin, die met Peter Jennings van ABC heeft samenwerkt aan de documentaire.
Er is nog een ander aspect waar de media zwijgzamer over zijn. „De dood van Kennedy betekende de geboorte van de televisie als allesbeheersend politiek medium in de VS”, meent Alessandra Stanley van The New York Times. Zij wijst erop dat televisienieuwszenders vandaag de dag permanent in de lucht zijn, maar veertig jaar geleden was dat nog niet het geval. „Toen Walter Cronkite van CBS na Kennedy’s moord onmiddellijk live wilde uitzenden, moesten de studiocamera’s eerst nog twintig minuten opwarmen. Maar daarna bleven zenders als CBS, ABC en NBC permanent in de lucht. Kennedy’s moord vormde het beginpunt, de geboorte als het ware van de permanente tv-verslaggeving. De start van televisie als dominante speler in alle aspecten van ons maatschappelijk en politiek leven. Het is begrijpelijk dat de media ook déze verjaardag willen vieren en daarom uitgebreid uitpakken met programma’s over de gebeurtenis die hiervoor verantwoordelijk was”, aldus Alessandra Stanley.