Sociale media vanaf 12 jaar normaal
GOUDA. Het gebruik van sociale media zoals WhatsApp en Facebook neemt onder christelijke jongeren vanaf 12 jaar een enorme vlucht, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Het mediagebruik van christelijke jongeren verschilt daarin weinig van niet-christelijke leeftijdsgenoten.
Hoewel het gebruik van sociale media binnen de gereformeerde gezindte soms niet positief wordt beoordeeld, heeft dat maar zeer ten dele effect op het mediagebruik van jongeren.
Op het moment dat jongeren naar de middelbare school gaan en een eigen mobieltje –vaak een smartphone– krijgen, schiet het aantal uren dat aan diverse sociale media wordt besteed, omhoog. De weg daarheen wordt bovendien al geplaveid gedurende de kinderjaren, waarin een sterke gewenning optreedt in met name het omgaan met filmkanalen zoals YouTube.
Dat blijkt uit onderzoek in het kader van het lectoraat nieuwe media in vorming en onderwijs dat vrijdag van start gaat bij Driestar Educatief in Gouda.
Naar aanleiding van het instellen van het lectoraat is er op grote schaal onderzoek gedaan naar het mediagebruik van christelijke –veelal reformatorische– jongeren en hun ouders. Bijna 3800 kinderen en jongeren van christelijke basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs werden ondervraagd. Daarnaast vulden bijna 600 ouders een vragenlijst in.
Uit de voorlopige resultaten blijkt dat het mediagebruik van christelijke jongeren weinig verschilt van dat van niet-christelijke leeftijdsgenoten. Van de christelijke jongeren zit 60 procent vanaf 10 jaar regelmatig op Facebook. Vooral vanaf het twaalfde jaar stijgt dat percentage sterk. Rond het 17e jaar zit bijna 80 procent vrijwel dagelijks op Facebook. De jongeren die ook een profiel hebben maar er minder frequent gebruik van maken, zijn daar nog niet bij opgeteld.
Van alle Nederlandse internetgebruikers tussen de 12 en de 18 jaar zit 93 procent op sociale media, met name op Facebook en Twitter. Van de categorie tussen de 18 en de 25 jaar geldt dat zelfs voor 98 procent. Daarmee loopt Nederland voorop: bijna nergens in de Europese Unie is het aandeel gebruikers van sociale media zo groot als in Nederland, bleek gisteren uit onderzoek van het CBS.
Het mediagebruik onder christelijke jongeren wijkt daar weinig van af. Het ligt in de regel iets lager. „Dat valt me het meest op bij het gebruik van Twitter”, stelt Steef de Bruijn, lector nieuwe media. „Dat ligt onder christelijke jongeren duidelijk lager.”
De onderwerpen die christelijke jongeren op sociale media bespreken, lopen sterk uiteen. De meeste gesprekken gaan over elkaar en over huiswerk. Daarnaast spreken meisjes meer over mode, jongens hebben het vaker over sport.
Kerkelijke achtergrond maakt maar een beperkt verschil voor de mate van mediagebruik, concludeert De Bruijn op grond van het onderzoek. „In meer behoudende kring is het mediagebruik minder. Je ziet dat ouders daar ook terughoudender zijn. Maar ook daar is geen strikte distantie. Er is een effect, maar men gaat wel mee met de ontwikkelingen.”