Politiek
Belasting op sparen moet omlaag

DEN HAAG. De belasting op spaargeld moet omlaag en ondernemers moeten juist zwaarder worden belast. Dat concludeert de Commissie Van Dijkhuizen in een rapport dat maandagavond is aangeboden aan staatssecretaris Weekers van Financiën en dinsdagmorgen naar de Tweede Kamer is gestuurd.

De commissie Van Dijkhuizen wordt in februari 2012 geïnstalleerd door staatssecretaris van Financien Frans Weekers. Foto ANP
De commissie Van Dijkhuizen wordt in februari 2012 geïnstalleerd door staatssecretaris van Financien Frans Weekers. Foto ANP

De commissie kreeg vorig jaar, mede op verzoek van de SGP, de opdracht van het vorige kabinet om te kijken naar een ingrijpende vereenvoudiging van het belastingstelsel.

Sinds 2001 gaat de fiscus bij het bepalen van de vermogensbelasting uit van een rendement van 4 procent, waarover 30 procent belasting betaald moet worden. Dat komt neer op een belasting van 1,2 procent op het vermogen. Volgens de commissie is het feitelijke rendement sindsdien echter fors achtergebleven bij die 4 procent forfaitair rendement. Het voorstel is daarom om het forfaitaire rendement te koppelen aan de werkelijke rente op spaarrekeningen zodat het meer aansluit bij het feitelijke rendement. Op basis van een door de commissie voorgesteld vijfjaars spaarrentegemiddelde zou het forfaitair rendement in 2014 zo’n 2,4 procent moeten bedragen, wat neerkomt op een belasting van 0,7 procent in plaats van 1,2 procent nu.

Het geld om de belasting op vermogen te verlagen vindt de commissie door ondernemers in box 2 van het belastingstelsel zwaarder te belasten. Zo mogen aandeelhouders met een zogenoemd aanmerkelijk belang van ten minste 5 procent zichzelf straks, als het aan de commissie ligt, nog slechts een loon toekennen dat 10 procent (nu 30 procent) lager mag liggen dan dat van een vergelijkbare werknemer. Wel gaat het tarief in box 2 in de voorstellen omlaag van 25 naar 22 procent.

De huidige huurtoeslag, zorgtoeslag en het kindgebonden budget moeten wil de commissie stroomlijnen in één huishoudentoeslag, die volgens een vast afbouwpercentage daalt naarmate het gezinsinkomen stijgt. Daarmee moet worden voorkomen dat mensen die (meer) gaan werken er amper op vooruit gaan omdat ze dan soms in één keer hun toeslagen verliezen. Voor alleenstaanden loopt de toeslag sneller af dan voor partners.

Het aantal huishoudens dat een toeslag wordt uitgekeerd, zou hierdoor dalen van 4,6 naar 3,7 miljoen. Wanneer de overheid een deel van de toeslag via de zorgverzekeraar laat verlopen, daalt het aantal huishoudens dat toeslagen ontvangt verder naar 1,4 miljoen.

De commissie stelt verder voor om, als de situatie op de huizenmarkt dat toelaat, de eigen woning geleidelijk –”in ten minste 20 jaar– over te hevelen naar box 3, “met een nader te bepalen vrijstelling.” De opbrengsten daarvan zouden teruggesluisd moeten worden naar de burger via lastenverlichting.

Het plan van de overheid om de algemene heffingskorting inkomensafhankelijk te maken, wijst de commissie af, om het belastingstelsel niet onnodig complex te maken.

Als gevolg van de val van het kabinet Rutte 1 bracht de commissie eind vorig jaar al een tussentijds rapport uit. Daarin stond al het voorstel om de huidige vier belastingschijven terug te brengen naar twee, één van 37 procent voor 90 procent van de belastingplichtigen en een toptarief van 49 procent. De hypotheekrente zou in één keer moeten worden beperkt tot 37 procent en stapsgewijs, via een forfaitair annuïtair schema, volledig moeten worden afgebouwd voor nieuwe en bestaande gevallen. Ook zouden volgens de commissie de btw-tarieven met 2 procentpunt moeten worden verhoogd, in ruil voor lagere belastingtarieven.

In haar interimrapport stelde de commissie ook al voor om de giftenaftrek (die giften aan goede doelen aftrekbaar maakt) te schrappen. In haar eindrapport heroverweegt de commissie dit voorstel, maar blijft bij haar conclusie dat de giftenaftrek wegens gebrek aan effectiviteit afgeschaft kan worden.

Als alle voorstellen worden uitgevoerd kan dat volgens de commissie budgetneutraal. Volgens het Centraal Planbureau leveren de plannen op termijn CPB ruim 140.000 banen op.


Belangrijkste adviezen van commissie

Verruil huidige vier belastingschijven voor systeem met twee tarieven: één van 37 procent en één van 49 procent.

Verleng de eerste schijf tot ruim 60.000 euro, waardoor meer dan 90 procent van de belastingplichtigen hier onder valt.

Verhoog algemene heffingskorting met 300 euro en arbeidskorting met 400 euro.

Verlaag vermogenrendementsbelasting door uit te gaan van feitelijk rendement op spaargeld.

Verlaag hypotheekrenteaftrek in één keer naar 37 procent en bouw de aftrek stapsgewijs af.

Schrap de overdrachtsbelasting op woningen.

Laat tijdelijk fonds eventuele restschulden opvangen.

Verhoog de huren en room als staat die opbrengst af met een verhuurdersheffing.

Hevel op termijn de eigen woning geleidelijk over naar box 3.

Stroomlijn kindgebonden budget, zorg- en huurtoeslag in één huishoudentoeslag en laat zorgverzekeraar deel toeslag uitkeren.

Bouw de huishoudentoeslag vloeiender af.

Salaris minstverdienende partner moet bepalend zijn voor kinderopvangtoeslag.

Stop ouderenkortingen en alleenstaande ouderkorting in huishoudentoeslag.

Geef aftrekpost waar mogelijk de vorm van heffingskorting.

Maak algemene heffingskorting niet inkomensafhankelijk.

Verhoog de btw in ruil voor lagere belastingtarieven.

Schrap de giftenaftrek.

Belast mensen met aanmerkelijk belang in een onderneming extra, inclusief het in de onderneming opgebouwde vermogen, maar verlaag het tarief in box 2 van 25 naar 22 procent.


Reacties

VVD-Kamerlid Helma Neppérus: „Wat ons aanspreekt in het voorstel van de commissie-Dijkhuizen over een nieuw belastingstelsel is dat de belasting op arbeid omlaag gaat. Dat is goed voor de werkgelegenheid. Goed is ook dat de rendementsheffing voor spaarders lager wordt. Minder goed vinden wij dat ondernemers zwaarder belast worden. We zijn het er wel mee eens dat het systeem van verschillende toeslagen versimpeld wordt tot één toeslag. In het toeslagensysteem kan verder geschrapt worden, daar moeten we naar kijken.”

Tweede Kamerlid Jesse Klaver van GroenLinks: „GroenLinks is er al jaren voorstander van dat de belasting op arbeid omlaag gaat, het is goed dat de commissie-Van Dijkhuizen dit principe ook omarmt. GroenLinks vind het echter een gemiste kans dat er niet is ingegaan op de vergroening van de belastingen. Daarmee kunnen we niet alleen de kosten van werk verlagen, maar ook Nederland duurzamer maken.”

Tweede Kamerlid Carola Schouten van de ChristenUnie: „De ChristenUnie steunt de voorstellen van de commissie-Van Dijkhuizen om arbeid goedkoper te maken en het toeslagenstelsel fraudebestendiger te maken. We zijn echter kritisch over de voorstellen voor een huishoudtoeslag, waarbij de bestaande toeslagen worden gebundeld. Wij willen ervoor waken dat hierdoor vooral gezinnen getroffen worden. Ik pleit ervoor dat bij belastingheffing en toekenning van toeslagen rekening wordt gehouden met de gezinssituatie, de gezinsomvang en de feitelijke draagkracht per huishouden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer