Chinezen spelen kat-en-muisspel via hun Twitter
APELDOORN – Een van de prominentste autoritaire staten ter wereld, de Volkrepubliek China, kan bogen op de meeste gebruikers van internet ter wereld. Dat is opmerkelijk en vooral spannend, want sociale media horen bij uitstek thuis in een open, vrije samenleving, met mondige burgers.
In Dubai wordt deze week een VN-top rond telecommunicatie en internet gehouden. Belangrijk thema: wie is de baas van internet? Op nationaal niveau is die vraag al langer actueel. Vandaag: China.
Het aantal internetgebruikers in China groeide de afgelopen vijf jaar met gemiddeld 6 procent per jaar. Eind vorig jaar telde China zo’n 513 miljoen internetters, dat is ongeveer 40 procent van de bevolking. Van die 513 miljoen is bijna de helft –250 miljoen– fervent twitteraar. Chinezen twitteren via hun eigen Twitterdienst, Weibo (letterlijk: klein blog), omdat het westerse Twitter, net als Facebook en YouTube, verboden zijn in China. Bij de grens stuiten buitenlandse sociale media onverbiddelijk op wat wel China’s Great Fire Wall wordt genoemd.
Dat alles levert een wonderlijke situatie in medialand op, want terwijl vertegenwoordigers van de ‘oude’ media –radio, tv, kranten– aan zelfcensuur doen, twitteren miljoenen burgers er lustig op los en fungeren ze op hun manier als journalistjes en criticasters van het regime. ”Zhi weibo”, het (gezamenlijk) breien van een sjaal, wordt het dagelijks getwitter wel genoemd.
Maar zo knus en onschuldig is dat digitale gekwebbel niet. Weibo is voor de meeste Chinezen de belangrijkste bron van informatie geworden en, belangrijker, het is dé manier om misstanden in hun directe omgeving (soms letterlijk) wereldkundig te maken.
Zo werd Wu Heng, een student in Sjanghai, vorig jaar geconfronteerd met rare praktijken in een restaurant in zijn buurt. De kok bleek er giftige chemicaliën te gebruiken om varkensvlees te laten smaken naar biefstuk. Wu startte prompt een veiligvoedselblog, en die had in korte tijd 10.000 hits te pakken.
Intussen zien optimisten in de populariteit van Weibo en van internet in het algemeen een verder uitbouw van de burgerlijke samenleving die zich los van en zelfs tegenover de staat ontwikkelt. Maar zo gemakkelijk laten de autoriteiten in Peking zich niet opzijschuiven. Zo bestaat er een uitgebalanceerd apparaat van controleurs, die klokje rond en op alle bestuursniveaus meelezen op internet, en die blogs, Weibotweets en internetberichtjes spellen. Zodra de inhoud ervan bedreigend wordt geacht voor de staat, wordt de provider gevraagd het te verwijderen. Internetbedrijven worden nadrukkelijk verantwoordelijk gehouden voor de inhoud op het web, en dienen ook zelf controleurs in dienst te hebben. Funest voor een vrije uitwisseling van informatie is ook de plicht zich als gebruiker te registreren. Verder zorgen filters ervoor dat politiek gevoelige taal (denk aan een term als betoging) er niet doorheen komen.
Daarnaast hebben staat en partij de sociale media ontdekt als venster dat zicht geeft op wat er onder de bevolking leeft. Ze zien ze ook als nuttige uitlaatklep van woede en ontevredenheid onder burgers. En als antwoord daarop breien ministeries en bestuurders zelf actief mee op Weibo. Zo zouden er inmiddels 80.000 Weiboaccounts van partijbonzen en andere bestuurders zijn, waarop ze ingaan op klachten en meningen van burgers.
Kritische burgers trappen daar niet in en ze proberen zo veel mogelijk uit handen van de meelezende autoriteiten te blijven. Zo scheppen ze er behagen in om controleurs te misleiden met geheimtaal en synoniemen waarmee filters zich geen raad weten. Vooral een oproep tot demonstreren op straat moet zorgvuldig versleuteld worden, weten ze. Doen ze dat niet, dan zijn politieagenten de eersten die zich ter plekke als deelnemers zullen melden…