Onderwijsman Dick van Meeuwen: bedachtzame bruggenbouwer

Terwijl anderen op zijn leeftijd, 57, aan afbouwen denken, begint hij aan een nieuwe, zware baan. Dick van Meeuwen is sinds 1 augustus lid van het college van bestuur van twee grote reformatorische scholen: de Van Lodenstein en het Hoornbeeck. Samen 9000 leerlingen, 840 personeelsleden. „Ik had gehoopt als Statenlid in Zuid-Holland aan de slag te gaan, maar de weg leidde naar Amersfoort. Zo zie ik dat toch wel.”

Evert van Dijkhuizen
2 September 2011 20:35Gewijzigd op 29 June 2021 17:47
Dick van Meeuwen. Foto RD, Anton Dommerholt
Dick van Meeuwen. Foto RD, Anton Dommerholt

Bijna dertig jaar gaf Van Meeuwen zijn krachten aan het reformatorisch onderwijs in de Rotterdamse regio. Aanvankelijk als leraar geschiedenis en maatschappijleer op de Guido de Brès in de Maasstad, later als locatiedirecteur van de Marnix in Dordrecht. Als rasechte Rotterdammer voelt hij zich in het westen als een vis in het water. Toch verkaste hij, tot zijn eigen verbazing.

Waarom?

„Ik heb dit niet gezocht. Een wervingsbureau benaderde mij. Dan schrik je. Waarom ik? Ben ik niet te oud voor zo’n zware baan? Ik was helemaal niet van plan weg te gaan van de Marnix; had mijn aandacht ergens anders op gericht. Ik stond bij de laatste verkiezingen kandidaat voor Provinciale Staten in Zuid-Holland. Het was de verwachting dat de SGP een derde zetel zou krijgen, maar dat ging niet door. Tegelijk kwam die vacature in Amersfoort.”

Waardoor ging u er serieus over nadenken?

„Ik heb een passie voor onderwijs en voor besturen. Die twee komen prachtig samen in deze baan. Maar ik moest wel twee offers brengen: mijn functie op de Marnix opgeven en stoppen als SGP-raadslid in mijn woonplaats Sliedrecht. Toch groeide tijdens de sollicitatiegesprekken de overtuiging dat mijn weg naar Amersfoort leidde. Daar krijg je geen rechtstreekse boodschap voor uit de hemel, maar zoiets blijkt uit de loop der dingen. De gesprekken verliepen goed. Mijn bezwaren werden weggenomen.”

Welke?

„Dat ik een westerling ben en misschien een andere mentaliteit heb dan mensen in het midden en oosten van het land. Daar hebben we eerlijk over gesproken. Ook kon ik niet zomaar afstand doen van mijn belofte om de Staten in te gaan als de SGP een derde zetel zou halen. Het bestuur toonde daar begrip voor. Uiteindelijk verviel dat bezwaar omdat de SGP op twee zetels bleef staan.”

U bent een paar weken bezig in uw nieuwe functie. Wat verwacht u ervan?

„Je bent wethouder, maar dan op school. Besturen op hoofdlijnen, strategisch beleid uitzetten. Veel vergaderen. Intern, maar ook met externe partijen zoals de VO-raad en de MBO Raad. Je voert in deze functie geen beleid uit, maar draait wel aan de knoppen.”

Een voorbeeld van de afgelopen weken?

„We hebben als college van bestuur intensief gesproken over de relatie tussen de vakken godsdienst en burgerschapsvorming in het mbo. Hoe kunnen we onze studenten beter voorbereiden op hun plaats als christen in de samenleving? Denk aan ethische kwesties zoals abortus en euthanasie bij de opleiding mbo-verpleegkunde. Daar komt een beter curriculum voor. De uitvoering daarvan ligt bij het management en de teams, maar we hebben als college van bestuur op dit punt bewust een nieuwe koers uitgezet.”

Wat voor soort bestuurder bent u?

„Een bestuurder op hoofdlijnen, een bruggenbouwer, een open en transparant persoon, iemand die eerst denkt, dan doet. Dat zeggen anderen over mij. Ik heb een hekel aan conflicten, ook privé. Is dat soft? Nee. Als er een conflict is, ga ik het niet uit de weg, maar praat het uit. De persoon staat voor mij niet ter discussie. Ik ben gericht op mensen, stel mezelf graag dienstbaar op. Ik ben behoorlijk leidingnemend. Niet omdat ik op macht belust ben, maar dat gaat vanzelf. Als ik zie dat een discussie de verkeerde kant op gaat, grijp ik in. Tegelijk ben ik loyaal aan genomen besluiten, ook al denk ik er zelf anders over.”

Hoe houdt u contact met de werkvloer?

„Ik ga af en toe een gastles geven. Verder legt het college van bestuur geregeld werkbezoeken af op alle vestigingen van beide scholen. Ik wil weten wat er leeft onder de medewerkers. Docenten zijn professionals met veel vakkennis. Ik wil mijn besluiten samen met hen nemen. Dat zijn vaak de beste.”

U hebt altijd in het reformatorisch onderwijs gewerkt. Wat is de diepste waarde ervan?

„Ik kan dat het beste duidelijk maken met een persoonlijk voorbeeld. Als jongen zat ik op de christelijke mulo in Rotterdam. Dat ging aardig goed, tot aan de derde klas. Toen kreeg ik een leraar die zei: Dat verhaal van Jona is een sprookje. Ik was daar diep geschokt door. Er werd getornd aan het gezag van de Bijbel. De diepste waarde van reformatorisch onderwijs is dat onze leerlingen worden gevormd en toegerust op grond van Gods Woord en de gereformeerde belijdenis. Een cliché? Misschien wel, maar ik weet niet hoe ik het anders zou moeten zeggen.”

Welke verbeterpunten ziet u?

„Er zou bij alle betrokkenen meer het elan van de oprichters kunnen zijn. Het is heel bijzonder dat we reformatorische scholen hebben, maar voor ons is het vanzelfsprekend geworden. Daarnaast moet er meer aandacht voor apologetiek komen. Leer jongeren vanaf 12 jaar belijden, ook in het openbare leven, dat ze christen zijn. Vaak wordt gezegd: Daar moet je bekeerd voor zijn. Natuurlijk. Tegelijk geldt dat we altijd goed van God moeten spreken; Hij is het waard. Geef jongeren de kennis en de gereedschappen om dat te doen, bijvoorbeeld tijdens hun maatschappelijke stage. Als laatste verbeterpunt: Laat de zeven reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs meer met één mond spreken richting de overheid. We hebben met dit kabinet een adempauze in de aanvallen op de vrijheid van onderwijs, maar de volgende regering kan zo weer een linkse zijn die haar pijlen richt op het christelijk en reformatorisch onderwijs. Zoek daarom de eenheid in plaats van de verschillen te benadrukken.”

Wat hebben jongeren het meest nodig?

„Liefde, aandacht en duidelijkheid. Luister naar hen, denk met hen mee en voer wezenlijke gesprekken met hen. Daar moet je moeite voor doen. Jongeren horen erbij. Ze waarderen het als ze persoonlijk aangesproken worden. Ook tijdens huisbezoek. Als ouderlingen het moeilijk vinden om open met jongeren om te gaan, laten ze elkaar dan helpen. Er zitten altijd wel onderwijsmensen in de kerkenraad die daar ervaring mee hebben. Tegen ouders zou ik willen zeggen: Besteed de godsdienstige opvoeding van kinderen niet uit aan de kerk of de school. Die hoort allereerst thuis plaats te vinden.”

Als u terugziet op de Marnix in Dordrecht: wat is daar het eigene van?

„Een voluit reformatorische school, in de stad. Dat laatste zeg ik er nadrukkelijk bij. De school heeft door de jaren heen een steeds grotere betrokkenheid gekregen op de samenleving, vanuit de christelijke plicht om dienstbaar te zijn. Openheid naar de samenleving vind ik belangrijk. In Dordrecht worden alleenstaanden in de buurt met Kerst uitgenodigd voor een maaltijd op school, mogen omwonenden op lunchconcerten komen, doen leerlingen klusjes in de wijk, wordt de aula door de gemeente gebruikt voor bijeenkomsten en is er geregeld overleg met andere scholen in de stad. Ik kan dat iedereen aanraden. Je krijgt de mogelijkheid te laten zien wat je werkelijk wilt zijn als reformatorische school.”

U stopt binnenkort als SGP-raadslid in Sliedrecht, na 23 jaar. Wat boeit u in politiek?

„Belangen behartigen. Van de héle gemeenschap, en soms van de eigen achterban. Als gekozen bestuurder ben je verplicht om te dienen. Zorg dat je je dossiers kent en met goede voorstellen komt. Uiteindelijk word je als raadslid beoordeeld op je daden, niet op je mooie woorden. Soms is er gelegenheid om te getuigen, alhoewel je de Bijbelse boodschap steeds vaker moet uitleggen, anders weten mensen echt niet waar je het over hebt. Goed politiek handwerk zie ik ook als getuigenis. Je moet als raadslid gewoon hard werken; ook dat is godsdienst.”

De slagkracht van de SGP wordt gehinderd door discussies over zaken zoals de positie van de vrouw.

„Dat is jammer. Tegelijk zeg ik: als het de vrouw niet is, dan wel homoseksualiteit of euthanasie. We zullen altijd onder vuur liggen.”

Dat klinkt gelaten.

„Seculiere partijen moeten de SGP uiteindelijk niet vanwege haar ethische standpunten. Dat wordt op sommige momenten in de politieke discussie heel duidelijk. Dan vaart er ineens een verkeerde geest in mensen. Waarom roffelen Kamerleden op hun bankje als er een euthanasiewet wordt aangenomen? Er is ten diepste een strijd der geesten gaande.”

In reformatorische kring woedt de strijd van toenemende polarisatie. Wat is daartegen te doen?

„Er vooral zelf niet aan meedoen. Als iedereen zich dat voorneemt, zal de achterban er anders uitzien. Steun initiatieven voor samenwerking en bied ruimte aan kleine verschillen. Dat neemt de kramp weg. In Sliedrecht trekken SGP en CU samen op. Tegelijk is er ruimte voor verschillend stemgedrag. In al die 23 jaar kan ik die keren op één hand tellen.”

U groeide op in de christelijke gereformeerde kerk van Rotterdam-West. Hoe kijkt u daarop terug?

„De prediking van de predikanten die ik daar veel gehoord heb, ds. Van Leeuwen en ds. Tanis, heeft een onuitwisbare indruk nagelaten in mijn leven. Ik hoor diezelfde prediking in de Beth-Elkerk in mijn woonplaats Sliedrecht. Het is voor mij de oude lijn van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Daar voel ik me geestelijk bij thuis.”

Wat leert u van de omgang met mensen buiten de reformatorische kring?

„Ik heb met hen vaak goede gesprekken mee die ik wel zo interessant vind als gesprekken in eigen kring over de bekende geschilpunten. Andersdenkenden dwingen je na te denken over wat je nu eigenlijk zelf gelooft. En laten we vooral niet denken dat wij beter zijn dan zij.”

U bent veertig jaar kerkorganist. Wat is daar mooi aan?

„Gemeentezang begeleiden is fantastisch. We hebben in Sliedrecht een drieklaviersorgel met 39 registers. Er zijn 1400 kerkgangers. Met lofpsalmen gaat het orgel vol open. Ik houd van enthousiast begeleiden. Bij mijn laatste leraar, Arie J. Keijzer, organist van de Grote Kerk in Dordrecht, speelde ik Bach, Mendelssohn, Franck. Dat niveau heb ik nu niet meer. Maar ik vind het nog steeds heerlijk om voor de dienst een eenvoudig, zacht klassiek stuk te combineren met een psalm.”

U bent commissaris bij de Erdee Media Groep, de uitgever van deze krant. Wie zou u als journalist graag willen interviewen?

„Ronald Bandell, oud-burgemeester van Dordrecht. Die gaf inspirerend leiding vanuit zijn eigen, rooms-katholieke traditie.”


Levensloop Dick van Meeuwen

Dick van Meeuwen volgt de pedagogische academie in Gouda. Hij gaat werken op de Calvijnschool in Sliedrecht. In de avonduren studeert hij doctoraal geschiedenis en maatschappijleer. In 1982 wordt hij docent op de Guido de Brès in Rotterdam, in 1997 verkast hij naar de Marnix in Dordrecht. Per 1 augustus is hij lid van het college van bestuur van het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College. Van Meeuwen is SGP-raadslid in Sliedrecht (deze maand afscheid), bestuurslid van de stichting Ondersteuning Gereformeerd Onderwijs en commissaris bij de Erdee Media Groep. Hij is getrouwd, heeft zes kinderen en vier kleinkinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer