„Koning Willem I kazerne had slechte naam bij Bosschenaren”
DEN BOSCH – De doelstelling van het Koning Willem I college luidt net zo kort als de militaire bevelen die er in vroeger tijd klonken: ”Gewoon een goede school.”
Met ruim 12.000 studenten en meer dan 1200 docenten kan het Koning Willem I college in ‘s Hertogenbosch met recht een grote mbo-school genoemd worden. Omdat de gebouwen van de voormalige Koning Willem I kazerne maximaal slechts enkele honderden militairen huisvesten, zijn er veel nieuwe gebouwen op het terrein gezet.
Een willekeurige bezoeker moet zich melden bij de beveiliging. „Niemand komt hier zo maar het terrein op”, zegt een strenge dame in een blauw beveiligingsuniform bij de slagboom aan de achterkant van het kazerneterrein Ook bij de oorspronkelijke ingang, bij een sierlijk torentje, staat een beveiliger.
Op het voormalige kazerneterrein is het gezellig druk. Her en der zitten studenten van het Regionaal Opleiding Centrum (ROC) met elkaar te praten. Ondanks de grootte van de school, is het niet te merken dat er meer dan 12.000 studenten rondlopen.
Er zijn niet veel elementen die nog herinneren aan het militaire verleden van het voormalige kazerneterrein. Allereerst de naam natuurlijk. Als oudere Bosschenaren naam ”Koning Willem I” denken ze allereerst aan de kazerne. „De kazerne heeft niet zo’n goede naam bij Den Bosch”, zegt woordvoerder Hans van Kasteren. „Veel inwoners weten nog dat de SS en de NSB de gebouwen in de Tweede Wereldoorlog gebruikten. Er zijn hier mensen gemarteld en gefusilleerd.”
Van Kasteren toont een plaquette van verzetsstrijder Jef Trimbos die in 1944 in de Koning Willem I kazerne is gedood. Een gevelsteen met een kanon op gebouw F laat zien waar vroeger het munitiedepot was gevestigd.
In 1939 startte de bouw van de kazerne, die bedoeld was om het 11e Regiment Motorartillerie te huisvesten. De artillerie zou door het uitbreken van de 2e Wereldoorlog de kazerne nimmer gebruiken.
Tijdens de bezettingsjaren werd de KWI-kazerne, samen met de nabijgelegen Isabellakazerne, gebruikt voor de legering van diverse SS-eenheden. Tevens voor de opleiding van de Nederlandse WA (Weerafdeling) en vanaf 1943 voor de opleiding van de Landwacht, een NSB-organisatie. Op 27 oktober 1944 werd de kazerne bestookt door de Engelsen bij de bevrijding van Den Bosch, hierbij gingen enkele barakken in vlammen op.
In de eerste naoorlogsjaren tot in 1948 werd de kazerne gebruikt door de 2e Compagnie Gezagstroepen en het 3e Bataljon Territoriale Troepen. In 1949 werden deze onder de infanterie vallende troepen opgevolgd door het 1e Regiment Genietroepen dat uit Utrecht kwam. Dit werd in 1953 vervangen door het Depot Genie (opleidingen) dat er tot 1965 zou blijven. In de jaren 1966-1967 was er, naast de opleidingen voor de van Heutsz beveiligingscompagniën, de Suriname Compagnie gevestigd. In deze schoolcompagnie werden soldaten voorbereid op uitzending naar Suriname.
In mei 1968 werd er het uit Nunspeet komende 48e Pantserinfanterie bataljon (van Heutsz) gelegerd, dat tot de afstoting van de kazerne in 1992 de hoofdbewoner zou zijn. 48 Painfbat was de traditiedrager van van Heutsz en tevens van de tradities van het KNIL (Koninklijk Nederlands-Indisch Leger) en de NDVN (Nederlands Detachement Verenigde Naties) . Dit laatste vocht in de Koreaanse oorlog (1951-1954). Om inhoud te geven aan die tradities werd ondermeer het hoofdgebouw Benteng (Maleis voor vesting) en het exercitieterrein Koningsplein (belangrijkste plein in Batavia) gedoopt. De korpsverzameling van het KNIL vond een plek op zolder van het hoofdgebouw.
In 1977 werd 48 Painfbat ingezet om het gebied af te grendelen rond de trein in de Punt, die daar door Zuid-Molukkers tot stilstand was gebracht en de inzittenden ervan gegijzeld.
Toen bij 48 Painfbat de YPR-765 instroomde in 1987/1988, werd er ten bate van onderhoud een hal met 20 werkplaatsen gebouwd, later aangevuld met nog eens 6 werkplaatsen.
In de loop van 1990 kwam de kazerne op de lijst van af te stoten kazernes te staan. Dat wekte verwondering want de kazerne was recentelijk ingrijpend gerenoveerd. 48 Painfbat werd mobilisabel gesteld en in 1991 en 1992 liepen het bataljon en de kazerne leeg. De tradities van van Heutsz, samen met de korpsverzameling en enkele monumenten, werden overgedragen aan 45 Painfbat in Steenwijk.
Al voor de sleutel van de leeggekomen kazerne door de laatste commandant overhandigd kon worden aan de burgemeester van Den Bosch, waren er asielzoekers op het kazerneterrein gehuisvest. De kazerne zou tot 1996 als asielzoekerscentrum dienen, waarna hij in gebruik werd genomen door het Koning Willem I college.
bron: www.jeoudekazerne.nu
Koning Willem I werd in 1772 in Den Haag geboren en was zoon van stadhouder Willem V. Als 23-jarige aanvoerder van het Staatse leger moest hij in 1795 een Franse invasie van de Nederlanden verhinderen. Toen dit mislukte vluchtte hij naar Engeland.
Toen het tijdperk Napoleon afliep en Nederland bevrijd was in 1813, kwam onverwacht voor Willem de kans zich in Nederland als koning te vestigen. Hij zou zich als een autoritair vorst ontpoppen.
Op aandrang van de grote machten in Europa werden de Nederlanden herenigd met het huidige België en Luxemburg, zeer tot tevredenheid van Willem. Hij zou handel, industrie en de aanleg van nieuwe wegen en kanalen bevorderen. Bij al deze activiteiten zorgde hij goed voor zichzelf. Zijn geschatte vermogen groeide in 25 jaar tot 200 miljoen gulden.
In het latere België brak in 1830 een opstand uit en Willem stuurde het leger. Interventie van Frankrijk noopte tot een wapenstilstand. Willem I zou zich nog lang verzetten tegen de afscheiding van de Belgen. Toen dit laatste definitief werd in 1839, werd een grondwetswijziging noodzakelijk. Deze hield een inperking van de macht van de dan behoorlijk impopulaire koning in, die had daar geen zin in en trad af in 1840. Hij overleed in 1843 in Berlijn.