Het sterfterisico ten gevolge van de longziekte SARS is aanzienlijk hoger dan aanvankelijk werd verondersteld. Voor 60-plussers is de overlijdenskans 43 procent, voor patiënten jonger dan 60 jaar is het sterfterisico 13 procent. Een andere rekenmethode komt voor ouderen nog hoger uit, op respectievelijk 55 procent, voor jongeren echter lager: 7 procent.
Dat blijkt uit het eerste grote onderzoek onder ruim 1400 patiënten waarvan de resultaten vannacht zijn gepubliceerd in een speciale interneteditie van The Lancet. Er is ook goed nieuws. Uit het onderzoek komt naar voren dat dankzij strenge overheidsmaatregelen in diverse landen het dagelijks aantal nieuwe SARS-gevallen is gedaald tot beneden de twintig.
De gemiddelde tijd die verloopt tussen besmetting en het uitbreken van de eerste ziekteverschijnselen van SARS bedraagt 6,4 dagen, zo blijkt verder uit het onderzoek. In Hongkong zijn de meeste patiënten in het ziekenhuis opgenomen tussen de derde en vijfde dag na het ontstaan van de eerste ziektesymptomen.
Onderzoeker prof. dr. Roy Anderson van het Imperial College London: „Die periode is heel belangrijk. Als er eenmaal ziekteverschijnselen zijn, dan verspreidt de patiënt het virus en is hij besmettelijk voor anderen. Hoe sneller de ziekenhuisopname volgt, hoe beter dus.”
