Politiek
„Strategie Balkenende oorzaak van verlies”

DEN HAAG – Terwijl een CDA-commissie nog moet beginnen met het onderzoek naar het dramatische verlies van twintig zetels bij de laatste verkiezingen, hebben een publicist en een hoogleraar de oorzaak al achterhaald: de strategie van partijleider Balkenende.

14 September 2010 11:55Gewijzigd op 14 November 2020 11:46
Foto ANP
Foto ANP

Bij de verkiezingen van 9 juni duikelde het CDA van 41 naar 21 Kamerzetels. Een historisch laag aantal. Premier en lijstrekker Balkenende trad onmiddellijk terug als partijleider. De publicist Rien Fraanje, die ook CDA-fractievoorzitter is in het Amsterdamse stadsdeel Nieuw-West, en Jouke de Vries, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Leiden, schreven samen het boek ”Gepland toeval”. Vanmiddag kregen CDA-senator Hillen en Trouw-redacteur Goslinga de eerste exemplaren.

Eigenlijk gaat het boek in eerste instantie niet over het verlies van het CDA bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Het gaat over de manier waarop Balkenende in 2001 aan de macht kwam. Toch is er wel een relatie, zo blijkt uit het boek, dat is uitgegeven door Bert Bakker in Amsterdam. De strategische keuzes die de partij negen jaar geleden maakte, waren van grote invloed op de partijcultuur. De wrange vruchten daarvan plukte de partij tijdens de laatste verkiezingen.

Ter opfrissing van het geheugen: In het najaar van 2001 ontstond er in het CDA een onverkwikkelijke ruzie tussen de toenmalige fractievoorzitter, De Hoop Scheffer, en partijvoorzitter Van Rij. Laatstgenoemde had aanwijzingen dat De Hoop Scheffer „net niet” de juiste lijsttrekker zou zijn voor de verkiezingen van mei 2002.

De fractie wilde daar echter niet aan. En toen ook nog eens openbaar kwam dat Van Rij zelf ambitie had voor een hoge plaats op de kandidatenlijst, was de boot helemaal aan. Uiteindelijk ruimden De Hoop Scheffer en Van Rij beiden het veld en koos de fractie Balkenende tot voorzitter en politiek leider.

Het bijzondere hiervan was dat de partij als organisatie geen invloed had op de keuze. En daar is het volgens Fraanje en De Vries fout gegaan. De machtsbalans tussen de partij en de fractie behoort met elkaar in evenwicht te zijn In 2001 ging het op dit cruciale punt mis. Toen Balkenende eenmaal partijleider en premier was, tolereerde hij geen autonome partijvoorzitters naast zich. Van Bijsterveldt en Van Heeswijk waren uiteindelijk „geen dwarsdenkers” die Balkenende scherp hielden, maar „verwanten die zelden de confrontatie met hem aangingen.”

Verder verzamelde Balkenende in zijn kabinetten allemaal ministers en staatssecretarissen om zich heen die hem steunden. Door in het vierde kabinet fractievoorzitter Verhagen, partijvoorzitter Van Bijsterveldt en de directeur van het wetenschappelijk instituut, Klink, op te nemen, konden partijbestuur en leden geen tegenwicht meer bieden, menen de auteurs.

Hoe weinig weerstand het partijbestuur bood, bleek net na de kabinetscrisis van februari dit jaar. Enkele uren na de val van het kabinet vroeg het partijbestuur Balkenende de lijst opnieuw te trekken. Onderzoek naar de houdbaarheid van de premier achtte het partijbestuur niet nodig.

Door het aantreden van Balkenende kregen de Haagse CDA-politici het primaat in de partij. „De politieke vereniging en het partijbureau waren geen gezonde tegenmacht meer, maar een vehikel om de macht en positie van Balkenende te bevestigen en te beschermen.”

Dat leidde uiteindelijk ook het einde van Balkenende in. De slotzin van het boek is tegelijk een vernietigende eindconclusie: „Jan Peter Balkenende ging drie maanden te lang door, omdat er niemand meer was die hardop tegen hem durfde te zeggen wat er in de achterban breed leefde, namelijk dat zijn politieke carrière ten einde was.”

Fraanje en De Vries analyseren in het boek ook de politieke stijl van Balkenende. Hoe kon het toch dat hij partijleider werd en de verkiezingen van 2002, 2003 en 2006 won? Dat kwam niet zozeer door Balkenende zelf, maar door de omstandigheden. Hij was het meest logische alternatief. „Het is de stijl van de fuut: Als er problemen zijn, duik je onder water. Vervolgens gaat het om de kunst om op het juiste moment weer boven water te komen. Die kunst verstaat Balkenende als geen ander.”

Maar die stijl brengt volgens de scribenten ook risico’s met zich mee: „Namelijk dat je ook wel eens te laat of afwezig bent op het moment dat je aanwezigheid wordt verwacht of is vereist.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer