Lekken voor de goede zaak
De publicatie van duizenden geheime documenten op de website wikileaks.org is overheden, veiligheidsdiensten en bedrijven een doorn in het oog. Wat is WikiLeaks en wie zijn deze klokkenluiders?
Het Pentagon in Washington noemt WikiLeaks al langer „een bedreiging voor de nationale veiligheid.” Sinds 5 april is duidelijk waarom het Amerikaanse ministerie van Defensie bepaald niet gecharmeerd is van de klokkenluiderswebsite. Op die dag publiceerde WikiLeaks een geheime video die het Pentagon in grote verlegenheid bracht.Op de tape van 12 juli 2007 is te zien hoe een groep mannen, onder wie twee journalisten van het persbureau Reuters, in de straten van Bagdad onder vuur wordt genomen door een Amerikaanse Apachegevechtshelikopter. De beelden –vanuit de Apache gemaakt– zijn gruwelijk, het platte commentaar van de piloten stuitend.
Volgens de helikopterpiloten zou de groep gewapend zijn geweest. Of dat zo is, blijft onduidelijk. In ieder geval vormden de mannen geen zichtbare bedreiging voor de helikopters of Amerikaanse grondtroepen. Bij het incident vielen zeker twaalf doden, onder wie de twee journalisten. Twee kinderen raakten gewond.
Wat persbureau Reuters twee jaar lang tevergeefs probeerde, lukte WikiLeaks. Via een anonieme bron kreeg de organisatie de video in handen. Ze publiceerde de tape op haar website. De video én WikiLeaks werden wereldnieuws.
Het is niet voor het eerst dat de site met opzienbarende onthullingen komt. In 2007 publiceerde WikiLeaks een geheim rapport dat een omvangrijk corruptienetwerk rond de Keniaanse ex-president Daniel Arap Moi blootlegde. Datzelfde jaar plaatste de site het protocol voor de behandeling van terreurverdachten in Guantanamo Bay online.
In 2009 openbaarde WikiLeaks een intern rapport van handelsonderneming Trafigura over de mogelijke gevolgen van een giflozing in Ivoorkust. Ook in 2009 publiceerde de site alle sms-berichten van mobiele bellers die zich op 11 september 2001 in de buurt van de aanslagen op het WTC in New York bevonden.
Kort voor de ineenstorting van de IJslandse bankensector en de daaropvolgende financiële crisis lekte WikiLeaks een intern document van de IJslandse Kaupthing Bank. Daarin werd aangetoond dat grote sommen geld waren geleend aan verschillende eigenaren van Kaupthing.
De voorbeelden zijn uit te breiden met talloze meer en minder opzienbarende ”leaks”, ofwel lekken. Zo openbaarde WikiLeaks onder meer CIA-documenten over de ontvoering van terroristen, rapporten van de inlichtingendienst over de wereldwijde beïnvloeding van de publieke opinie over Afghanistan, e-mails die aantoonden dat Britse wetenschappers informatie van klimaatsceptici achterhielden, documenten van de Scientology Church en de rules of engagement (geweldsinstructies) die het Amerikaanse leger in Irak hanteerde.
Naar eigen zeggen publiceerde de organisatie in de achterliggende drie jaar 1,2 miljoen geheime stukken, verkregen van anonieme klokkenluiders. De video van de schietpartij in Bagdad vormt het voorlopige ‘hoogtepunt’. Inmiddels heeft WikiLeaks alweer een nieuwe onthulling aangekondigd: een video waarop een Amerikaanse luchtaanval in de Afghaanse provincie Farah te zien zou zijn. Daarbij vielen vorig jaar 150 burgerslachtoffers.
Dat betrokken inlichtingendiensten, overheden en bedrijven ”not amused” zijn over de onthullingen laat zich raden. Pogingen om WikiLeaks het zwijgen op te leggen, mislukten tot nu toe echter. Niet het minst omdat de organisatie, in weerwil van de openheid die ze predikt, zelf is omgeven door een waas van geheimzinnigheid.
Een vast kantoor of correspondentieadres lijkt WikiLeaks niet te hebben. Pogingen om via de Nederlander Rop Gonggrijp, oprichter van internetbedrijf XS4ALL, met de organisatie in contact te komen, lopen op niets uit. Gonggrijp was weliswaar betrokken bij de publicatie van de Bagdadvideo, maar wil niet spreken namens WikiLeaks. „Ik ben geen woordvoerder of zelfs maar staflid. U moet uw vragen direct aan WikiLeaks stellen.”
Een zoektocht op internet levert al snel de naam op van Julian Assange, een volgens de informatie al even mysterieuze Australiër, die regelmatig optreedt als woordvoerder van de klokkenluider.
Pogingen om met Assange in contact te komen, verlopen moeizaam. Maar na diverse e-mails aan verschillende adressen volgt een korte reactie, vergezeld van een telefoonnummer in Washington.
In alle communicatie noemt Assange niet één keer zijn naam, de telefoon neemt hij op met slechts een korte introductie: „Press Office.” Toch blijkt de Australiër best openhartig. Hij vertelt over het ontstaan van WikiLeaks, eind 2006. Hoewel hij op internet wordt genoemd als de oprichter van de site, wijst Assange die titel van de hand. „Ik ben niet dé oprichter. We waren destijds met een team van mensen die allemaal hun bijdrage hadden.”
Assange noemt zich liever editor-in-chief, de hoofdredacteur van WikiLeaks. Namen van andere betrokkenen noemt hij niet. „WikiLeaks wordt gerund door non-profitorganisatie The Sunshine Press. We werken met vijf fulltimekrachten. Daarnaast beschikken we over 800 vrijwilligers die ons regelmatig assisteren.”
De missie van WikiLeaks is het ondersteunen van klokkenluiders. De site wil iedereen die over gevoelige informatie beschikt, helpen om die informatie via wikileaks.org vrij te geven. WikiLeaks waarborgt de anonimiteit van de klokkenluider, onder meer door communicatie te versleutelen en de gegevens van klokkenluiders te vernietigen.
Critici plaatsen regelmatig vraagtekens bij het waarheidsgehalte van gelekte documenten. Maar volgens Assange is nooit aangetoond dat de website onjuiste informatie plaatste. Medewerkers verifiëren altijd de echtheid en de relevantie van het materiaal. Daarvoor gaan ze soms ver. Voor publicatie van de Bagdadvideo bijvoorbeeld togen medewerkers van WikiLeaks naar de Iraakse hoofdstad om er te spreken met ooggetuigen en familieleden van de slachtoffers. Assange: „We accepteren alleen geheim of gecensureerd materiaal dat politiek, ethisch of historisch relevant is. Openbaarmaking moet een publiek belang dienen. Documenten die al publiek beschikbaar zijn of waarvan we de authenticiteit niet kunnen vaststellen, publiceren we niet.”
De primaire computerserver van WikiLeaks staat ergens in Zweden, zegt Assange. „Maar we hebben overal ter wereld servers staan waarop ons materiaal is opgeslagen, waaronder ook in België. Zweden en België zijn de enige landen die ik noem; de wetgeving biedt daar voldoende bescherming voor onze activiteiten.”
De kosten betaalt WikiLeaks grotendeels uit eigen zak. „Verder krijgen we steun via particuliere donaties en ontvangen we regelmatig juridische ondersteuning in natura.” Inmiddels dragen niet alleen organisaties als Amnesty International WikiLeaks een warm hart toe; steeds meer media, zoals krantengroep Hearst, de Britse krant The Guardian en persbureau Associated Press, scharen zich achter het initiatief.
Desondanks dwingen tal van juridische aanvallen en de constante druk van veiligheidsdiensten en andere partijen die belang hebben bij de geheimhouding van bepaalde informatie, de Australiër en zijn team hun werk met de nodige omzichtigheid te doen. De waas van geheimzinnigheid die rond WikiLeaks hangt, zit hem dan ook niet in de weg. „Het gaat er niet om wie WikiLeaks is, maar wat WikiLeaks doet.”
Daarbij is het belangrijkste doel de absolute vrijheid van informatie (zie ook kader). „Documenten worden niet zo maar geheimgehouden of gecensureerd. Openbaarmaking zal uiteindelijk leiden tot een betere wereld”, aldus Assange.
Vrijhaven IJsland
Met steun van de oprichters van WikiLeaks moet IJsland uitgroeien tot wereldwijde vrijhaven voor de journalistiek.
Mede geïnspireerd door hun eigen ervaringen –WikiLeaks werd al meer dan honderd keer aangeklaagd– werkten de oprichters van de site samen met een aantal IJslandse parlementsleden aan het Islandic Modern Media Initiative. Dat moet leiden tot wetgeving die journalisten verregaande bescherming biedt tegen juridische processen. Eind deze maand of begin mei wordt het wetsvoorstel behandeld in het IJslandse parlement.
De wet moet ook journalistieke bronnen en klokkenluiders beschermen en de immuniteit van internetserviceproviders regelen. Daarnaast zijn maatregelen opgenomen die moeten voorkomen dat journalisten of media worden aangeklaagd wegens smaad, een weg die nogal wat partijen bewandelen om publicaties te blokkeren. In Engeland is het momenteel eenvoudig om dergelijke zaken aan te spannen.
Voor journalisten en bloggers zou het met de wet aantrekkelijk worden om vanuit IJsland te publiceren.
In een interview met de BBC in februari dit jaar gaf Assange aan dat het uitdrukkelijk niet de bedoeling is om een ongelimiteerde publicatie van beledigingen toe te staan of van IJsland een land van tabloids, pedofielen of andere praktijken van een dergelijke strekking te maken. „Het idee is een gunstig klimaat voor onderzoeksjournalistiek en vrije meningsuiting te scheppen, een klimaat dat media uit de hele wereld zal aantrekken.”