Ze luisteren naar exotische namen als Lugi de Oro, Chiro de Oro en Bufon de Oro. De lama’s van de Kaserhof in het Italiaanse Oberbozen wandelen graag een flinke tocht met gasten over het hoogplateau van Ritten. Een picknick bij de Erdpyramiden voor de wandelaars -met worst en appelsap- brengt de dieren niet uit hun evenwicht. De honden in het gezelschap des te meer. Want o, o, die worst…
De doorgaande weg van Bozen (de Italianen zeggen Bolzano) naar Oberbozen op de Ritten telt dertien haarspeldbochten, goed voor duizend hoogtemeters. Wie dat draaien en keren niet ziet zitten, neemt de splinternieuwe kabelbaan (die in het najaar in gebruik wordt genomen) vanuit de Zuid-Tiroolse hoofdstad Bozen. Zo’n vlucht duurt twaalf minuten; leuk voor toeristen en helemaal een uitkomst voor al die Italiaanse forensen die dagelijks van de hoogvlakte naar de stad moeten. En weer terug natuurlijk.
Zowel vanuit de gondel als de auto is er een fraai zicht op de talloze wijngaarden. Duizenden ranken leveren jaarlijks een „excellente rode wijn”, vertelt een taxichauffeur. Alleen al de gedachte aan het edele vocht doet hem merkbaar goed. Op driekwart van de beklimming van het hoogplateau wijst hij met evenveel trots naar de (chocolade)wafelfabriek van de firma Loacker. „Hun producten gaan de hele wereld over.”
Kolossale stal
Tijd voor heel iets anders. Een lamatrektocht. Wat een trektocht is, is helder. Ook lama’s zijn min of meer bekende dieren. De combinatie wat minder. Valt er te rijden op die beesten? Walter en Sabine Maier runnen in Oberbozen (op ruim 1300 meter hoogte) een boerderij waar lama’s een hoofdrol spelen, niet in de laatste plaats vanwege hun aantal: tachtig stuks.
De Maiers zitten al dertien jaar in het vak, de Kaserhof is in 2002 helemaal opnieuw opgebouwd. Er staan een fraaie woning met vakantieappartementen en een kolossale stal voor Arabische volbloedpaarden, een andere specialiteit van het echtpaar. Daarnaast mesten de ondernemers per jaar een paar koeien vet. „Het vlees zetten we onze vakantiegasten voor.”
Met het fokken van de lama’s -„ik ken geen vrolijker, rustiger en schonere dieren”, aldus Sabine- waren de Maiers de eersten in Italië. Jaarlijks zien zo’n 25 veulens het levenslicht. De draagtijd is elf tot twaalf maanden. Lama’s kennen net als paarden stamboeken en bloedlijnen en de Maiers trekken met de dieren van tentoonstelling naar tentoonstelling.
In Den Haag woont de oudste lama van Europa, weet Sabine. „Bij Frau Jochems, kent u die?” De dieren zijn te vinden in Wassenaar, leert een zoekopdracht op internet (www.dutchllama.com), op het landgoed Duindigt.
Houten frame
Aan een hek op de Kaserhof staan vijf lama’s rustig te wachten op de dingen die staan te gebeuren. Een hoofdstel met een touw eraan en een dekje op de rug met een houten frame erop voor picknicktassen vormen de uitrusting. En nee, geen schijn van kans om óp de rug van een lama te klauteren. „Kinderen tot 20 kilo kunnen kleine stukjes meerijden, wie zwaarder is, loopt met de dieren mee.” Dat is dus een lamatrektocht.
Matthias Cischeck uit het Duitse Gauting (Beieren) komt al vijf jaar een paar keer per jaar op de Kaserhof logeren met zijn vader, moeder en zus. „Je kunt hier alles doen wat je maar wilt: mountainbiken, wandelen, bergbeklimmen.” Maar het liefst is-ie in de weer met de lama’s. Van de vijf dieren die nu meelopen, kent hij de namen. Van de meeste andere overigens ook. De lama’s lijken hem eveneens te kennen.
Vooruit met de lama. Een miniem rukje aan het touw, en de trektocht is begonnen. De dieren zijn onverstoorbaar. Zelfs de zeer opgewonden opperhengst van de Kaserhof wordt straal genegeerd.
Wat is de charme van een tocht als deze? „Het is zo rustgevend om met deze dieren door de bossen te trekken”, zegt de moeder van Matthias. „Kleine kinderen vinden dit gezelschap helemaal fantastisch. Je hoeft ze bijna nooit aan te sporen om door te lopen. Ze zijn continu in de weer met de lama’s.”
Eigengebakken brood
Halverwege de wandeling, bij de Erdpyramiden (zie kader), houdt Matthias halt. Uit de tassen op de ruggen van de lama’s komen worst, kaas, eigengebakken brood, water en appelsap. De Duitse jongen serveert met flair een sportieve lunch. Jackie, de hofhond van de Kaserhof, kijkt met een treurige blik in de ogen toe hoe de worst in mensenmonden verdwijnt. Hond Bambam van de Cischecks moet regelmatig met enige fysieke aandrang worden weggehaald bij de etenswaren. Hij en Jackie zijn de enigen die vandaag balen. De lama’s keuren de zenuwachtige honden geen blik waardig. Gras en boomblaadjes, daar gaan zij voor in de pauze.
Apart gezicht: Erdpyramiden
Elke toeristische streek heeft ze: de ”moet-je-gezien-of-beleefd-hebben-onderwerpen”. Op de Ritten zijn dat het smalspoorbaantje tussen Maria Himmelfahrt en Klobenstein én de Erdpyramiden.
Indrukwekkende cijfers zijn het niet. Wat is nou 6,8 kilometer aan spoorlijn? Een maximumstijgingspercentage van 4,5 procent is ook niet iets om van achterover te vallen. De topsnelheid van de trein dan? Dertig kilometer per uur. Mwah.
De nostalgie doet het ’m. Ook het relaxte gevoel dat een ritje met de Rittner Bahn oplevert, heeft z’n charme. Waar zijn nog treinstellen met twee klokken per wagon, die de tijd met een minuut verschil weergeven, terwijl de stationsklok op het perron daar nóg een minuut achteraan sukkelt?
Bij helder weer vormen de Dolomieten een machtig decor bij de tocht over het hoogplateau van Ritten. In de winter zijn hardrijders op de niet-overdekte schaatsbaan van Klobenstein (Collalbo) op de voet te volgen vanuit de trein. Onderweg minieme halteplaatsen. Houten hutjes dienen als wachthuisjes. Veel toeristen ’doen’ een enkele reis, vertelt de conducteur. „En dan wandelen ze terug naar het beginpunt.”
Wie zin heeft om wat verder te wandelen, gaat op zoek naar de Erdpyramiden. Ritten telt drie plaatsen met tientallen tot 30 meter hoge kegels. Ze zijn van leem en bij droog en warm weer keihard. Zodra het begint te regenen, spoelt het materiaal met een sneltreinvaart weg.
In het leem zitten grote keien die op de top van de kegels als een soort afdakje dienen en het proces van erosie remmen. Die keien kieperen naar beneden zodra de hoeveelheid leem eronder te minimaal wordt. Een nieuwe deksteen neemt dan de rol van paraplu over, zolang het duurt. Een apart gezicht blijft het, die Erdpyramiden.
Halve dag stad Bolzano, halve dag ommeland
Mooie combinatie: halve dag stad Bolzano, halve dag ommeland. De volgorde maakt niets uit.
Glimlachen mag. Het verhaal van fietsgids Karl Lotti volgt op de vraag of iedereen wel zo eenvoudig weet om te gaan met het geaccidenteerde terrein ten zuiden van de Zuid-Tiroolse provinciehoofdstad Bozen.
Een prima uitgeruste fiets (21 versnellingen of meer) is daarvoor niet het enige noodzakelijke. Een goede conditie is ook meegenomen. Daar mankeert het wel eens aan, vertelt Lotti. „Als gids moet je eindeloos veel geduld hebben.” Soms is zelfs eindeloos geduld niet meer voldoende. „Ik heb in mijn fietstas met reserveonderdelen en eerstehulpspullen ook een kabel waarmee ik desnoods fietsers op sleeptouw kan nemen.” Zulke avonturen leveren ongetwijfeld fraaie vakantiefoto’s op.
Veel vochtverlies
Voor alle duidelijkheid: niemand hoeft het uithoudingsvermogen van een profwielrenner te hebben om rond onder meer Eppan, Kaltern en Girlan te fietsen. Er zijn zelfs vlakke delen. Vroeger liep er bijvoorbeeld een spoorlijntje van Frangart naar Girlan. Dat traject -dat nog verder doorloopt naar het zuiden- is omgeturnd tot fietspad met weinig hoogteverschil. Links en rechts liggen wijngaarden, burchten en landhuizen, diep in het dal raast -onhoorbaar- het autoverkeer.
Bij een beetje mooi weer leidt elke inspanning al tot veel vochtverlies. Het aardige van deze streek is dat ieder dorp openbare bronnen heeft waar de bidons kunnen worden gevuld met drinkwater. De volgende stop is bij de Grote en de Kleine Montiggler Seen. De meren vormen het hart van een groot recreatiegebied. Lotti: „Het verhaal gaat dat de meren ondergronds met elkaar zijn verbonden. Niemand heeft ooit de doorgang gevonden. Toch moet die er zijn, want er is hier eens iemand verdronken in het grote meer, en gevonden in het kleine.”
Na een halve dag fietsen lokt Bozen (Bolzano is de Italiaanse naam). Een uitgesproken stad met veel aanleiding tot oh’s en ah’s is het niet. Wel een plaats voor shopliefhebbers. Op dat punt komt het Italiaanse karakter van de stad goed uit de verf: een keur aan modetopmerken ligt uitgestald in de tientallen winkels en boetiekjes die de oude binnenstad rijk is. Een goed gevulde portemonnee is een voorwaarde om de kooplust te bevredigen.
Man uit het ijs
Natuurlijk heeft Bozen zijn Dom, plus een groot flaneerplein, de Waltherplatz. Ook de fruitmarkt is interessant. Dagelijks komen tientallen handelaren naar hun vaste stek in de buitenlucht, met een keur aan groenten en fruit. Maar de bekendste attractie van de stad is zonder twijfel Ötzi, de ”man uit het ijs”. De mummie werd in 1991 door een paar Duitse toeristen gevonden, op het Tisenjoch (3200 meter) in de Alpen, daar waar de grens tussen Italië en Oostenrijk loopt.
Aanvankelijk dachten onderzoekers dat het om een recent bergsportslachtoffer ging. Nadere bestudering van het lichaam leverde een andere conclusie op: Ötzi moet een man zijn geweest van ongeveer 45 jaar oud, 1,60 meter lang, en hij leefde ongeveer 3150 jaar voor Christus. Het ijs waarin de man zat opgesloten, heeft zowel het lichaam als de kleding en de gebruiksvoorwerpen die hij bij zich had, prima geconserveerd. Voer voor historici dus.
Vriesruimte
En nu wordt Ötzi tentoongesteld, in een vriesruimte in het Archeologiemuseum in Bozen. Een klein raam in de wand biedt zicht op het lichaam. Het museum vraagt bezoekers hier stil te zijn. Terecht, want daar ligt feitelijk een mens opgebaard. Ötzi is gelukkig geen schreeuwerige attractie. Hij vormt wel het middelpunt van een verhaal over de oude historie van het alpengebied: zo leefden zeer waarschijnlijk onze voorouders. En dat blijft interessant.
Informatie
De afstand van Utrecht naar de Zuid-Tiroolse vakantieregio Bozen (via München, Innsbruck en de Brennerpas) bedraagt ongeveer 1150 kilometer. Zuid-Tirol maakte vroeger deel uit van het Oostenrijkse Tirol, maar is sinds de Eerste Wereldoorlog Italiaans. Voordelig vliegen kan via Transavia (www.transavia.com, op Verona of Innsbruck) of Ryanair (www.ryanair.com, op Verona). Handige websites zijn: www.suedtirol.info, www.lama-alpaka.biz, www.ritten.com, www.alpbike.it.