„Poema is geen dappere kat”
De poema is een roofdier en behoort tot de familie van de katten. In het wild leeft hij in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika, van Canada in het noorden tot Vuurland in het zuiden, en nu dus ook op de Veluwe.
Er zijn kleine soorten poema’s, maar ook grote van wel anderhalve meter lang, waar dan nog eens een staart van 90 centimeter bij komt. Ze kunnen meer dan 100 kilo zwaar worden.
Wereldwijd zijn er enkele honderdduizenden poema’s. Omdat de soort niet is bedreigd, bevolken ze ook geen Nederlandse dierentuinen. Die zijn er jaren geleden mee gestopt en richten zich op het houden van dieren die er in hun natuurlijke omgeving slecht voor staan, zegt directeur Koen Brouwer van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen.
De mens komt het grijsbruine dier over het algemeen niet tegen. De zilverleeuw, zoals hij ook wordt genoemd, is vooral ’s nachts actief. Dan gaat hij op strooptocht, waarbij hij grote afstanden aflegt. Hij beweegt zich licht en krachtig en kan sprongen maken van wel 6 meter. Overdag slaapt hij bij voorkeur in een boom, bosschage of hoog gras.
„Het is geen dappere kat. Het liefst zal hij contact met mensen mijden”, vervolgt Brouwer. „In de Verenigde Staten komt het steeds vaker tot een ontmoeting tussen de mens en het dier, vooral als het zich in de bebouwde kom waagt. Amerikanen krijgen het advies niet weg te rennen, maar met een stok te zwaaien en zich breed te maken. En ja, een poema heeft in de VS wel eens een kind gedood. Als het dier in het nauw zit, kun je zoiets verwachten.”
Om die reden is Brouwer geen voorstander van het met man en macht opjagen van het dier op de Veluwe. „Daar wordt-ie hongerig van en onberekenbaar. Beter is af en toe met kleine groepjes en een speurhond op zoek te gaan.”
De dierentuinman begrijpt dat aan het gebruik van een verdovingsgeweer haken en ogen zitten, maar vindt dit sympathieker dan de doodstraf. „Het dier heeft hier ook niet om gevraagd.”
Brouwer denkt dat het roofdier op de Veluwe zich met herten of zwijnen in leven houdt. Kleinere, mogelijk zwakke exemplaren, die makkelijker te verschalken zijn. Een hond of kat kan eveneens gevaar lopen. Of hij ook een schaap of kalf aan kan, is in dit geval niet duidelijk, omdat onbekend is hoe groot het dier precies is.
Maar de zwerver oogst bij Brouwer hoe dan ook bewondering. „Dit dier heeft blijkbaar een talent om te overleven in het kleine Nederland. Het weet zich goed aan te passen en is niet voor één gat te vangen.”