Gasunie: gasvoorraad Nederland volgende winter mogelijk te laag
De gasvoorraad in Nederland zal in de volgende winter mogelijk niet vol genoeg zijn. Dit meldt een woordvoerster van de Gasunie over de verwachtingen van het vullen van de lage gasvoorraad in de komende maanden. De Gasunie maakt zich echter nog geen zorgen over de huidige stand en ook niet over die van volgende winter.
De bergingen zijn momenteel voor 29,2 procent gevuld volgens het Nationaal Energie Dashboard, een initiatief van de Gasunie en de netbeheerder TenneT. Daarmee is de voorraad nog verder gedaald, nadat Nederland op 1 februari met 37,7 procent al onder de Europese doelstelling van 39 procent zat.
De woordvoerster noemt het vullen van de voorraad voor de volgende winter een „aandachtspunt”. Ze zegt dat de Gasunie zich hierover zorgen maakt als Nederland op 1 september 5 procentpunt onder het doel van 59 procent voor die datum zit. In die periode wordt gas ingekocht voor de winter. Pas als ons land onder die marge blijkt te zitten, wordt volgens haar gekeken of extra aanvullen nodig is.
Nederland hoefde zich jarenlang geen zorgen te maken over voldoende gas omdat we gas uit Rusland en het Groningerveld haalden. Maar die leveringen voor Nederland zijn stopgezet. „We leven in een andere tijd. De markt is soms onvoorspelbaar, geopolitieke situaties zijn van invloed op de handel en prijzen en die bepalen indirect hoe de gasbergingen gevuld worden”, legt de woordvoerster uit. Tot nu toe is het altijd goed gekomen, maar ze weet niet of dat ook geldt voor het vullen van de bergingen voor de volgende winter.
De Europese gasprijzen bereikten vorige week maandag het hoogste niveau in twee jaar tijd. Inmiddels zijn de prijzen iets gezakt, maar nog altijd hoog. De woordvoerster vreest dat door de hoge prijzen het momenteel voor de markt mogelijk niet interessant genoeg is om de bergingen komende maanden genoeg te vullen.
Het extra aanvullen buiten de marktpartijen om is echter „best wel ingrijpend”, aldus de zegsvrouw. „Omdat je daarmee de vrije markt verstoort en dat kan op termijn een prijsopdrijvend effect hebben. Dan voelen mensen dat in hun portemonnee.”