Dit artikel is partnercontent.
Kan de ellende nog groter worden?
Met trillende onderlip keek hij in mijn ogen, de leider van de Church of Central Africa Presbyterian (CCAP) met haar twee miljoen leden. Minutenlang bleef hij me zwijgend aanstaren. Ik wilde antwoord op de vraag wat hij en zijn gezin van mij nodig hadden. Uiteindelijk zei hij: „Alles. Wij hebben niets. Geen geld, geen eten. Dat is al zo sinds de Kerst. Sorry.” Excuses vanwege een dreigende hongerdood. Aangrijpend!
![beeld The Art of Charity](https://images.rd.nl/fill/crop:1875:1172:ce/w:1020/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F235392_de9480ea9b.jpeg)
De ellende was hem aan te zien: zijn kleren vielen wel erg ruim. Hij had ze gekregen tijdens een bezoek aan Schotse kerken die in het verleden de CCAP steunden. Lange tijd vormden ze een van de belangrijkste inkomstenbronnen. Zijn laatste reis naar Schotland was echter op een teleurstelling uitgelopen. Eerder werd hij van het vliegveld gehaald en was er een onderkomen voor hem geregeld, maar die laatste keer was er geen chauffeur en geen slaapplek. En dat terwijl hijzelf amper geld had om iets te regelen.
Geen eten, geen geld
De reden voor het sobere onthaal? Kerken in Schotland lopen leeg of sluiten. Giften komen amper binnen en er is dus geen geld over voor broeders en zusters in Malawi. En dus werd de leider van de Church of Central Africa Presbyterian met lege handen en een lege maag op het vliegtuig gezet. Maar ook in zijn thuisland was er geen eten en geld voor hem en zijn gemeenteleden.
Tijdens onze dienstreis vroeg ik na hoe het met de predikanten en gemeenten binnen de RPC is gesteld. Slecht, was het antwoord. De synode van de Church of Central Africa Presbyterian (CCAP) krijgt amper giften binnen om hun dominees te betalen. Het heeft een enorme invloed op de Evangelieverkondiging. Dominees moeten hard werken op om in leven te kunnen blijven en hebben niet of nauwelijks tijd voor verkondiging en pastoraat.
Ziekenhuis
We zijn inmiddels in Noord-Malawi, in Mzuzu, aangekomen. Ikzelf wilde verder noordwaarts reizen, terwijl Dity in het hotel zou achterblijven. De reis richting Chitipa is namelijk heel gevaarlijk wegens de regens en de smalle wegen vol kuilen. Uiteindelijk vonden de leiders in Noord-Malawi mijn bezoek aan het gebied onverantwoord. Ze gaven aan: we redden het wel even zelf, kom deze keer maar niet. Dat spijt mij enorm, maar ik heb me erbij neergelegd.
Dramatisch
We hebben in plaats daarvan nog meer boeren rond Mzuzu bezocht. We deelden kleren uit die we in Nederland hadden gekregen en bewonderden hun akkers. Hún maïsplanten staan er prima bij, veel beter dan die van collega’s die via traditionele methodes landbouw bedrijven (zie foto). Verder zijn we bij het ziekenhuis in Ekwendeni geweest. Er was nauwelijks eten. Logisch, want het is een missionair ziekenhuis onder verantwoordelijkheid van de in geldnood verkerende CCAP. We hebben patiënten en personeel honderd zakken van 60 kilo maïs geschonken.
Predikanten krijgen geen salaris, ziekenhuizen hebben geen geld en eten, inwoners lijden honger, de Evangelieverkondiging dreigt te stoppen – de situatie in Malawi is opnieuw dramatisch. Wat is de oplossing? Het enige wat we als Nederlandse christenen kunnen doen, is bidden en geven. Helpt u mee om onze broeders en zusters in Malawi te steunen?
U kunt onze reisverhalen ook vinden op www.FoodForLifeMalawi.com/reisverhalen.