Aantal asielaanvragen daalde vorig jaar flink
Voor het eerst in vier jaar tijd daalde vorig jaar het totaalaantal asielaanvragen. Dat blijkt uit cijfers die het ministerie van Asiel en Migratie publiceert op zijn website.
Er werden vorig jaar bijna 45.600 asielaanvragen ingediend bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Dat waren er in 2023 nog 50.600 en het jaar daarvoor 48.600. In 2021 lag het totaalaantal asielaanvragen nog een stuk lager dan vorig jaar: 36.800.
Nederland lijkt in 2024 iets populairder als asielbestemming dan andere Europese landen
De cijfers van het ministerie bieden een eerste inzicht in de asieltrends in Nederland. Met name in het tweede deel van 2024 lag het aantal asielaanvragen bij de IND fors lager dan de jaren ervoor. Normaliter is het najaar juist een periode met relatief veel asielaanvragen van mensen die hier bescherming zoeken.
Het gaat hierbij niet alleen om de komst van nieuwe asielzoekers, die aankloppen bij het aanmeldcentrum in Ter Apel. Ook aanvragen voor de nareis van familieleden, herhaalde asielaanvragen van mensen die hier al zijn, en aanvragen voor herplaatsing en hervestiging vallen onder de cijfers van het ministerie. Die laatste twee categorieën zijn overigens marginaal.
Ongeveer een kwart van het totale aantal aanvragen was de afgelopen jaren voor de nareis van familieleden. Die aanvraag kan een asielzoeker pas doen, als die de gehele asielprocedure heeft doorlopen en een verblijfsvergunning heeft gekregen – tegenwoordig een proces van anderhalf tot twee jaar.
Minder nieuwkomers
Onder aan de streep is een duidelijk dalende ontwikkeling zichtbaar op het gebied van asiel. Het aantal nieuwkomers dat hier om bescherming vroeg, daalde de eerste elf maanden van vorig jaar namelijk harder dan het totaalaantal asielaanvragen. Tot en met november vroegen 29.790 nieuwe asielzoekers om bescherming in Nederland. In 2023 lag dat cijfer na elf maanden op 34.505 en in 2022 op 32.910.
De specifieke cijfers over december ontbreken nog. Dit was precies de maand waarin het schrikbewind van de Syrische dictator Assad ten einde kwam. Wat dit voor effect heeft op de jaarcijfers, is nog onbekend. Syrië was met 44 procent verreweg het belangrijkste herkomstland van asielzoekers vorig jaar. Irak, Turkije, Eritrea en Jemen volgden daarna met alle circa 5 procent.
Het huidige, rechtse kabinet heeft als belangrijke doelstelling de komst van asielzoekers terug te dringen. Het is echter een te snelle conclusie om de daling te omschrijven als een ‘succes’ van de regering.
Daling in heel Europa
Sterker nog: Nederland lijkt in 2024 als asielbestemming iets populairder dan andere Europese landen. In de rest van Europa daalt de instroom van asielzoekers ook. In sommige landen, zoals Duitsland en Zweden, nog een stuk harder dan in Nederland. Hier klopten in de eerste elf maanden van 2024 bijna 16 procent minder asielzoekers aan. In Duitsland nam het aantal eerste asielverzoeken in die periode met 30 procent af ten opzichte van 2023, en in Zweden met ruim een kwart.
Cijfers uit de hele Europese Unie ontbreken nog, omdat niet alle landen zo snel gegevens doorsturen. De verwachting is dat de daling ook elders doorzet. Zo meldde het Europese grensagentschap Frontex in november dat het aantal „irreguliere grenspassages” tot en met november vorig jaar met 40 procent daalde.
Een verklaring hiervoor is er nog niet, al is het waarschijnlijk dat afspraken tussen de Europese Unie en Noord-Afrikaanse landen hebben bijgedragen tot de afname van het aantal grensoversteken vanuit Noord-Afrika naar Italië.