BuitenlandJimmy Carter (1924-2024)

Jimmy Carter (100) werd als ex-president succesvol

De voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter is zondag op honderdjarige leeftijd overleden. De Democraat, die zich profileerde als wedergeboren christen, was vooral als ex-president succesvol.

30 December 2024 08:24Gewijzigd op 30 December 2024 11:21
De voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter is zondag op honderdjarige leeftijd overleden. beeld EPA, Erik S. Lesser
De voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter is zondag op honderdjarige leeftijd overleden. beeld EPA, Erik S. Lesser

De verkiezing van Carter in 1976 gaf veel Amerikanen weer hoop. Hij beloofde hun het nationale zelfvertrouwen te herstellen. Dat was ernstig beschadigd omdat, ondanks de langdurige Amerikaanse interventie, de communisten het toch voor het zeggen hadden gekregen in Zuid-Vietnam.

Nog belangrijker was dat Carter wilde breken met het spel van leugen en bedrog dat Washington had beheerst. Na het Watergateschandaal waardoor president Richard Nixon twee jaar eerder moest aftreden, hunkerden de Amerikanen naar een leider die eerlijk en oprecht was. Carter ging de verkiezingsstrijd in met de belofte „I’ll never tell a lie to the American people!” Hij zei het federaal bestuur te willen hervormen. Daarbij toonde hij zich een politicus die dicht bij het volk stond. „Noem mij maar Jimmy.”

Zondagsschool

De op 1 oktober 1924 in de staat Georgia geboren James Earl Carter diende bij de marine totdat zijn vader in 1953 overleed. Hij keerde terug naar de familieboerderij en bouwde die uit tot een grote pindaplantage.

Toch reikten Carters ambities verder.  Namens de Democratische Partij werd hij in 1962 gekozen in de Senaat van Georgia. In 1970 lukte het hem om gouverneur van die staat te worden. Zes jaar later verraste hij vriend en vijand door de Democratische voorverkiezingen in Iowa te winnen. Zijn overwinning was zo onverwacht dat zelfs zijn moeder niet zou hebben geweten dat hij president wilde worden. Toen hij het haar vertelde, moet zij verbaasd hebben gevraagd: „Van wat dan?” Met een geringe meerderheid versloeg Carter in 1976 zittend president Gerald Ford (die Nixon tussentijds was opgevolgd).

De Zuidelijke Baptist Carter wist zich gedreven door zijn christelijke levensovertuiging. Dat bleek al tijdens zijn campagne. Daarin vroeg hij de Amerikanen zo te leven alsof Christus die dag zou wederkomen. Zijn leven lang nam hij dagelijks de tijd voor Bijbelstudie en gebed. Tot in hoge ouderdom was hij onderwijzer op de plaatselijke zondagsschool.

Over zijn persoonlijk geloofsleven publiceerde Carter een tweetal boeken.  Kort na zijn presidentschap schreef hij ”Keeping Faith” (Het geloof behouden) en in de jaren negentig publiceerde hij ”Living Faith” (Het geloof leven). Daarin schrijft hij te zijn geïnspireerd door protestantse theologen als Karl Barth, Dietrich Bonhoeffer en hun rooms-katholieke collega’s Karl Rahner en Hans Küng.

Dieptepunt

Als president wilde Carter op buitenlands terrein een andere koers varen dan zijn voorgangers. Hij vroeg aandacht voor de mensenrechten en hoopte de relatie met de Sovjet-Unie te kunnen verbeteren.

Een belangrijk wapenfeit was het vredesakkoord dat de Egyptische president Anwar Sadat en de Israëlische premier Menachem Begin in 1978 op Carters buitenverblijf Camp David sloten. Maar verder moest hij tegenslag op tegenslag incasseren. Met Sovjetleider Leonid Brezjnev sloot hij nog wel een akkoord over verdere vermindering van de strategische kernbewapening (SALT II), maar de spanningen met Moskou namen toen al toe. De inval van Rusland in Afghanistan maakten duidelijk dat met Rusland geen goede relatie viel op te bouwen.

Een belangrijk wapenfeit van Carter was het vredesakkoord dat de Egyptische president Anwar Sadat (l.) en de Israëlische premier Begin (r.) in 1978 sloten. beeld  AFP

Dieptepunt van Carters presidentschap was de bezetting van de Amerikaanse ambassade in Teheran. In 1979 grepen de ayatollahs in Iran de macht. Toen Carter de sjah toestemming gaf om voor medische behandeling naar New York te komen, bezetten boze sjiieten op 4 november 1979 de Amerikaanse ambassade in Teheran. Ze eisten uitlevering van de sjah. 52 Amerikanen zaten vast. Een mislukte reddingsoperatie, die het leven kostte aan acht Amerikanen, betekende de doodsteek voor Carters presidentschap. De gijzeling van het Amerikaanse ambassadepersoneel, die 444 dagen zou duren, werd het symbool van Amerika’s machteloosheid onder zijn leiding.

„Ik ben misschien niet zo’n goede president geweest, maar wel een goede oud-president” - Jimmy Carter, voormalig president VS

Naast dat drama had Carter binnenslands veel tegenslag. De olieprijzen stegen, en ook de werkloosheid nam toe. Dat alles leidde ertoe dat hij in 1980 verpletterend werd verslagen door de Republikein Ronald Reagan.

Fidel Castro

Na zijn presidentschap kwam echter alsnog de waardering. Carter zette zich in voor democratie, mensenrechten en het bestrijden van ziektes en ander menselijk leed. Onvermoeibaar reisde hij daarvoor de wereld over. In 1994 onderhandelde hij met Noord-Korea over het beëindigen van kernwapenprogramma. Hij nam deel aan een delegatie die in Haïti de overgang van militair regime naar democratie bewerkstelligde, en bemiddelde bij een staakt-het-vuren in Bosnië. Carter is de enige Amerikaanse (oud-)president die ooit Cuba bezocht. Hij mocht daarbij van president Fidel Castro een toespraak in het Spaans houden op de Cubaanse radio – zelfs al wist de Cubaanse dictator dat Carter kritiek zou leveren op de naleving van de mensenrechten op het eiland.

Carter was betrokken bij enkele Israëlisch-Palestijnse vredesinitiatieven. Kritiek op Israël schuwde hij niet. Zijn boek ”Palestine: Peace Not Apartheid”__deed in 2006 in de VS veel stof opwaaien. Felle kritiek was er toen hij daarna een ontmoeting had met de verbannen Hamasleider Khaled Mashal, een krans plaatste op het graf van de Palestijnse president Yasser Arafat en sprak met de Syrische president Bashar al-Assad.

In 2002 kreeg Carter de Nobelprijs voor de Vrede, voor zijn bemiddeling tussen Israël en Egypte, maar ook voor de activiteiten die hij na zijn presidentschap had ondernomen. In zijn dankrede zei hij toen zelf: „Ik ben misschien niet zo’n goede president geweest, maar wel een goede oud-president.”

Meer over
Verenigde Staten

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer