De beoogde nieuwe Eurocommissaris voor visserij wil „een open discussie” over de tot onvrede van Nederland verboden pulsvisserij en andere vernieuwende vismethodes. „Ik zal niet dogmatisch in benadering zijn”, verzekerde aspirant-EU-commissaris Costas Kadis woensdag.
Nederland liep voorop met pulsvissen, dat minder brandstof kost en volgens voorstanders beter is voor het onderwaterleven. Platvis wordt daarbij niet met verwoestende kettingen opgeschrikt om in het net te zwemmen, maar met kleine stroomstootjes. Maar Nederland overspeelde zijn hand, wekte weerstand van natuurbeschermers en concurrerende vissers in andere EU-landen en moest slikken dat de EU de veelbelovende vistechniek in 2018 verbood.
De Cyprioot Kadis werd woensdag gepolst door SGP-Europarlementariër Bert-Jan Ruissen en BBB’er Sander Smit of hij misschien anders denkt over de pulsvisserij. De gepromoveerd bioloog, die in een urenlange hoorzitting het Europees Parlement moest overtuigen dat hij de juiste man is om visserijcommissaris te worden in het nieuwe dagelijks bestuur van de EU, zei niet dat hij van het verbod af wil.
Maar Kadis wil over nieuwe technieken wel een open gesprek voeren. En daarbij zijn vergroening en het verminderen van bijvangst - volgens voorvechters sterke punten van de puls - voor hem belangrijk. Bovendien „moeten we ons baseren op wetenschappelijke kennis”. Pulsvissers wijzen steevast op gunstige rapporten van wetenschappers.
Nederland sputtert al jaren over het pulsvisverbod, ook al kon het dat deels zichzelf aanrekenen. De nieuwe methode was alleen op proef en mondjesmaat toegestaan, maar Nederland zocht de randen van de regels op en deelde te royaal vergunningen uit. Nederlandse vissers werd daarom in Brussel niet zomaar meer wat gegund. Voorlopig zou het geen enkele zin hebben om voor de puls te blijven pleiten, meende het vorige kabinet. Maar het nieuwe kabinet wil toch weer eens gaan lobbyen.