Het comité dat de winnaars heeft aangewezen, noemt de ontdekkingen van de twee onderzoekers „baanbrekend”. Ze beschreven het microRNA voor het eerst bij een kleine worm, de C. elegans. Inmiddels is duidelijk dat microRNA „van fundamenteel belang” is in de ontwikkeling van complexe organismen, beschrijft het Zweedse comité dat de prijzen uitreikt. De winnaars publiceerden onafhankelijk van elkaar hun eerste relevante onderzoeken op dit terrein in 1993.

De Nobelprijzen gelden als de meest prestigieuze prijzen die wetenschappers kunnen winnen. De prijs voor de Geneeskunde ging vorig jaar naar de Hongaarse Katalin Karikó en de Amerikaan Drew Weissman voor onderzoek dat ten grondslag lag aan de ontwikkeling van mRNA-vaccins. Dat nieuwe type vaccin werd voor het eerst grootschalig ingezet tegen het coronavirus.

Deze keer hebben de leden van het Zweedse Karolinska-instituut die de winnaar aanwijzen dus gekozen voor heel fundamenteel onderzoek naar de regulering van genen. Als daarin iets misgaat, kan het leiden tot ernstige ziekten als kanker, diabetes of auto-immuunziekten. „Daarom is het begrip van genetische regulatie al decennia een belangrijk streven”, legt het comité uit.

Ruvkun is professor in de genetica aan de medische faculteit van Harvard, de universiteit waar hij al sinds 1985 voor werkt. Ambros werkte lange tijd voor Dartmouth Medical School en is tegenwoordig hoogleraar aan de Universiteit van Massachusetts.

Winnaars krijgen naast de prijs zelf een bedrag van 11 miljoen Zweedse kronen, omgerekend bijna 970.000 euro. Dat bedrag komt uit de nalatenschap van de Zweedse zakenman Alfred Nobel, de uitvinder van dynamiet en de grondlegger van de prijzen.

Later deze week volgen nog de Nobelprijzen voor Natuurkunde (dinsdag), Scheikunde (woensdag), Literatuur (donderdag), Vrede (vrijdag) en Economie (volgende week maandag). De uitreiking is op 10 december, de sterfdag van Alfred Nobel.