PostNL blijft erbij dat financiële steun van de overheid voor postbezorging nodig is. Het bedrijf vreest dat het leveren van een basispakket aan postdiensten anders verlieslatend wordt. Dat laat een woordvoerster weten na het nieuws dat het kabinet PostNL wil toestaan om niet-urgente brieven en kaarten binnen twee dagen te bezorgen, in plaats van één dag.
„PostNL is blij dat de minister de noodzaak erkent om op korte termijn de bezorgtijd van post aan te passen van binnen één dag naar binnen twee dagen”, meldt het bedrijf. Maar volgens de post- en pakketbezorger is „op korte termijn financiële steun vanuit de overheid noodzakelijk”.
Verantwoordelijk minister Dirk Beljaarts (Economische Zaken) schrijft aan de Tweede Kamer dat hij voorlopig niet meegaat in de wens van PostNL om een overheidssubsidie. Maar hij zegt wel dat voor de toekomst een „realistisch financieringsmodel” moet worden uitgewerkt.
De discussie draait om de Universele Postdienst, waar bijvoorbeeld brieven uit de oranje brievenbussen onder vallen. PostNL is door de overheid aangewezen als uitvoerder van die postdiensten, maar haalt sinds 2019 niet meer de norm dat minstens 95 procent van die brieven op tijd is bezorgd.
Beljaarts stelt als voorwaarde aan de langere maximale bezorgtermijn dat PostNL voortaan wel genoeg post op tijd bezorgt. „We gaan ons best doen om dat te halen”, zegt een woordvoerster van het bezorgbedrijf daarover, maar ze wijst ook op problemen met personeelskrapte. PostNL zou zelf het liefst willen dat niet-urgente post er drie dagen over mag doen, maar volgens het ministerie zijn te veel consumenten en bedrijven daarop tegen.
