ECB verlaagt rente waarschijnlijk verder om economie te steunen
De Europese Centrale Bank (ECB) gaat donderdag de rente in de eurozone vrijwel zeker verder verlagen. Met de lagere leenkosten wil de ECB het kwakkelende economische herstel in het eurogebied aanjagen, nu de inflatie zich richting de doelstelling van 2 procent beweegt. Economen verwachten dat het belangrijkste rentetarief wordt verlaagd met een kwart procentpunt tot 3,5 procent. Het zal de tweede renteverlaging zijn van dit jaar.
Een lagere rente van de ECB maakt het voor banken goedkoper om geld te lenen bij de centrale bank. De banken zullen de rente voor het geld dat zij uitlenen aan consumenten, bedrijven en overheden daardoor verlagen. Ook de hypotheekrentes zullen dalen. Mensen met een variabele hypotheekrente en woningkopers die een hypotheek afsluiten zullen dat als eerste merken. Ook dalen de kosten voor bedrijven om investeringen te financieren. Sparen wordt daarentegen minder aantrekkelijk door lagere spaarrentes.
De centrale bank begon vanaf midden 2022 in een recordtempo de rente te verhogen tot een recordniveau van 4 procent, om de hoge inflatie te bestrijden. De inflatie is na het bereiken van een piek van bijna 11 procent in 2022 inmiddels flink afgekoeld en de ECB besloot in juni dit jaar voor het eerst sinds september 2019 de rente te verlagen. In juli hield de centrale bank een rentepauze om de verdere ontwikkelingen van de inflatie af te wachten.
Bij het vorige rentebesluit liet ECB-president Christine Lagarde weinig los over mogelijke toekomstige rentestappen. Ze verklaarde dat er per vergadering wordt gekeken naar de dan beschikbare economische gegevens om een besluit te nemen over de rente. Ook nu verwachten economen dat Lagarde geen duidelijke signalen zal geven over toekomstige rentestappen. Economen van ING verwachten wel dat de rente later dit jaar verder wordt verlaagd als reactie op de „verzwakkende economische vooruitzichten van de eurozone”.
