„Veel studenten geven de voorkeur aan wonen in de studentenstad zelf, vanwege de nabijheid bij de onderwijsinstelling en de sociale voordelen die dat biedt”, laat Tilburg University bijvoorbeeld weten. „We concentreren ons dan ook op locaties op fietsafstand van de campus.” De universiteit zegt in gesprek te zijn met de gemeente en woningcorporaties om aan meer betaalbare studentenhuisvesting te werken.

In meerdere studentensteden zijn plannen om de komende jaren flink wat woningen bij te bouwen. Ook steden waar nog geen grote onderwijsinstelling of studentenpopulatie zit, zijn hiermee bezig. Zo worden in Almere vanaf 2026 1750 nieuwe eenheden opgeleverd voor studenten uit de omtrek. In Hoofddorp gaat het om 563 studio’s en kamers, zei de door de overheid aangestelde ‘Studentenhuisvestingsregisseur’ Ardin Mourik onlangs.

De Hogeschool Leiden denkt dat kamers in zulke steden een minder relevante optie zijn voor haar studenten, omdat die te ver weg zijn. „Voor studenten die wat verder van de universiteit wonen, kan dit waarschijnlijk een goede (al dan niet tijdelijke) oplossing zijn”, stelt de Universiteit Leiden, die locaties heeft in Leiden en Den Haag.

In Enschede weten studenten vaak relatief snel een betaalbare kamer te vinden, zegt de Universiteit Twente. Volgens de instelling willen studenten vaak ook wel in het nabijgelegen Hengelo wonen. Verder weg gelegen woonplekken kunnen uitkomst bieden voor studentensteden waar wel schaarste is, meent de universiteit. „Studentenwelzijn is daarbij wel een belangrijk aandachtspunt, die wordt mede gevormd door hun leefomgeving.”

De Rijksuniversiteit Groningen vindt het op zichzelf een hele goede zaak dat bijvoorbeeld Assen studenten wil huisvesten, maar benadrukt wel dat de randvoorwaarden voor het opbouwen van een studentenleven ook belangrijk zijn. „Er is meer nodig dan alleen kamers om een studentenstad te ontwikkelen”, zegt een woordvoerster. Dan gaat het volgens haar om onder meer faciliteiten zoals sport- en gezelligheidsverenigingen.