De laatste twee mensen die nog gezocht werden voor genocide op de Tutsi’s in Rwanda, zijn volgens aanklagers overleden. Daarmee zijn alle verdachten die in beeld waren bij het Rwandatribunaal (ICTR) terecht. Hiermee komt ook een einde aan het werk van een speciale, aparte organisatie van de Verenigde Naties die mede in Den Haag gevestigd is.
In de jaren 90 stelde de VN-Veiligheidsraad twee tribunalen in om misdaden gepleegd in Joegoslavië (ICTY) en Rwanda (ICTR) te vervolgen. Omdat in de loop van die dertig jaar meer en meer verdachten in beeld waren gekomen, werden de laatste opsporingswerkzaamheden bij elkaar geveegd bij het zogenoemde Internationaal Restmechanisme voor Straftribunalen (IRMCT). Het werk van de aanklagers van die organisatie is nu „met succes ten einde gekomen”, zegt de hoofdaanklager Serge Brammertz.
De laatste twee verdachten die gezocht werden waren Ryandikayo en Charles Sikubwabo. Ze werden beiden verdacht van onder meer genocide en misdaden tegen de menselijkheid. Beiden zijn in 1998 overleden, stelt de aanklager vast. De laatste voortvluchtige die werd gezocht door het ICTY werd al in 2011 opgepakt.
Het Joegoslaviëtribunaal was gevestigd in Den Haag, het Rwandatribunaal in de Tanzaniaanse stad Arusha. Het IRMCT is in diezelfde steden gevestigd.
