SGP-senator Marc de Vries gaf tijdens zijn maidenspeech een inkijkje in zijn hart. En D66-leider Jan Paternotte kreeg een vinnige reactie nadat hij een Bijbeltekst citeerde.
Maidenspeech
Ruim vier maanden na zijn installatie als Eerste Kamerlid voor de SGP sprak Marc de Vries vorige week zijn maidenspeech uit. Politici maken van deze gelegenheid vaak gebruik om een persoonlijke noot naar voren te brengen. De Vries (65) deed dat aan het eind van zijn speech.
De Senaat sprak over het thema ”Bouwen en wonen”. De SGP-senator, in het dagelijks leven hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de TU Delft, haakte daarop in door een ervaring te delen toen hij in Athene, een week na een aardbeving, een kerkdienst bijwoonde. De voorganger memoreerde toen dat zelfs de ene zekerheid, namelijk „dat de vier muren van ons huis toch wel overeind zullen blijven” betrekkelijk is. „De grote vraag is daarom wat de zekerheid is die nog overblijft, als zelfs de vier muren van je huis níet overeind blijven staan.” Het antwoord van de voorganger was: „Gods trouw en liefde.”
De Vries –net als een van zijn voorgangers, de illustere Gerrit Holdijk, lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond– legde daarna een link met Psalm 4. Daar staat ,dat het God is die ons doet veilig wonen”. De Vries: „De betekenis daarvan ontstijgt ver het wonen waar het vandaag over gaat. In dat geloof en die verwachting wil ik de komende jaren een bescheiden bijdrage leveren aan het werk van deze Kamer.”
De voorzitter memoreerde daarna in het kort de levensloop van De Vries en herinnerde er onder meer fijntjes aan dat de SGP’er eerder lid was van de ChristenUnie. Na deze plichtplegingen mocht De Vries felicitaties van zijn collega’s in ontvangst nemen.
Vinnig
Het gebeurt niet vaak dat D66-fractievoorzitter Jan Paternotte een Bijbeltekst citeert. Vorige week wel, tijdens een debat over een wet die woekerhuren op de woningmarkt moet tegengaan. De democraat citeerde Filippenzen 4: 20: „Aan onze God en Vader komt de eer toe in alle eeuwigheid.”
Serieuze bedoelingen had de D66’er allerminst. Het was zijn reactie op een debatje over de vraag hoe lang de nieuwbouwopslag mocht gelden. De nieuwbouwopslag is een extra huurverhoging die woningeigenaren mogen vragen als ze beloven nieuwe huurwoningen te bouwen. Die opslag is voor enkele jaren en niet voor „de eeuwigheid”.
Minister De Jonge van Volkshuisvesting, zelf een domineeszoon, haakte daar direct op in: „Ook D66’ers kunnen een keurige christelijke opvoeding hebben genoten.”
De Kamervoorzitter van dat moment, de PVV’er Gidi Markuszower, die zelf een joodse achtergrond heeft, was niet onder de indruk van de uit de Bijbel citerende D66’er. Zijn vinnige reactie luidde: „Ik vraag me af waar het is misgegaan.”
Agenda
De Tweede Kamer heeft deze week reces.
In de rubriek Parlementvaria belicht de redactie politiek opvallende zaken uit Den Haag.